Breek de Aarhof maar af!

22 feb

Alphen aan den Rijn een stad?

Als je ooit, zoals ik, in een grote stad woonde, blijft het in Alphen aan den Rijn behelpen. Het ís wel een stad, natuurlijk, maar slechts een ‘middelgrote’. Alle energie die al decennialang wordt gestoken in pogingen er een ‘grote stad’ (kortelings nog door ‘Stennis Dennis’ in het AD) van te maken is verspilde moeite.
En de problemen aan teruglopend winkelbezoek in ons Stadshart? Ach, die komen in alle middelgrote steden voor.
Ik heb hier niet speciaal studie naar gedaan, maar het zou best kunnen zijn dat die problemen juist zijn ontstaan door overdreven ‘stadse’ ambities in te kleine verzorgingsgebieden. Maar als gevolg van die denkfout zijn er op voorhand heel wat vierkante meters winkelruimte, met horeca, bijgebouwd in de verwachting dat grote winkelketens zich daar wel op zouden storten. Dat laatste lukte ook wel, maar die winkelketens hadden er meer last dan lol van. Ëén van de redenen dat ze nu, vrijwel zonder uitzondering, in grote problemen verkeren. Kortom, wat in die kleinere steden nu aan winkelruimte verdwijnt, komt nooit meer terug. Als gevolg komen die stadscentra, ook in Alphen aan den Rijn, in de “dodenspiraal” terecht zoals ik deze hieronder schets.
Een proces dat al jaren geleden op gang is gekomen door de toegenomen fysieke mobiliteit van de consument die overal heen kán, en gáát, de laatste jaren versterkt door de virtuele mobiliteit die webshops die consument bieden.
Een dodenspiraal die alleen via harde maatregelen doorbroken kan worden!

De problematiek

Zaterdag 9 februari stelde dagblad Trouw in het artikel ‘Opleving of niet, voor winkels blijft het tobben’ het volgende:
“Middelgrote winkelgebieden hebben het meest te kampen met een teruglopend aantal passanten. De winkeliers daar ondervinden dubbele concurrentie. Ze kunnen moeilijk op tegen de attractiviteit van -vaak nabijgelegen- binnensteden en concurreren met kleine wijkcentra, waar mensen heel gericht shoppen. Daarnaast merken ze dat hun klanten vaker thuisblijven, gezwicht voor het gemak en het eindeloze aanbod van internet”.
Precies het probleem van Alphen, een probleem dat NIET is op te lossen door tonnen gemeentegeld dat de EDBA stopt in wat de gemeente ‘City Marketing’ noemt. Het is ook niet op te lossen via nóg meer horeca, die bestaande leegstand alleen maar verbloemt.

Een probleem dat wel kan worden aangepakt als alle betrokkenen hun ambities terugschroeven naar een realistisch niveau. Dát kan, om te beginnen, door de aanwijzingen in de ‘Detailhandelsvisie 2016-2025’ eens op te volgen. Want deze dure ‘visie’ is dan wel eind 2017 al goedgekeurd door onze gemeenteraad, maar lijkt luchtdicht opgesloten te liggen in de la van de wethouder.

Natuurlijk heeft ook ons Stadshart te maken met concurrentie van nabijgelegen centra, die overigens grotendeels ook zélf met teruglopende klantenaantallen kampen. Het Alphense Stadshart heeft vooral te maken met de grote winkelcentra in de ons omringende grote steden als Leiden, Amsterdam, Haarlem, Utrecht, Den Haag en Rotterdam. Binnenkort komt er zelfs een nóg groter gevaar opdoemen in de vorm van ‘The Mall of the Netherlands’, het vroegere ‘Leidschenhage’ waar alle grote retailketens hun ‘flagshipstores’ gaan vestigen. Natuurlijk alleen voor degenen die het kunnen betalen, maar die klantengroep gaat dan ook beslist verloren voor kleinere steden als Alphen aan den Rijn.
Natuurlijk vormt het internet een extra gevaar, al creëert onze retailsector hier haar eigen probleem, zoals ik in 2016 stelde tijdens de ‘Webwinkel Vakdagen’:

Onze winkeliers kunnen zich daar best tegen wapenen, als ze eindelijk eens hun pre-internet ideeën over hun winkelformule laten varen, en een geheel nieuwe winkelformule durven te bouwen. Het laatste drama rond ‘Intertoys’ bewijst dat alleen maar. Die nieuwe winkelformule moet fysieke winkel én webshop integreren (en dus niet combineren) en zo de internet technologie gebruikt om de fysieke winkel te versterken en omgekeerd.
Een concept dat ik al in 2012 introduceerde als ‘De Nieuwe Winkelier’, te vinden op http://www.bricksenclicks.me!
Een concept waarbij winkeliers geen grotere winkels nodig hebben, maar juist kleinere, en zo dezelfde omzet genereren met de helft van hun kosten. Het concept dat Blokker al, door ruimtegebrek, moest toepassen in hun filiaal op de Herenhof!
Aarhof afbreken?
De Aarhof is intussen bijna vijftig jaar oud, en, eigenlijk nét als Leidschenhage of Amstelveen, ernstig toe aan vervanging. Het probleem is dat, waar het vroeger een heel gedifferentieerd aanbod had onder één dak, er zoveel winkels zijn verdwenen dat het nu niet meer is dan een aanvulling op wat er elders in de stad wordt aangeboden. Kortom, wat er nu staat is nauwelijks interessant om ingrijpend te verbouwen, laat staan om te herbouwen. Als je wat schuift en plakt (bijvoorbeeld door HEMA en AH samen in een nieuw pand op de plaats van de V&D vestiging onder te brengen; en Blokker zal blij zijn die tweede vestiging dan te sluiten) kun je het grootste deel gewoon afbreken en vervangen door nieuwbouw (woningen met parkeergarages eronder) Door de bestaande ‘koof’ langs het Aarplein naar de Rijn te verschuiven, verdwijnt die ‘puist’ aan ons Stadshart, en gebruiken we bestaande of inmiddels ontstane leegstand elders om de resterende winkels onder te brengen. Alle winkels zullen in de toekomst óf verdwijnen, óf van een geïntegreerde formule gebruikmaken. Als gevolg zullen de overblijvende winkels uiteindelijk met veel minder ruimte toe kunnen. Zo ontstaat er uiteindelijk een compact Stadshart waar Alphenaren, ook als ze voor veel aankopen elders gaan, zich optimaal kunnen verpozen met winkelen én bezoek aan horecaformules en culturele activiteiten.
Laten we niet wachten tot ons centrum, zoals ik opmerkte in de Amerikaanse stad Vancouver, is gereduceerd tot wat oude kerken, een paar café’s én een grote terminal met kunstwerk waar gelede bussen iedereen rechtstreeks naar de MegaMall buiten de stad brengt!

Advertentie

Positivisme

11 jan

Geachte burgemeester Spies,
Uw nieuwjaarstoespraak richtte zich op wat er in onze gemeente allemaal aan positieve zaken te melden was, en natuurlijk is dat, bij die gelegenheid, wat mensen van hun burgemeester mogen verwachten.
Maar het was ook framing, want iedereen weet, nieuwjaarswensen of niet, dat het ook in onze gemeente niet allemaal rozengeur en maneschijn is. U noemde er een paar, waar je ook niet omheen komt, zoals het tekort aan betaalbare woningen, en de verkeerssituatie in Boskoop en Hazerswoude.

Maar, burgemeester, er is natuurlijk veel meer waar het schuurt tussen wat het college wil, en wat de praktijk is. En als je je vooral richt, als openbaar bestuur, op wat er goed gaat (het meeste, zeg ik in navolging van mijn vroegere politieke compaan Gerard Meereboer, gaat natuurlijk wel goed), maar bewust andere zaken onder de pet houdt. Tja, voor échte onderzoeksjournalistiek is, zeker op lokaal niveau, geen ruimte meer, en dus is de ‘officiële’ pers wel redelijk in de hand te houden door de grote afdeling communicatie van de gemeente.

Helaas lukt dat een stuk minder, vooral door gebrek aan tweezijdige communicatie, met al degenen die onze nieuwe verworvenheid, de sociale media, hebben ontdekt. En dat is geen vluchtig verhaal, maar, mét het internet, een blijvertje. Beide ‘uitvindingen’ hebben geleid tot wat Nietsche ooit ‘Ein Umwertung aller Werte’ noemde. Kortom, zoals vroeger wordt het nooit meer. Mensen blijven niet lopen naar winkels waar ze niet goed worden geholpen, en ze stellen ook niet langer vragen waar ze nietszeggende antwoorden op krijgen. En dat leidt tot lege winkelcentra én bestuurlijke irritatie, blijkbaar.
Enfin, ik hoef me tenminste niet te verontschuldigen, burgemeester, voor het taalgebruik dat sommigen menen te moeten gebruiken, zelf kom ik niet veel verder dan “geleuter” en “Misleiding”, woorden die ik vroeger ook in uw raadszaal gebruikte.

