Archief | september, 2011

Niemand is boos?

24 sep

Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers,

Wethouder Kees van Velzen zit er niet mee dat onze stad ’s ochtends en ’s avonds potdicht zit, want hij is van plan Alphen binnen twee jaar van alle verkeersoverlast af te helpen. Hij deelt koeken uit aan automobilisten die, zoals elke dag, muurvast zitten in hun eigen stad, en constateert dat niemand boos is vanwege die files.
Tja, een wethouder die koeken uitdeelt, is natuurlijk ook niet de beste persoon om objectieve reacties te meten. Zoals Stennis Dennis al constateerde, is de modale Alphenaar blijkbaar een masochist. De Alphenaar die het zo verschrikkelijk vindt af en toe op de N207 stil te staan, heeft er geen enkel probleem mee als hem of haar dat ook binnen de eigen woonplaats overkomt. Natuurlijk niet!
Stil staan wordt gewoon in Alphen aan den Rijn. Niet omdat, zoals bij Leimuiden, er nu eenmaal niet meer weg beschikbaar is, maar gewoon omdat een aantal gemeenteambtenaren het vertikt te communiceren met hun soortgenoten van de provincie. Het lijkt er steeds vaker op dat we deze stad leefbaar moeten houden ONDANKS de gemeente en dat is toch wel een trieste constatering.
Want onze Kees heeft niet alleen koeken in de aanbieding. Nee, hij voorspelt nog twee jaar ernstige verkeersoverlast, maar dan is het over en kunnen we weer vrij en blij door onze stad toeren? In de opmaat naar de volgende gemeenteraadsverkiezingen had hij al die ellende niet beter kunnen timen.
En slechts twee jaar? Vergeet het maar, medeburgers! We hebben toch al vele jaren last van verkeershinder, of is iedereen de Oranje Nassausingel alweer vergeten, of de (nog doorgaande) problemen bij de Hefbrug? Maar dat verhaal stopt echt niet bij de Kennedylaan, de Baronie, het Bospark en de aansluitingen van de N11. Natuurlijk niet, want, áls er tóch wordt gebouwd aan de Lage Zijde, zal het hele gebied rond het Thorbeckeplein jarenlang één grote bouwput zijn. Misschien zijn er rond 2020 weer genoeg parkeerplaatsen, maar dat zal lange jaren NIET het geval zijn. En zelfs áls er alleen een simpele, maar adequate, Maximabrug over de Rijn komt, zal er in Alphen-West toch heel wat werk moeten worden verricht om die brug bruikbaar te maken. Nee, de verkeerschaos blijft vele jaren langer aanhouden dan wethouder Van Velzen nu aangeeft.

Eerlijk gezegd, medeburgers, denk ik dat de verkeersdrukte in en rond de stad alleen maar blijft toenemen. Waarom? Gewoon omdat de gemeente haar inwoners dwingt, en steeds vaker dwingt, voor van alles en nog wat naar het centrum te komen, zodat de verkeersdruk sneller toeneemt dan de wegen verbeterd kunnen worden.

1. Hoewel zelfs supermarktondernemingen inzien dat een binnenstad GEEN plaats is om uitgebreid je boodschappen te doen, tolereert, zelfs stimuleert, de gemeente de vestiging van drie grote supermarken in ons Stadshart die niets bijdragen aan het recreatieve shopping karakter van dat Stadshart.
2. Door alle bibliotheekvoorzieningen (straks ook voor Boskoop en Rijnwoude, neem dat maar rustig van me aan!) in Alphen aan den Rijn te concentreren wordt de bouw van collegehobby ‘Cultuurhuis’ gerechtvaardigd, maar het leidt wel tot veel onnodig verkeer naar, en dus ook van, het Stadshart.
3. De bouw van op de regio gerichte winkels in bouwplan De Baronie, in plaats van een buurtcentrum, zorgt voor veel onnodig, extra verkeer in een wijk die nú al te lijden heeft van verkeersdrukte. Dat wordt door extra woningbouw (op plaats SOW-school én in De Baronie, sowieso al erger, en die geplande winkels gaan daar vervolgens zorgen voor een compleet verkeersinfarct.
4. Hoewel dat wél in het collegeprogramma staat, lijkt de gemeente totaal geen haast te hebben de Kerk- en Zaners aan een tunnel naar en van het centrum te helpen. Om de Grote Bypass te realiseren worden, elke dag weer, honderden Alphenaren met ellenlange files geconfronteerd.