U ergert zich er echter duidelijk aan dat die reacties, ook de mijne, vaak haaks staan op alle plannen en plannetjes die naar buiten worden gebracht. Plannen die vaak al maandenlang intern zijn besproken vóór wij bloggers, vloggers of twitteraars er iets over horen. Plannen die daarna met de nodige ophef en positieve klaroenstoten in de media naar buiten worden gebracht. Ik zie dan ook absoluut geen reden om, uitzonderingen daargelaten, die golven van zorgvuldig geregisseerd optimisme te ondersteunen. Kritisch volgen leidt al snel tot vraagtekens, en zelfs als je het daarbij laat, zien de positivisten dat alleen al als negatief. Natuurlijk mag dat niet, die kritiek, want dat schaadt gevestigde politieke, bestuurlijke óf zakelijke belangen.
Belangen waar ik, met het gros van de Alphenaren, natuurlijk niets mee te maken heb.

Laten we eens een paar bekende onderwerpen benoemen:
• Natuurlijk is de ontwikkeling van het Thorbeckeplein, de huizenbouw rond de nieuwe Thorbeckestraat en de bouw van de Bibliotheek heel positief voor het aanzien van ons Stadshart, maar dat verbloemt niet dat het aan de Lage Zijde de komende jaren slecht toeven is. Ik hoef maar te wijzen op de provisorische oprit naar het parkeerdak, en de ronduit merkwaardige ‘trappen’ daar vandaan naar het Aarplein. Of op de ‘in elkaar gesmeten’ tijdelijke parkeerplaatsen. Dat gaat veel ondernemers omzet en inkomen kosten.
• Om maar gelijk ter plekke te blijven, het is niet alleen de gemeente aan te rekenen, maar de huidige situatie rond het eigendom van de Aarhof, én het resulterende uitstel van de noodzakelijke vernieuwing van wat ooit Alphens Trots was, creëren een probleem in ons hoofdwinkelcentrum dat er natuurlijk niet zou mogen zijn.
• De oude V&D vestiging wordt steeds meer een etterende zweer in dat Stadshart, maar met de bestaande overcapaciteit aan winkels zie ik daar niet snel een oplossing voor komen. Laten we eerlijk zijn, het is gewoon geen gezicht, midden in de stad!
• Terwijl er al een grote overcapaciteit aan winkelruimte is (ten dele overgezet naar een overcapaciteit aan horeca!) werden bij het Station, los van dat Stadshart, mét gemeentegeld winkelruimtes gerealiseerd die nu, en later, geen functie hebben, en dus al jaren leegstaan. Wie schetst mijn verbazing te zien dat daarnaast opnieuw ‘Commerciële ruimtes’ worden gerealiseerd. De gemeente investeert in steeds meer leegstandsellende, en wat is daar nou positief aan?

Dit alles wordt helemaal vreemd als we weten dat er een prachtige ‘Retailvisie’ ligt, recent tot stand gekomen met de actieve medewerking van ter zake kundige burgers in onze gemeente, besproken in de gemeenteraad, en daar aangenomen. Een visie die zich baseert op o.a. het gegeven dat de helft van de Alphenaren zich niet thuis voelt in ons Stadshart, dat er zware overcapaciteit en duplicering is aan winkels, en dat hetzelfde dreigt in de horeca. Ik kan me voorstellen dat de altijd sterke vastgoedsector problemen heeft met de conclusies, en met de oplossingsrichting. Maar is dat genoeg reden om al die participatie, inzet én dat onderzoeksgeld maar in de la te laten liggen?

Geachte burgemeester Spies, dit zijn misschien geen onderwerpen die u, met het college, graag bekritiseerd ziet, maar ze liggen er gewoon, en dan ga ik nog niet eens buiten ons Stadshart, of buiten mijn eigen expertisegebied. Anderen hebben weer ándere expertisegebieden, en reageren daar weer op, iedereen zoals hij of zij gebekt is.
De enige manier om dit soort zaken op te lossen, is niet door negatieve opmerkingen te veroordelen, maar door de kracht van sociale media te erkennen, en voortaan de communicatie vanuit ons openbaar bestuur erop te baseren. PR is nu eenmaal geen instrument om recht te buigen wat krom is, iets wat we als Stichting Commtop al tien jaar aanvechten.

En om positief te blijven, natuurlijk wil ik ook in dezen graag mijn steentje bijdragen.

Kiwi Tuatahi als citymarketeer?

12 okt

Je kúnt het niet gemist hebben

Het gebeurde op 11 oktober 2018. In Vogelpark Avifauna was een Kiwi-kuiken uit het ei gekropen, en na 14 dagen werd het tijd om dat aan iedereen te vertellen. Nou, dát hebben ze geweten bij Van der Valks vogelpark Avifauna. Alle TV zenders, plaatselijk, provinciaal én landelijk verdrongen zich om de baby-vogeltje te zien, en zelfs de ambassadeur van Nieuw Zeeland was naar Alphen aan de Rijn getogen, tot vreugde van wethouder Kees van Velzen. Elke krant móest een foto van het beestje hebben, en op de sociale media verdrongen de commentaren zich. Cupcake winkel Tazzels had een speciale cupcake gemaakt met, uiteraard, een schijfje kiwi erop en was zo gelukkig dat product op het (jeugd)journaal terug te zien.

Tja, er gebeurde wat in Alphen, die donderdag. En het jonge vogeltje, dat overigens vooral in het donker rondscharrelt, zal weer voor de nodige extra bezoekers zorgen.

 

Alphen is geen pindakaas

Al die aandacht, waarvoor de gemeente Alphen aan den Rijn geen stuiver hoeft te betalen, staat in schrille tegenstelling tot het paginagrote artikel dat het Alphens Nieuwsblad, de gemeentelijke spreekbuis, op 3 oktober aan citymarketeer Daniël Othman wijdde. Dát ziet er wel heel anders uit!

Daniël is pas een paar jaar geleden door de Economic Development Board Alphen (EDBA) aangesteld om gemeente en stad te verkopen, maar maakt zich vooral zorgen over het feit dat hij nog niet alle mooie plekjes in onze gemeente kent. Geen zorgen, Daniël, ik woon hier al bijna 50 jaar, en ik heb nog niet eens alle plekjes in Alphen gevonden, laat staan buiten de stad. Maar ja, aan wie verkoop je nou Alphen aan den Rijn in een medium dat, één keer per week, alleen binnen deze gemeente verschijnt.
Tja, en dan vraag ik me natuurlijk af hoeveel grotere bedrijven intussen onze gemeente, en onze stad gevonden hebben. En maak ik me zorgen over zijn concentratie op allerlei activiteiten in onze gemeente die voor zijn komst ook al, vooral door vrijwilligers, georganiseerd werden. En grote recreatie ondernemingen zoals Avifauna (dat blijkt maar weer) en het Archeon kunnen prima hun eigen marketing boontjes doppen. En dat ze in Boskoop bomen kweken, dát is zelfs wereldwijd bekend, al honderd jaar.

Citymarketing

Natuurlijk is Alphen geen potje pindakaas, maar een beetje marketeer moet toch weinig moeite hebben gemeente en stad als aantrekkelijke propositie voor potentiële nieuwe gebruikers van onze bedrijfsterreinen aan te prijzen. Maar die bedrijven vindt je natuurlijk niet binnen de gemeente, maar daar buiten. En ik vrees dat die zich weinig gelegen laten liggen aan klompenmakers, kanoverhuurders of mooie plekjes. Ik vraag me juist af hoe vaak hij grote beurzen, congressen en symposia bezoekt, en van hoeveel beroepsverenigingen hij actief lid is. Ik weet het, zelf ben ik op dat soort evenementen nog nooit andere Alphenaren tegen gekomen, maar je zou zeggen, een citymarketeer? Ik weet niet wat de EDBA bestuurders bezielt, maar een citymarketeer aanstellen om “Alphen bekend te maken voor de eigen inwoners” vervult mij met beroepsmatige onvrede. En vervolgens onderzoek te doen naar wat we allang weten? Want als er geen nieuwe bedrijven wordt aangetrokken betekent dit dat er weinig verandert aan de situatie dat 2/3 van de Alphenaren nog steeds geen economische binding met de gemeente hebben. Zij verdienen hun geld wel elders, ze moeten ook wel. Ik was één van hen…

TUATAHI

Tja, het spijt me erg voor Daniël, maar de kleine Kiwi van Avifauna ligt voorlopig jaren op hem voor wanneer het op het genereren van publiciteit voor onze stad aankomt. En iets dergelijks geldt natuurlijk voor aansprekende gebeurtenissen in themapark Archeon, het andere park met landelijke bekendheid. Dus Daniël, stop met leuke plekjes zoeken bínnen de gemeente, en waag je aan de onbekende streken elders. Daarmee bewijs je jezelf, de EDBA én onze gemeente uiteindelijk een veel grotere dienst.

Oh ja, verspil je tijd niet aan winkelketens, die er niet al zijn komen niet naar Alphen, en die er zijn zullen zich, áls ze al overleven, juist deels uit Alphen als middelgrote stad terugtrekken. Noch het Thorbeckeplein, noch de nieuwe bibliotheek zullen daar iets aan veranderen. Veel succes!

Het Zwarte Pietenspel!

19 okt

Crisis bezworen

Gelukkig is het opstappen van wethouder Hoekstra niet gepaard gegaan met een politieke crisis in de gemeente Alphen aan den Rijn.
Natuurlijk is het een persoonlijk drama voor de wethouder, maar jaarlijks raken meer Alphenaren hun baan kwijt, zonder wachtgeld, dus zo’n drama is het nou ook weer niet. Hoekstra heeft alle tijd om zijn zaken op een rij te zetten en een nieuwe start te maken.
Hoewel niet elke partij de minderheidscoalitie steunt, toont met name de VVD via haar positieve houding wel aan dat men niet het college, maar wethouder Hoekstra kwijt wilde. Volgens mij zijn ze daarvoor te laat, en komen de bakken kritiek op de wethouder net zo goed op de VVD zelf terecht. Dus,wat dát in maart oplevert, na het enorme verlies in 2014?

Hoekstraexit

Ach, het plaatje dat AD/Alphen toonde over de bakken bagger die over Hoekstra werden uitgegoten geeft al aan dat het eigenlijk een wonder is dat wethouder Hoekstra het zolang heeft volgehouden. Inderdaad, de Julianabrug, Bomenkap, Afvalpas en Maximabrug waren zaken die hem de afgelopen jaren achterna werden gedragen. En ook Boskoop en Hazerswoude-dorp moeten voor de wethouder een steeds zwaardere last zijn geworden. Voor wat mij betreft mogen daar het Biesterveld terrein, de aangrenzende Rijnhaven én de nieuwe brug in De Hoorn nog best bij. Nee, Hoekstra is weg, maar de vragen blijven. Want het is merkwaardig te zien dat allerlei gemeentelijke blunders aan hem worden opgehangen, blunders die allang gemaakt waren voor hij er de politieke verantwoordelijkheid voor kreeg.

Rijnhaven

Want als we het over al het geld spreken die hierin rond de Rijnhaven in het water is gestrooid, ben ik niet de enige die zich afvraagt wát daar, behalve prachtige verhalen, nou concreet als voordeel voor onze inwoners tegenover staat. Toegegeven, Biesterveld moest al jaren weg, maar waarom blijft Kluthe, ook een chemisch bedrijf, een paar honderd meter verder, dan gewoon zitten? Misschien omdat dát bedrijf wel een gevaar oplevert voor de kiezers in de bomenbuurt, maar geen gevaar vormt voor de vele wilde plannen rond die Rijnhaven. Laten we wel zijn, daarvan heb ik nog niet één concreet plan, mét financiële onderbouwing, gezien. Wel de stelling van wethouder Hoekstra dat alles tegen marktprijzen (we weten hoe de VVD hecht aan het begrip ‘marktwerking’)
– Want waarom wordt de Rijnhaven verfraaid op een manier die de oorspronkelijke functie als industriehaven onmogelijk maakt?
– Wie gaat daar nou de beloofde en ‘hoogst noodzakelijke’ jachthaven bouwen én exploiteren
– Waarom moest die brug voor 5 miljoen verhoogd worden voordat concrete plannen voor die Rijnhaven dat noodzakelijk maakten?
– Waarom heeft Westerengh haar plannen nog niet doorgezet? Moet de gemeente misschien eerst nóg meer in de bak water investeren?
– Wie gaat de gebouwen op dat Biesterveld terrein nu wel gebruiken?
Is het, met alles wat we nog in onze stad nodig hebben, nou absoluut noodzakelijk een paar bemiddelde Alphenaren tegemoet te komen die nu hun sloepje niet meer langs de Rijn mogen aanleggen? En waarom ‘tegen marktprijzen’ gebouwen willen slijten aan instanties én particulieren die één gemeenschappelijk kenmerk lijken te hebben: Chronisch gebrek aan financiële middelen!
Kortom, die haven en omgeving is een nachtmerrie voor elke bedrijfskundige, en zou, gezien de kosten, ook de nachtmerrie van een bestuurskundige, of politicus, moeten zijn.
En dat op een plek waarvan het gros van onze inwoners niet eens weten dat die bestaat!
Hoekstra is weg, maar deze vragen blijven, toch?

Zeg het met Zeeman

Beste Alphenaren, het wordt langzamerhand wel duidelijk wat een blunder het was om Green, de investeringsmaatschappij van Jan Zeeman, zo’n groot winkelcentrum op het Baronieterrein te laten bouwen.

fotoWinkelcentraAlphen

In een tijd dat het Alphense Stadshart, zoals overal in vergelijkbare steden, problemen heeft om zichzelf overeind te houden. Jan Zeeman had, naar eigen zeggen, een luxe winkelcentrum met regionale aantrekkingskracht voor ogen, maar het werd gewoon wat daar wel kon, een boodschappencentrum voor de buurtbewoners. Maar ja, die gebouwen staan er, daar kun je weinig meer mee doen. Gelukkig tiert de horeca daar welig, net als in de rest van Alphen. Maar dáár had de arme Hoekstra toch weinig mee te maken.

Gezellig winkelen, bij het Station!

En ook met de 6 grote winkelruimtes bij het station, die nog tijden leeg staan te wezen, had de gemeente veel, maar wethouder Hoekstra weinig bemoeienis. Daar investeerde de gemeente fors (5 miljoen), zodat de winkelruimtes de exploitatietekorten voor (alweer Green) op de sociale woningbouw erboven zouden compenseren. Helaas lijkt niemand zich ooit afgevraagd te hebben wát voor soort winkels zich daar nou zouden willen vestigen. Vlak naast het duurste parkeerterrein van de stad.
Blijkbaar heeft iemand het woord ‘trafficlocatie’ opgevangen, zoals we die, nationaal én internationaal, tegenkomen op plaatsen waar gewoon érg veel mensen langskomen. Tja, op Schiphol en bij grote stations werden dat er steeds meer, hoewel de NS haar eigen winkelorganisatie duchtig heeft ingekrompen. Winkels die trouwens alle een stuk kleiner zijn dan bij ons station beschikbaar zijn. Echt, één AH-to-Go kan gewoon twee keer in elk van die ruimtes, en dan hebben we al jaren een avondwinkel aan de overkant van de Bernhardlaan.
Het zal me benieuwen hoe lang het duurt voor ook die ruimtes tot woningen, of bedrijfsruimtes, worden omgebouwd, al zal dat wel gunstig uitpakken voor ons Stadshart die op extra vierkante meters niet zit te wachten.

En nu?

Ach, Hoekstra is weg, maar er blijven nog genoeg problemen over. ‘Hazerswoude’ is nog niet rond, Boskoop staat al maanden muurvast, er staan 6 grote winkels leeg te wezen, en we hebben nu de mooiste badkuip ter wereld. Hoogvliet mag zijn zoveelste winkel bouwen in Hazerswoude, maar Koudekerk is de gemeente geen nieuw dorpscentrum waard. En in Aarlanderveen en Zwammerdam kun je nog geen komkommer kopen, terwijl er toch compacte formules zijn (zoals SPAR en COÖP) die toch mogelijkheden moeten bieden. Voor volledige winkelcentra is geen plaats, maar voor de dagelijkse boodschappen moet je toch niet afhankelijk zijn van een webwinkel, lijkt me.

detailhandelsvisie

Echt het wordt tijd daadwerkelijk iets met de nieuwe Detailhandelsvisie, die al bijna een jaar geleden door de gemeenteraad is aangenomen, te gaan doen.
Natuurlijk doet dat hier en daar flink pijn, maar alles is toch beter dan een totale ineenstorting van ons Stadshart?