Kortom, medeburgers, de beste manier om verkeersproblemen op te lossen is ervoor te zorgen dat er geen verkeer is. En dát kan alleen als de gemeente werkelijk wijkgericht gaat werken en stopt met allerlei zaken die mensen onnodig naar het centrum dwingen. Dát levert toch niet extra klanten op, zoals onze winkeliers zo langzamerhand wel duidelijk moet zijn. Maar het werpt wel enorme problemen op voor een gemeente waarin over tien jaar senioren de meerderheid zullen vormen.

Intussen, medeburgers, constateer ik dat er alleen tussen 07:00 uur en 16:00 uur aan De Hoorn wordt gewerkt. Waarom valt dat niemand op? Als men daar, op die cruciale verkeersader, 24 uur per dag, en 7 dagen in de week, zou doorwerken, is die klus binnen een maand gepiept. Nu duurt het maanden!
En ik vrees dat dezelfde vertragingstactieken op het kruispunt Kennedylaan/Bruins Slotsingel zijn ‘ingepland’. Wethouder Kees kan er beter voor zorgen dat al dit soort werkzaamheden ZO SNEL MOGELIJK worden uitgevoerd, dan opnieuw koeken uitdelen.

Oh ja, dat kost geld, natuurlijk, dat was ik echt niet vergeten.