Sloepenspel

24 jul

Ach, het is maar geld!

Het valt niet altijd mee de Alphense politiek serieus te nemen. Het ‘Haventje’ bij het Nutsgebouw is nét klaar, er is nog geen sloep te zien, of gelijk begint de oude discussie van zeker 8 jaar geleden over het bevaarbaar maken van de Aar.
Terwijl het simpele ophogen van één brug naar de Rijnhaven het lieve bedrag van 5 miljoen kost, vertelt John Vermeer, de eigenaar van dat Nutsgebouw, even doodleuk dat het ophogen van 6 (!) centrumbruggen (Vest, Aarplein, Lijsterlaan, Wielewaal en 2x Oranje Nassousingel de gemeente maar 1 miljoen per brug zou kosten. Het lijkt me eerder dat we voor 20 miljoen nog niet klaar zijn, beste John, dus ik neem aan dat jij de overige 14 miljoen voor je rekening neemt. Rijkswaterstaat en de provincie zullen voor dit Alphense sprookje passen, natuurlijk!
Onvoorstelbaar, hoe gemakkelijk er wordt gepraat over geld voor hobby’s, terwijl we voor uiterst noodzakelijke verkeersproblemen in Boskoop en Hazerswoude-dorp geen geld zeggen te hebben.

Rondje

Ik herinner me het maar al te goed, omdat ik dat indertijd heb doorgerekend, al die gouden bergen die beloofd werden als het Thorbeckeplein zou worden veranderd in een jachthaven. Duizenden toeristen zouden vanuit die haven ons Stadshart komen redden! Nou, vergeet dat maar! Blij dat er nog steeds een plein, mét woningen erom heen is gerealiseerd.
En nu willen de wel 50 (?) sloepeigenaren in onze stad graag hun ‘rondje’ varen via de Zegerplas. Jazeker, alleen eigenaren van sloepen, kano’s, vletten en rubberbootjes kunnen immers door die Aar varen en ‘De Alphenaar’ mag dat betalen. Volgens John zetten we (daar gaan we weer) met die investering ‘Alphen op de kaart’. Alleen vrees ik dat hij nooit tijd heeft om eens te tellen hoeveel langsvarende boten op de Rijn onder de huidige, en nieuwe, brugjes over de Aar door kunnen varen. Ik schat hoogstens 5-10%, de rest is óf te groot, óf er staat een mast op. Die zien Alphen inderdaad op de kaart staan, maar dan, met al die bruggen (Spoorbrug, Hefbrug, Swaenswijkbrug, Alphense Brug, Julianabrug én Eisenhowerbrug) als hinderpaal voor hun vaartocht. Aan dat “rondje” hebben die passanten geen boodschap, en de Alphense sloepeigenaars kennen de stad al. Kortom, de enigen die er iets mee opschiet, zijn de eigenaars van het vastgoed langs dat Thorbeckeplein, waaronder……jawel.

Snel vergeten, deze nogal éénzijdige ‘discussie’ over die zes Aar-bruggen.

Adventsterras?

19 jul

Daadkracht

HVD kaart 2015
Natuurlijk sta ik achter politieke daadkracht van wethouder Van As, na al het peperdure gekwakkel van de laatste jaren. Maar nu, zeker tien jaar later dan nodig, het Thorbeckeplein en omgeving er weer representatief uit ziet, blijkt dat hiermee het horeca aanbod van Alphen aan den Rijn zo’n beetje verdubbeld is. Tja, en dat trekt natuurlijk wel meer Alphenaren naar het centrum, maar twee keer zoveel?
Natuurlijk maakt de bestaande horeca, vooral aan de Hoge Zijde (Rijnplein/Julianastraat), zich daar (terecht) zorgen over. En natuurlijk zoeken die mogelijkheden om daar iets aan te doen, en, ondanks hun vrijheidsdrang, komen ze dan snel terecht bij de gemeente, zodat de gemeenschap niet alleen direct, via aankopen, maar ook indirect, via subsidies en dergelijke, aan hun verdere welstand mag bijdragen.
Opnieuw lees ik in het AD dat, bij een rondgang door het Alphense Stadshart, die ondernemers geen boodschap hebben aan verbeteringen die hen geld kosten (Plantenbakken Rijnplein), maar er als de kippen bij zijn als er een losse opmerking geplaatst wordt over een ‘Terras voor de Adventskerk’.

Horeca bestuurt Alphen?

Oude kerk 06
Ik ben niet de enige Alphenaar die vermoedt dat René van Rutten, de bekende kroegbaas van Alle Hens, liefst een eigen sleutel van het Stadhuis heeft. Tenslotte ziet hij Alphen, de gemeente én ons Alphenaren uitsluitend als één groot wingewest, ten behoeve van zijn eigen portemonnee. Die weet dus wel raad met zo’n politieke losse flodder en blaast dat, met hulp van AD en Alphens.nl, in deze komkommertijd gelijk op tot een serieus plan waarmee de gemeente ook nog eens bij voorbaat akkoord gaat. Natuurlijk vinden alle plaatselijke kroegtijgers dat een geweldig idee, maar anderen lijken er, gezien de reacties, meer problemen mee te hebben. Ik ben daar zeker één van!

Slecht idee:

april2016Oudshoornsekerk

• Die Adventskerk is, vreemd dat zoveel mensen dat denken, géén leegstaande ruimte, maar vormt het volledig functionerende middelpunt van een grote Protestantse gemeente waar wekelijks honderden Alphenaren de zondagse erediensten bijwonen, en waar door de week tientallen gemeenteleden bezig zijn met allerlei werkzaamheden voor die gemeente, en voor Alphen.

IMG_1924

 • Onze kosters zijn nu al elke zondag een uur bezig om de directe omgeving van de kerk vrij te maken van een breed scala aan rommel die door het uitgaanspubliek is achtergelaten. Een wandeling op zondagmorgen door de Julianastraat geeft een goed beeld van wat zij ’s ochtends ook rond onze kerk vinden, en opruimen. Vervelend, maar dat is de consequentie van het zijn van een centrumkerk.
• Een commercieel terras (uiteraard met popmuziek) op vijf meter van de ingang van de kerk verstoort niet alleen de kerkdiensten, maar ook de rouw- en trouwdiensten die door de week in die kerk plaatsvinden. Tja, en hoe die terrasgenieters zo’n complete begrafenisstoet naast hun tafeltje ervaren?

Hiljonda01

• Alphen kent maar twee locaties waar de Alphenaar van klassieke muziek kan genieten. Dat is, voor kleinschalige optredens, de Oudshoornsekerk, en voor grootschaliger optredens de veel grotere Adventskerk. Het is duidelijk dat luidruchtige gasten met hun popmuziek op een terras (wie kent andere?) die optredens verstoren. Zo leidt een beetje méér omzet voor meneer Van Rutten automatisch tot verschraling van het culturele aanbod in Alphen aan den Rijn. Voor alle duidelijkheid, Theater Castellum is absoluut ongeschikt voor het uitvoeren van klassieke muziek!Orgelzomer2016

• De ontvangstruimte van de kerk, grenzend aan dat ‘terras’ wordt zowel door de kerkgemeenschap zelf veel gebruikt, als ook door derden t.b.v. vergaderingen, opleidingen en andere samenkomsten. Ook dát geeft problemen wanneer er vlak naast een terras wordt geëxploiteerd.
• En dan spreken we maar niet over de problemen die te verwachten zijn rond de jaarlijkse herdenkingsconcerten op 4 mei en bevrijdingsconcerten op 5 mei!
• Daarnaast vraag ik me in gemoede af hoe íemand daar geld kan verdienen. Tenslotte is het maar een beperkte ruimte, en lekker in het zonnetje zitten kun je, met die drie kolossale bomen, vergeten. Trouwens, áls het een beetje goed regent, blijven die bomen urenlang nadruppelen. Op een mooie zomerse dag, zoals tijdens de rondgang van de wethouder, lijkt het allemaal leuker dan het is.

Dus, beste wethouder Van As, er is echt niets in dit plan om ‘blij van te worden’ zoals het AD/Alphen uit je mond dacht op te tekenen.

Aantrekkelijk Stadshart

Natuurlijk was dit maar één van de aangestipte ideeën. Maar het échte probleem van de Julianastraat is niet het ontbreken van dat terrasje:
• De lange rechte wand van de Hoogvlietvestiging
• De lange rij fietsen daarvoor die ‘zomaar’ op straat staan
• De enorme storing die de (te grote) terrassen van twee horecagelegenheden (waaronder Alle Hens) teweeg brengen in vooral het (brom-)fietsverkeer door die Julianastraat.
Ik vrees dat aan die Hoogvliet weinig te doen is, maar wat zou het leuk zijn wanneer die wand zou worden voorzien van een bredere overkapping. Die zou, zeker in de weekenden en op hoogtijdagen, plaats bieden aan een lint van gespecialiseerde winkeltjes. Helemaal niet moeilijk te realiseren, lijkt me, en dan is het gelijk met die fietsenplaag gedaan. En het zou er gelijk een stuk gezelliger uitzien! Nee, juist géén horeca, uiteindelijk ís ons Stadshart een wínkelcentrum. En dáár wordt ik dan weer blij van.

Afvalpasjes: Hoog tijd voor onafhankelijk onderzoek

10 jul

Er is zoveel onduidelijk rond het ‘DIFTAR’ circus van wethouder Hoekstra dat de Alphense bevolking er recht op heeft dat alle feiten rond de invoering van dat chips- en pasjessysteem boven water komen. Op de wethouder hoeven we niet te rekenen.

Wethouder Hoekstra en zijn pasjesridders

Zo langzamerhand is het ons Alphenaren wel duidelijk dat VVD-wethouder Hoekstra dit dossier niet in de hand heeft. Het lijkt erop dat het ‘afvalpasje’ in ons Stadhuis een geheel eigen leven is gaan leiden, waarop noch college, noch de gemeenteraad meer zicht heeft.
Natuurlijk moet de gemeenteraad de wethouder politiek aanpakken, hééft dat ook al gedaan toen hij het onzalige voorstel deed de burgers voortaan per zak te laten betalen. Maar de afgelopen weken hebben politici én college keer op keer moeten bevestigen dat dit voorstel toch echt afgeschoten ís, en afgeschoten blijft, ook ná de komende verkiezingen. Desalniettemin groeit het aantal inwoners die dit niet gelooft.
Want de manier waarop de ‘club’, die Hoekstra rond deze pas verzamelde, in de praktijk werkt en communiceert, doet sterk vermoeden dat deze zich weinig aantrekt van dat raadsbesluit, en nog rustig, goedbetaald, bezig blijft een doodlopende weg te bewandelen. Op onze kosten.

Intussen blijft de wethouder beweren dat het allemaal geen geld kost, maar faalt volledig in zijn bestuurlijke plicht om dat te bewijzen, en blijft hangen in algemeenheden die we zo langzamerhand wel kennen. Duidelijk bewijs, feiten, kosten en baten?
Vergeet het maar!
Intussen is er al flink wat gemeenschapsgeld gespendeerd in een project dat zo langzamerhand alle politieke en burgerlijk draagvlak kwijt is. Nu niemand meer precies weet waar we met zijn allen aan toe zijn, lijkt het tijd voor een ONAFHANKELIJK ONDERZOEK.
Liefst snel, zodat we met een schone lei de verkiezingen in gaan.

Stinkende Afvalberg

Burgers klagen steen en been over de extra last van dat pasje, en weigerachtige containers, waar ze verder geen enkel verschil merken in hun eigen gedrag, of dat van de ander.
Óf toch wel?
Steeds meer (groot-) Alphenaren die óf hun pasje zijn vergeten, óf waar het ‘systeem’ weer eens niet werkt, leggen hun afval nu náást de container. Zoals dat van andere gemeenten allang bekend was, overigens. In de praktijk blijkt de gemeentelijke afvaldienst elke dag een rondje langs die containers te moeten maken om ervoor te zorgen dat onze gemeente geen stinkende afvalberg wordt.

Al eerder berekende ik dat het oorspronkelijke voorstel, betalen per zak, alleen goedkoper was voor gezinnen die aan één zak genoeg hadden. En niet voor het gros van de gezinnen die dat absoluut niet lukt. Een voorstel dat zozeer de geur van rustige bureau’s uitademde dat het geen wonder is dat hier idee en praktijk vér uit elkaar liggen. Een voorstel waarbij bijvoorbeeld maar werd aangenomen dat die gezinnen ook in hoogzomerse dagen de dagelijks toenemende stank van die éne zak wel konden verdragen. Van luiers vretende baby’s en kotsende huisdieren hadden die bureauridders nog nooit gehoord, blijkbaar.

Afvaltoerisme, een drogreden

Tot mijn verbazing blijken er zelfs burgers te zijn die nog wél geloven dat ‘afvaltoerisme’ een groot probleem is dat ABSOLUUT, wát het ook kost, bestreden moet worden. Alleen, dit verhaal wordt nérgens door feiten ondersteunt. En áls het ook al waar zou zijn, dan blijkt dat juist het GEVOLG van het invoeren van die pasjes in omliggende gemeenten.

Kortom, de leveranciers van de hardware achter dit ‘DIRTAR’ systeem scheppen zélf het probleem, om het vervolgens op te lossen!

Maar zelfs als er sprake is van een mogelijke oplossing van dat zelfgeschapen probleem, dan hebben we er niets aan als het niet werkt. En dat doet het dus niet. Blijkbaar veel te kwetsbaar voor storingen!
Tja, en ik kan me voorstellen dat er afvaltoerisme bij het gemeentelijke milieustation wordt geconstateerd, maar wat wil je, als je ‘de man aan de poort’, die er altijd zat, wegbezuinigt?
En wat levert die bezuiniging op als je daarvoor een peperduur pasjessysteem voor de hele gemeente installeert en moet onderhouden?
Maar het idee dat Bodegravers hun afval massaal in Alphense afvalcontainers stoppen? Wie gelooft dat, buiten de afvalclan?

Technologie

Tegenwoordig is ‘robotisering’ allang geen futuristische aangelegenheid meer. Voor tál van processen waarvoor vroeger mankracht nodig was, zijn intussen robots ontwikkeld die gewoonlijk samen met échte mensen die klussen klaren. Dat zien we ook bij afvalscheiding en recycling gebeuren. En wat nog niet is, komt beslist binnenkort. Het is dus maar de vraag of het principe van afvalscheiding aan huis niet gewoon ‘oude technologie’ is, gebaseerd op (prima) gedachten uit de tachtiger jaren die nu van een nieuw ‘chip’ jasje worden voorzien. De praktijk is natuurlijk dat hoe langer en dieper geïnvesteerd wordt in die afvalscheiding thuis, des te langer het duurt om de volgende stap van gerobotiseerde afvalscheiding op grote schaal toegepast te krijgen. Dus het argument dat ‘DIFTAR’ innoverend zou zijn is alleen valide voor mensen die zich er niet in verdiept hebben, én, natuurlijk, voor de mensen die eraan verdienen!

DIFTAR

“Diftar”, ik citeer Wikipedia maar even, “staat voor gedifferentieerde tarieven waarbij per huishouden geregistreerd wordt hoeveel afval aangeboden wordt en hoe meer afval een burger aanbiedt hoe hoger de afvalstoffenheffing zal zijn. Omgekeerd levert betere afvalscheiding en het aanbieden van minder afval een lagere variabele afvalstoffenheffing op, het vastrecht blijft echter hetzelfde. In 2006 woont 17,4 procent van de Nederlanders in een diftargemeente. In 2000 was dat nog 9,7 procent. Uit ervaring blijkt dat burgers hun afval beter gescheiden aanbieden en het lagere aanbod van restafval maakt het de gemeente mogelijk de kosten die voor invoering van diftar gemaakt moesten worden, terug te verdienen.
Wel neemt de hoeveelheid op straat en andere plaatsen achtergelaten huisvuil toe”.
Ik constateer simpel dat DIFTAR door onze gemeenteraad is AFGEWEZEN!

Een simpel sleuteltje?

Ik citeer maar weer eens Karl Marx, die stelde dat als je in de politiek onbegrijpelijke dingen tegenkomt, je het antwoord vindt door te zoeken naar degenen die daar voordeel bij hebben.

Het is een feit dat onze gemeenteraadsleden de invoering van DIFTAR afwezen, omdat ook onze volksvertegenwoordigers in meerderheid vonden dat de Alphense burger geen behoefte had aan nóg meer gemeentelijke lasten dan strikt noodzakelijk. En wethouder Hoekstra kon die raad duidelijk niet voorrekenen dat het vooronderstelde terugverdienen van de Diftar kosten de burger GEEN geld zou kosten. Daarmee, dat zal uit het Wikipedia stuk duidelijk zijn, hebben die dure chips en die pasjes helemaal geen zin. Het argument van ‘afvaltoerisme’ is er met de haren bijgehaald om toch die chips en pasjes te kunnen kopen.
De praktijk zal wel zijn dat die chips op die containers geweldig veel kunnen (Diftar) maar dat in Alphen helemaal niet hoeven. Integendeel, wat ze moeten doen is een schakelaar bedienen die de schuif wel dan niet ontkoppelt, meer niet.
Je mag rustig de vraag stellen waarom de gemeente dure chips installeert, waar we met heel simpele ‘aan/uit’ technologie genoeg hebben. Want, laten we eerlijk zijn, een simpel sleuteltje zal vást betrouwbaarder én goedkoper zijn, toch?