Advertentie

2030

10 sep

Inwoners van de regio Groot Leiden, medeburgers!
Bijna twintig jaar na de fusie tussen Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude komt mijn achterkleinzoon zijn oude overgrootouders bezoeken in Alphen aan den Rijn. Hij maakt zijn entree in onze stad bij de halte die we intussen al ruim twintig jaar koppig ‘station’ noemen. Na geconstateerd te hebben dat de lift deze dag wel werkt, wurmen we ons in het tunneltje door een hele club hangjongeren waaruit een duidelijke wietstank opstijgt.
Eenmaal buiten vraagt kleinzoon waar dat vreemde, roestige, ronde geval nu eigenlijk voor dient. Tja, hoe moet je, twintig jaar na de opening door een echte minister, nou een modern jongetje uitleggen dat dit ooit de trotse, groene, fietsappel van het CDA was. Tenslotte zegt dat, tien jaar nadat die partij vanwege gebrek aan leden is opgeheven, een tienjarige niets. Die vindt het daar maar helemaal niets: “zo saai”! Terwijl het ‘stationsgebied’ ooit de trotse poort van Alphen moest worden. Leegte, onkruid en viezigheid waar ooit een prachtig overdekt busstation moest komen, en een fantasieloos confectiehotel op de plaats waar ooit het bekende hotel Toor stond. In de stad gekomen vergaapt hij zich aan een monumentaal glazen gebouw. Ik moet hem vertellen dat dit ooit als stadhuis van de gemeente Alphen aan den Rijn diende in een tijd dat de geldbomen tot de hemel leken te groeien. Nu is het gebouw gesplitst in appartementen voor senioren, want na de opheffing van gemeenten en provincies hoort Alphen gewoon bij de regio Groot Leiden. Tja, tenslotte woon ik er nu écht, maar hoe maak ik hem nou duidelijk dat ik hier, als lokaal politicus, ooit overdrachtelijk ‘woonde’. Na een knuffel en een kop koffie van ‘ouwe oma’ gaan we samen de stad in! Dan moet ik hem al direct uitleggen dat het wel handig is dat we nu zo dicht bij de Adventskerk wonen, maar dat dit monumentale gebouw wel, al vele jaren, door een maniakaal stadsbestuur achter een winkel is weggestopt. Hoewel theater Castellum betere jaren heeft gekend, domineert het nog altijd ons Rijnplein. Kleinzoon, gewend aan het grote stadsleven in Utrecht, vindt dat H&M winkeltje maar niets, dus besluit ik maar de brug over te lopen, misschien vindt hij ons ‘historisch stadshart’ wél ‘cool’ of hoe hij dat ook noemt. Nou, het donkere, afgeleefde, gedrocht dat ‘De Aarhof’ heet, vindt hij maar niets, maar de Van Mandersloostraat lijkt hem wel te bekoren, net zoals de Raadhuisstraat. Moet ik die jongen nou vertellen dat politiek én zakenleven die straat een kwarteeuw geleden het liefst hadden afgebroken. In een tijd dat alles groot, groter en grootst moest zijn. Tja, nieuwe tijden….., hij zal het niet snappen.
Achterkleinzoon stond wel te kijken van het grote open grasveld aan de Rijn. Want, op een wat onbestemd oud gebouw aan de Aar na, lijkt het Alphense Stadshart na het bruggetje opeens op te houden. Tja, het Thorbeckeplein als stadspark, mét een écht ‘waterfront’ dat zelfs de oude Ruud Gebel, ooit de schrik van de raad, zich niet had kunnen voorstellen. Maar na de bouw van de parkeergarage en het zoveelste Lage Zijde plan wist niemand meer wat ze met die ruimte moesten doen. “Maar oude opa”, zegt kleinzoon, “waarom staat daar zomaar zo’n vreemd gebouw aan de overkant”? Gelukkig helpen wat, inmiddels afgebladderde, gouden letters, een oude man aan een gemakkelijke overgang: “Dát, beste jongen, is alles wat er over is gebleven van onze ‘NUON’ pot. Ooit kregen onze politici een grote zak met 130 miljoen Euro en, zoals politici dat doen, hebben ze zich een slag in de rondte gewerkt om dat geld zo snel mogelijk op te maken”. En ik vertel hem nog even dat, omdat veel politici dit nu eenmaal aan de Partij van de Arbeid (ook allang opgeheven) hadden beloofd, ze daarvan 50 miljoen verstookt hebben om hier een cultuurpaleis te bouwen. Daar staat een gebouw dat, vijftien jaar geleden, drommen Alphenaren naar Bibliotheek, Kunstcentrum, Archief en Muziekschool had moeten trekken. Tja, de muziekschool kent hij wel, dat kunstenaars op vreemde plekken vreemde dingen doen, daar is hij ook al achter, en over het belang van het archief, overigens allang vertrokken, zal ik tegenover een tienjarige maar niet uitweiden. Van het begrip ‘bibliotheek’, al vóór zijn geboorte een verouderde term, heeft hij zelfs nog nooit gehoord. Maar een heel kunstenaarscollectief heeft, zo aan de rand van deze ongeplande leegte, de beschikking over het meeste luxe gebouw van het hele land. Nergens in Nederland zijn locale kunstenaars zó tevreden(!)
We lopen nog even naar de overkant, omdat kleinzoon even rond wil rennen. Intussen bekijk ik die vergane glorie nog eens dichterbij. Na jaren sta ik weer eens voor de dure, bronzen, plaquette. Ze grijnzen me aan, de groten uit een ver verleden, de ex-wethouders die deze ‘funny’ mogelijk maakten: Hans Groen in’t Wout, Stan Lyczak, Hub van Wersch en Hélène Opatja. Ik ben glad vergeten wat er van hen is geworden.
Kleinzoon is intussen serieus gaan rekenen en vraagt mij waar dan die andere miljoenen NUON Euro’s zijn gebleven. “Tja, jong”, zeg ik, “dat is iets wat ik je beter kan laten zien. Eerst maar eens even lunchen bij oude oma”! Intussen zie ik voor me wat hij ’s middags gaat zien. Een mooie tweebaans weg met een tunnel onder het spoor, vanaf de N11 met een steile oprit naar een hoge, beeldbepalende, brug over de Rijn. En verder niets! Een brug die Nutteloos verbindt met Nergenshuizen. En dat, beste medeburgers, brengt mij en U weer terug in het heden. 130 miljoen Euro’s eerder!

Meedenken, meepraten

7 sep

Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers

Ik wil het niet nog een keer over de Hooftstraat hebben, maar tijdens debatcafé Op het dorp bleek maar weer eens dat communicatie niet veel zin heeft als mensen niet willen luisteren. Níets van wat daar werd besproken was nieuw, integendeel, alles is al in de krant, op blogs (ook hier), in voorlichtingsbijeenkomsten én in raadsvergaderingen al jarenlang uitgebreid besproken. Maar voor veel deelnemers was het wél allemaal nieuw, en de gedachte bespringt je: Hoe is het mogelijk!