Het is duidelijk, lijkt me, dat het tijd is dat hele verhaal rond ‘Diftar’ eens objectief te laten onderzoeken, zodat we weten wáár ons geld is gebleven, en wie voor de complete verwarring rond dit onderwerp verantwoordelijk waren en zijn.
Daarbij is het belangrijk ook te weten wát er is betaald aan ‘adviseurs’, wát aan manuren (op het stadhuis) en wat de (gespecificeerde) kosten zijn van de invoering, en de extra kosten van het opruimen van troep rond die containers.

Castellum JA/NEE

10 mei

Willen we het, of willen we het niet?

Vandaag vanuit de gemeente Alphen aan den Rijn weer super positieve geluiden over ons wankelende theater Castellum, dé blikvanger op het Rijnplein, in ons lijfblad AD/Alphen. Want, ik schrijf er al over sinds 2011, dat theater kost veel meer dan de gemeenteraad ooit plande (€ 500.000 per jaar) en levert veel minder maatschappelijk rendement op dan was berekend. Natuurlijk, als Joup van’t Hek een try-out geeft staan de rijen in alle kranten, maar op de meeste avonden is het angstig stil. Echt, zonder de bioscoopvoorstellingen (en daarvoor had Alphen geen theater nodig, natuurlijk) was de stekker er allang uit getrokken, maar, ook met jaarlijkse gemeentelijke aanvullingen op het budget, is er nog steeds geen licht in de tunnel.

Castellumnieuw

Ik had graag ongelijk gekregen met mijn stellingname tegen de bouw van dat theater, maar in de dagen dat megalomaan denken de Alphense politiek beheerste, en, verder wel verstandige, mensen zelfs al aan een “De Bijenkorf” in ons stadje dachten, móest en zou er een theater komen. Wel, die gift van ons bedrijfsleven heeft de gemeente, ons dus, al zeker 15 miljoen Euro gekost. En nu moet er opnieuw 2 miljoen worden uitgegeven om allerlei nieuwe activiteiten mogelijk te maken en het theater eindelijk eens een wat klantvriendelijker entree te verschaffen. Uiteindelijk moet ook dat tóch structureel tonnen aan extra subsidie gaan kosten. Het gaat maar door!
Kortom, wil de Alphense samenleving dat eigenlijk wel?
Of ben ik weer te negatief? Dat ben je tenslotte snel, in onze dorpsstad!
Ach, krap een jaar geleden heb ik uitgebreid zitten praten met interim directeur Leo Pot, en mijn conclusie in het blog “Beleving in Castellum” was allerminst negatief, lijkt me:

Beleving in Castellum?

We moeten er niet zo van opkijken dat Theater Castellum steeds meer geld nodig heeft. Dat is in Gouda, zonder bioscoop, ook het geval. Theater Castellum is nu allesbehalve een ideaal gebouw, dus er zal flink geïnvesteerd moeten worden om het gezelliger te maken. Investeren om ook daar het verblijf zelf tot een beleving te maken. Die plannen zijn er, maar het geld niet, blijkbaar. Alphen aan den Rijn moet fors méér geld in het ons theater investeren, en niet minder! Of het ook feitelijk privatiseren. Dat is best mogelijk, maar dan moeten de nodige politici en bestuurders over hun eigen schaduw heenstappen. En ook dát zal veel geld kosten!
Maar gewoon op de huidige manier wat blijven door-emmeren, dát geeft in ieder geval geen ander perspectief dan dat we elk jaar méér geld in de put gooien.
Kortom, beste bestuurders en politici, geef Castellum de financiële ruimte, of verkoop de tent!

Culturele Stamppot!

Inmiddels, beste lezers, zijn we bijna een jaar verder, en nu ligt er een plan. Niet om de functie van het theater zelf te versterken, zoals Leo en ik bespraken, maar om er een ‘culturele stamppot’ van te maken: theater, filmzaal, restaurant, expositieruimte, en centrum voor popmuziek. Alsof het gebouw een harmonica is, zou er ook ruimte moeten komen voor diverse instellingen, voor Studio Alphen en als atelier voor kunstenaars. Tenslotte zou het gebouw nog als iFlow II moeten gaan functioneren.
Tja en dan komt, mijn studenten zouden de bui al zien hangen, mijn onvermijdelijke vraag: “Leuk plan, maar hoe gaan we hier geld mee verdienen”?
Ik heb geen idee of er een meerjarenbegroting ligt (ik neem aan van wel), maar waarop is die gebaseerd? Niet op een studie, want dat moet nog gedaan worden. Dus komen we niet verder dan wat de krant voorzichtig stelt: “Dat geld (subsidie 4,5 tot 9 ton jaarlijks) moet zoveel mogelijk worden terugverdiend dankzij de betere verhuur van het gebouw, is het idee”. Aan dit soort bestuurlijke vaagheden is de gemeenteraad wel gewend, natuurlijk. Maar iedereen die zich wat oriënteert op de verhuur van ruimtes, weet dat Castellum hierbij niet de enige is. Zo timmert Swaenswijck nogal aan de weg, heeft mijn eigen Adventskerk hiervoor een aparte stichting ‘Vrienden’ opgestart en kun je zelfs heel genoeglijk vergaderen in het Remonstrantse kerkje. En dan praten we alleen nog maar over het Stadshart zelf. Natuurlijk willen kunstenaars adequate ruimte, al jaren, maar over de bijbehorende facturen willen ze nooit praten. En ik zie ook de stichting Poppodium nog geen ‘marktconforme’ prijzen betalen, Studio Alphen trouwens ook niet! En gaan Alphenaren betalen om een expositie te bezoeken? En wie huurt die flexplekken op een plek waar de parkeertarieven torenhoog zijn?
Kortom, wát is de kans dat al die activiteiten (die natuurlijk ook weer eigen organisatie- en onderhoudskosten met zich meebrengen) ook daadwerkelijk het bedrijfseconomisch rendement opleveren wat ons nu wordt voorgespiegeld? Het lijkt me dat, als al die instellingen in de rij staan om hier ruimtes te huren, ze toch op zijn minst een intentieverklaring moeten tekenen voor er grootscheeps wordt geïnvesteerd!

Wat dan wel?

Ach, de vraag is, zoals ik vorig jaar al schreef in mijn conclusie, eigenlijk simpel: Willen de Alphenaren dit theater eigenlijk wel? En nemen ze de consequentie dat gebouw dan ook meer te bezoeken? Want als de inwoners van onze gemeente dat willen, moeten we er gewoon een bom duiten voor over hebben. Dan zou het niet nodig moeten zijn een kruiwagen vol met schone dromen als excuus te presenteren. Waarom geld investeren in een verbouwing die de Theaterfunctie, en daar ging het toch ooit om, alleen maar ondergraaft. Gemeenteraad, stop er gewoon 2 miljoen in om de functionaliteit van ons Theater Castellum te verbeteren, en zet een jaarlijks bedrag van 1 miljoen in de begroting. Of neem het besluit het gebouw af te breken en er een woonplaats voor jongelui van te maken. Dát levert het centrum in ieder geval extra drukte en inkomen op.
Anders staan we bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen voor precies hetzelfde probleem, maar zijn we intussen weer minstens 5 miljoen armer!

Niet Betalen voor Gratis Parkeren

22 apr

Gratis voor niets?

Dagblad AD/Alphen opende vrijdag 14 april met dit artikel van Jan Belt.
Nu lijkt het me dat het logisch is niet te betalen voor iets wat gratis is, maar het bleek dat onze plaatselijke speurneus iets heel anders bedoelde!
Stadshartondernemers én vastgoedeigenaren willen absoluut NIET meebetalen aan de door hen gewenste proef met gratis anderhalf uur parkeren in het hele Stadshart. Niet meebetalen aan de kosten van het onderzoek én niet meebetalen aan de gederfde parkeergelden. Alles wat uit die proef ten goede komt aan de Stadshart ondernemers gaat zo ten laste van de Alphense gemeenschap. Wat de ondernemers verkopen als ‘gratis’ service aan de consument, blijkt gewoon een sigaar uit eigen doos. Gerard van der Klaauw, in zijn wat mistige rol als voorzitter van de stichting ‘Centrummanagement Alphen aan den Rijn’, waarin retailers, horecaondernemers, vastgoedeigenaren, de gemeente en de ‘Vereniging Ondernemers Alphen aan den Rijn” (VOA) samengaan, stelt dan ook ‘ex cathedra’ vast dat het “Utopisch zou zijn te veronderstellen dat ondernemers alle kosten afdekken”. Wat er ‘utopisch’ aan is dat ondernemers gewoon betalen voor bedrijfskosten waarvan ze ook nog eens zeggen zéker te weten dat deze hun inkomsten verhogen, is mij onduidelijk. In ieder geval verklaart het voor een groot deel de enorme rij faillissementen in de retail: De kosten zijn stelselmatig hoger dan de opbrengsten, blijkbaar!

Ongeoorloofd

Ik wil hier rustig neerleggen dat wat de heer Van der Klaauw hier neerlegt, in feite discrimineert en, als ongeoorloofde overheidssteun, waarschijnlijk ook niet mag. In ieder geval is het iets waarnaar gemeentebestuur én raadsfracties nog eens goed naar moeten kijken. Tenslotte zijn zij het, en niet de Stadshart ondernemers, die al over een jaar op hun beleid en stemgedrag worden afgerekend.

Ongeoorloofde Overheidssteun

De begunstigde van ‘vrij parkeren’ is immers zonneklaar NIET die consument, maar de ondernemer! Consument, gemeentebestuur en gemeenteraad worden door het Centrummanagement misleid met een initiatief waarvan de ondernemers de vruchten willen plukken zonder er zelf ook maar een greintje verantwoordelijkheid voor te nemen. Het College van B&W kan natuurlijk die ondernemers ook rechtstreeks subsidiëren, als dat maar niet uitdrukkelijk als ongewenste overheidssteun verboden zou zijn.

Discrimininatie

Als de overheid besluit iets te betalen waarvan slechts een selecte groep ondernemers, de centrumondernemers in Alphen aan den Rijn, de vruchten van plukken, ten koste van andere ondernemers elders in de gemeente, of daar buiten, is dat discriminerend naar de ondernemers die buiten dat Stadshart hun dagelijks brood moeten opscharrelen

Vrijblijvendheid

Natuurlijk is er sprake van een gedeeld belang van de Alphenaren, vertegenwoordigd door gemeente en gemeenteraad, en de centrumondernemers, als we praten over het belang van ons Stadshart. Het komt me dan ook niet vreemd voor dat de gemeente het voortouw voor dit onderzoek neemt, en het ook betaalt. Maar het is allerminst ‘utopisch’, maar juist zeer logisch dat de centrumondernemers niet alleen het verlies aan parkeergelden voor die drie onderzoeksperiode betalen, maar zich ook gelijk uitspreken over hun grote aandeel in het jaarlijkse verlies van 2 miljoen Euro aan parkeergelden.
Ondernemers kennende, als ze al niet eens willen meebetalen aan die proef, gaan ze, wát ze ook suggereren, ook niet meebetalen aan het vervolg van die proef, hóe die ook uitvalt.
Het valt me niet mee dit toe te geven, maar met dit onderdeel van zijn beleid steun ik dan ook wethouder Hoekstra, die terecht stelt dat zoiets als ‘gratis’ parkeren niet bestaat. Kortom, als de klanten die kosten niet betalen, en de ondernemers ook niet, betaalt niet de gemeente, maar gewoon….toch de klant. Gerard van de Klaauw stelt het wel logisch voor, maar het is gewoon misleiding te stellen dat ‘gratis’ parkeerruimte de klant niets kost. Integendeel, het voorstel is zelfs asociaal, omdat nu ALLE inwoners van onze gemeente gaan betalen voor de ‘gratis’ parkeerruimte van een steeds kleiner aantal verstokte bezoekers van dat Stadshart. Je mag je afvragen wat de rest van de inwoners van onze gemeente daar wel niet van vindt.

Politieke consequenties

Natuurlijk weten we allang dat ‘gratis parkeren’ door de huidige bezoekers uitbundig wordt verwelkomd, maar ook dat dit nauwelijks ertoe zal leiden dat ook anderen dat Alphense Stadshart meer te gaan bezoeken. De wens is hier duidelijk de vader van de gedachte, maar waar is dat ooit bewezen?
Want hoe logisch het ook lijkt, bedrijfskundig én politiek is het flauwe kul.
–   Bedrijfskundige onzin, omdat het betekent dat de gemeente Alphen aan den Rijn een deel van haar ondernemers financieel gaat ondersteunen in hun bedrijfsvoering. Ze financiert immers bedrijfsmatige activiteiten die elke ándere ondernemer elders in de gemeente gewoon vanuit zijn eigen bedrijfsvoering zou moeten betalen.
–   Politieke onzin, omdat daarmee deze lasten worden verdeeld over alle inwoners van onze gemeente, terwijl slechts een minderheid ervan profiteert. Een thema dat het leuk gaat doen bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018.
Het lijkt me dat Van der Klaauw c.s. niet alleen een wens naar een volledig door de overheid betaald onderzoek neer moeten leggen, maar gelijk met een duidelijke oplossing voor bovenstaande problemen moeten komen. ‘Ik wil het’ is geen onderbouwing, elke Alphenaar wil wel wat, of nog meer!

Detailhandelsvisie gemeente Alphen aan den Rijn

Hoewel het onze stadshartondernemers duidelijk niet uitkomt, ligt er sinds november 2016 een gloednieuwe gemeentelijke visie op de detailhandel IN ONZE HELE GEMEENTE. Voor de periode tot 2025!
Hierin komt zonneklaar naar buiten, voor de lezers van dit blog geen nieuws natuurlijk, waarom meer dan de helft van onze inwoners niet of nauwelijks hun gezicht in dat centrum laat zien. En dat niet de kosten van parkeren, maar het AANBOD steeds meer Alphenaren, al bijna 15 jaar lang ervan weerhoudt dat centrum te bezoeken. Als aan de kern van deze beleidsvisie door de Stichting Centrummanagement geen inhoud wordt gegeven, zal de terugloop in consumentenbezoek doorgaan, gratis parkeerruimte of niet. Zonder harde ingrepen gaat de komst van de ‘Mall of the Netherlands’ in Leidschendam (2018!) nóg meer aankopen van Alphenaren opslokken, zodat in 2025 van het Stadshart van Alphen aan den Rijn niets meer over is dan een boodschappencentrum voor onze centrumbewoners.
Zodat de honderden miljoenen die intussen in dat Stadshart zijn geïnvesteerd, nooit rendement zullen opleveren!

Pessimisme?

Ach, een paar weken geleden was ik nog in het centrum van de stad Vancouver (Washington), één van de oudste steden daar, twee keer zo groot als Alphen. Dat centrum, en ik kom er in een ander verband nog wel op terug, kun je alleen nog maar herkennen aan een paar grote kerken. Én aan het gloednieuwe busstation dat de centrumbewoners, die het praktisch zonder winkels moeten doen, snel en doeltreffend naar de Vancouver Mall brengt. Voor “Super Bijenkorf” Nordstrom moet je naar het nog grotere Portland, maar verder vind je in die Mall alles wat ‘recreatief winkelen’ leuk maakt.
Iets wat in Nederland élk centrum van middelgrote steden boven het hoofd hangt. Dát zou, net als Vancouver, het verleden van het stadshart binnen een paar decennia wegvagen. Gewoon omdat iedereen wil houden wat er is!

En al in 2018 opent “The Mall of the Netherlands” in Leiderdorp!

Stadshart Alphen: Minder, minder….

27 feb

Kommer en Kwel

Het Thorbeckeplein van Alphen aan den Rijn gaat er mooier uitzien dan ooit, de afbraak van de vijftiger jaren flatgebouwen langs wat de Thorbeckelaan moet worden, is in volle gang, het Aargebouw is afgebroken om binnenkort plaats te maken voor de Bibliotheek en een nieuwe parkeergarage. Maar kun je jarenlang bestuurlijk geklooi in een paar jaar uitwissen? Qua bouw zeker, maar voordat die Lage Zijde weer een trekpleister wordt voor het Alphense publiek zijn we jaren verder. Dát is trouwens ook niet iets waarvoor je de gemeente, of wethouder Van As, verantwoordelijk kunt stellen.
Maar het is natuurlijk niet niks als de eigenaar van het Nutsgebouw, John Vermeer, die gemeente vervolgens beticht te werken aan een ‘Doodsteek voor het Stadshart’, en Annemiek Brandniet in het AD/GH moet berichten dat de bepalende sector ‘Niet dagelijkse aankopen’ in ons Stadshart in 5 jaar tijd 1/3 deel aan omzet heeft verloren.
Natuurlijk verbaast wethouder Van As zich er niet over, hij is niet voor niets zo hard aan de slag gegaan. Maar de reactie van Monique Chaudron van de VOA druipt van vergoelijkende PR terminologie: “Het gaat nu even niet goed, maar er gebeurt heel veel om het weer goed op de rails te krijgen. Ik zie dit onderzoek ook wel als een positieve uitdaging. De Alphenaar moet weer trots op het centrum worden”. Tja, hoe vaak zijn dit soort woorden al over de Alphenaar uitgestort. Je zou verwachten dat er zeker van de VOA een actieve impuls zou uitgaan, maar nee: “Gaat U maar rustig slapen” lijkt het devies.
Zo komen we natuurlijk geen steek verder!

Stadshartfunctie

Het was te verwachten dat de bouw van De Baronie zou leiden tot een duidelijke vermindering van de “boodschappen” omzet in ons Stadshart. Daarbij zijn honderden mensen, in ieder geval tijdelijk, uit dat centrum vertrokken omdat hun woonruimte werd, en wordt, vervangen door nieuwbouw. Trouwens, al dat ‘boodschappenpubliek’ maakt ons Stadshart als centrum er voor ‘recreatief winkelen’ niet aantrekkelijker op! Natuurlijk is de huidige mix van horeca, cultuur, overheid en winkels een noodzakelijke randvoorwaarde voor succes in ons stadshart, maar dan moeten ze wel op elkaar aansluiten. Ik heb al vaker opgemerkt dat ons Stadshart niet alleen gespleten is, maar ook nog eens twee gezichten kent. Overdag loopt er vooral winkelend publiek, terwijl na sluitingstijd de horeca volloopt. Het zijn twee functies die elkaar niet erg lijken te ondersteunen, en of de enorme uitbreiding van die horeca op het Thorbeckeplein hierin een positieve, of negatieve rol in gaat spelen, moet nog blijken.
Duidelijk is dat als dat Stadshart (en dat is toch echt veel meer dan de omgeving Thorbeckeplein) ook maar een beetje functioneerde, een dergelijk groot verlies aan omzet nooit zou zijn ontstaan, natuurlijk. Tenslotte zaten we in 2011 ook al jaren in de crisis, en niemand schijnt zich ook te realiseren hoeveel omzet er alleen al door de sluiting van V&D verloren is gegaan. Het ‘internet succes’ stelt in de praktijk nog weinig voor, maar alle beetjes tellen mee!
Genoeg redenen voor deze snelle terugloop van ons Stadshart, lijkt het, maar er is meer!

Baronie

Natuurlijk is het een ronduit belachelijke zaak dat gemeente én ondernemersclub ooit goedkeuring hechtten aan de plannen van Jan Zeeman om bij de Baronie een nieuw winkelcentrum te stichten met een “regionale uitstraling”! Dát vindt de wethouder ook, maar waar hij erin slaagde eenzelfde ‘doodsteek’ voor het winkelcentrum Boskoop te voorkomen, is dat wat lastig met een winkelcentrum dat er al staat!
Dat Jan Zeeman intussen zijn eigen idee om zeep hielp door supermarkt Hoogvliet te omringen met een krans van discounters, laten we maar even voor wat het is. Feit is dat de gemeente er álles aan heeft gedaan om zijn droom werkelijkheid te laten worden, met voorbijgaan aan welk effect op ons Stadshart ook. Dweilen met de kraan open, en John Vermeer had het grootste gelijk van de wereld gehad, als hij daar in zijn vorige leven, als voorzitter van de VOA, niet aan had meegewerkt. Maar hoe dan ook, die Baronie leidt een, blijkbaar, gezond en populair leven als buurtcentrum, maar voor ‘recreatief winkelen’ moet je daar niet zijn, natuurlijk. Of dat met het geknoei rond de Rijnhaven ooit anders gaat worden, betwijfel ik. Het helpt ook niet, maar Rijnhaven lijkt me in ieder geval niet de ‘Doodsteek voor het Stadshart’ die John Vermeer ervan maakt.

Stadshart sluit niet aan op klantenwensen

detailhandelsvisie

Op 24 november vorig jaar heeft de gemeenteraad de nota ‘Detailhandelsvisie Alphen aan den Rijn 2016-2025 behandeld. Sindsdien is hierover nog niet zoveel vernomen.
Uiteraard behandelt de nota alle winkelcentra in de gemeente, niet alleen het Stadshart van Alphen aan den Rijn. Maar juist dat Stadshart is duidelijk het enige winkelcentrum in onze gemeente dat in aanmerking komt voor de bestemming ‘Recreatief Winkelen’. Maar het hierbij betrokken adviesbureau Retail Management Center (RMC) trok, uit eigen onderzoek, ook een harde conclusie, en dat is dat het aanbod in ons Stadshart NIET OVEREENKOMT met wat meer dan de HELFT van de bevolking wenst. Dan verbaast je de uitkomst van dat koopstromen onderzoek toch niet?

detailhandelgrafiekHet is zeker zo dat hier de laatste tijd wat verandering in komt, maar ons Alphense Stadshart is qua invulling toch vooral een ‘Dorpshart plus’ zonder veel winkels die het meer EGO gerichte deel van onze bevolking aanspreekt. Iets wat gemakkelijk te zien uit de kwalificatie van de winkels rond het Rijnplein, de Van Mandersloostraat en De Aarhof (de geschetste ovalen).
Natuurlijk geen boodschap waar je als gemeentebestuur en als detaillist blij van wordt, maar desalniettemin de waarheid. Als hier niets aan verandert, zal het koopstromenonderzoek over vijf jaar opnieuw een negatief beeld schetsen, en zullen opnieuw de nodige winkelketens uit ons Stadshart verdwenen zijn. En dan heb ik het niet eens over de invloed die “The Mall of the Netherlands” in Leidschendam over een paar jaar zal hebben. Wat leuke evenementen, een treintje of een ‘slaapliedje’ zullen dit niet oplossen.
Wat wel?

Oplossing

Die oplossing is eigenlijk heel simpel van opzet:
1. Leg vast wát tot het compacte Alphense Stadshart behoort, en wat niet. Ondernemers buiten dat Stadshart zullen zich geen illusies moeten maken.
2. Leg nou eens vast welke functie ons Stadshart precies moet hebben voor Alphen én haar directe omgeving: “Het Stadshart Plus”
3. Ga vanuit die functie een aantal parameters benoemen die bepalend zijn voor de gewenste functie van individuele winkels en horecagelegenheden binnen dat ‘Stadshart Plus’ concept.
4. Ga inventariseren, winkel voor winkel, in hoeverre huidige winkels en horeca op die parameters scoren:
a. Ondersteunen ze de ambitie van Stadshart Plus
b. Ondersteunen ze de ambities van Stadshart Plus niet
c. Voldoen ze niet aan de eisen die we aan een eenheid in het Stadshart plus stellen.
5. Ga als gemeente en VOA gezamenlijk in gesprek met individuele ondernemers.
a. Steun de ondernemers in de a-categorie met alle mogelijke middelen
b. Stimuleer de ‘vlees noch vis’ ondernemingen om hun positie te verbeteren
c. Overtuig de c-categorie dat ze met hun huidige formule en/of bedrijfsvoering niet voldoen aan de gewenste normen

Het zal duidelijk zijn, en dat is ook mijn ervaring in de onderzoeken die ik al elders deed, dat de gesprekken met laatste categorie ondernemers niet zo gemakkelijk zijn, om het maar eufemistisch te stellen. Deze ondernemers moeten geholpen worden een ommezwaai in de juiste richting te maken, hun winkel te verplaatsen naar een locatie waar deze beter past, of te stoppen. De vrijwillige adviseurs van “Ondernemersklankbord Rijnland” kunnen hierbij de nodige praktische steun bieden!
Waar we in ieder geval mee moeten stoppen is steeds meer geld te verliezen in initiatieven die leuk lijken, maar uiteindelijk ons Stadshart niet uit het slop kunnen trekken.
In alle gevallen zal er geld mee gemoeid zijn, maar dat moet worden afgezet tegenover het feit dat de miljoeneninvesteringen in het Alphense Stadshart geen enkel rendement opleveren. Moeten we dat blijven accepteren?