Nu wil de gemeenteraad graag meer contact met betrokken burgers. Daarom is besloten anders te gaan vergaderen. Dat gebeurt letterlijk met de fusie, omdat de raadszaal op een heel andere manier wordt ingedeeld zodat voor de extra raadszetels ruimte komt. Maandag 5 september legde Dieuwke de Boer uit dat de raad verwacht dat in de nieuwe vergadermethodiek de burger gemakkelijker met het raadswerk in contact komt, en daarin gaat participeren. Want participatie is niet alleen een belangrijk collegestandpunt, het is niet alleen een belangrijke portefeuille van wethouder Hoekstra, maar het is ook, zeker met het oog op de fusie, een belangrijk onderwerp voor alle raadsleden. En daarmee zou meer participatie in het politieke werk wel eens belangrijk kunnen zijn voor U, medeburgers.
Wat er dan allemaal verandert?

De raad gaat elke maand twee keer, in de eerste én de laatste week, over belangrijke beleidspunten met elkaar én met burgers praten. Gewoon, met een kop koffie aan tafeltjes praten met de leden van de raadscommissies, met ambtenaren en met elkaar. Daarna is er tijd om nog even informeel met elkaar te pauzeren, waarna deelnemers huiswaarts kunnen keren, of de formele vergadering gaan volgen. De bedoeling is dat burgers én raadsleden een goed beeld krijgen van waarover het eigenlijk gaat.

In de eerste week wordt die informele bespreking gevolgd door een formele vergadering van één of twee raadscommissies.
In de tweede week van de maand vergaderen eerst opnieuw twee raadscommissies, waarna er opnieuw ruimte is voor informeel overleg tussen toehoorders en raadscommissieleden. Daarna volgt nog een korte vergadering van de gemeenteraad (dit is nieuw) waarin uitsluitend hamerstukken worden behandeld over onderwerpen waarmee de gemeenteraad formeel akkoord moet gaan, maar waarover geen fractie overleg nodig vindt. In de derde week (ja, de raadsleden moeten nu echt voor hun geld gaan werken, medeburgers!) vinden allerlei activiteiten voor raadsleden plaats, o.a. werkbezoeken, trainingen en cursussen. De vierde week start opnieuw met een beeldvormende bespreking, opnieuw een pauze om het e.e.a. nog eens door te spreken, gevolgd door de formele raadsvergadering. Die lijkt, maar met een aanzienlijk kortere agenda (veel punten zijn al een paar weken eerder besloten) het meest op wat die raadsvergadering al jaren is. Hier volgt voor sommige onderwerpen een debat, maar over de meeste onderwerpen, die al uitgebreid in commissievergaderingen aan de orde zijn geweest, kan alleen een zogenaamde stemverklaring worden afgelegd. Wel is het mogelijk (en dat ook wel gebeuren) dat fracties over geagendeerde en niet geagendeerde zaken moties indienen. Die moeten dan worden toegelicht, en besproken. Eigenlijk de enige reden dat een raadsvergadering, zelfs onder de strenge leiding van Bas Eenhoorn, nog wel eens kan gaan uitlopen!
Na afloop, maar dat is ook al jaren het geval, is er voor raadsleden, verslaggevers én toehoorders een borrel. En de volgende maand gebeurt het precies gelijk.

U bent er al aan gewend, hoop ik, dat AlphenStadFM/TV de raadsvergaderingen live uitzendt, met commentaar van oud-politici Douwe de Jong en, jawel, uw eigen blogger. De bedoeling is, medeburgers, dat we deze uitzending (die dan ook pas later begint) zo uitbreiden dat U vooraf een beter beeld hebt van wat in die raadsvergadering wordt beslist. De plannen liggen er, zo gauw we weten wat we precies gaan doen, zult U daarover, ook via dit blog, meer over horen.
Want informatie, medeburgers, blijft de kern van het politieke proces. De ene kant op, én de andere!

Zeemantunnel?

2 sep

Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers

De gemeenteraad haalt ‘De Lage Zijde’ van de agenda, en Jan Zeeman zet die er, in een interview met annelies@alphen.cc, weer op. Een typisch voorbeeld van hoe de verhoudingen in Alphen aan den Rijn liggen.
Merkwaardig genoeg blijken, op het dieptepunt van kansen voor winkelcentra, projectontwikkelaars zich opeens te verdringen om aan de Lage Zijde te gaan bouwen. Maar als ze dat doen op de manier zoals Jan Zeeman voor ogen staat, gaan we daar nog veel plezier aan beleven. Ik wens wethouder Lyczak dan ook veel sterkte met deze inbreng.

Begrijp me goed, medeburgers, ik acht Jan Zeeman als ondernemer hoog, en sta zijn onderneming regelmatig te promoten bij collega’s en studenten. Tenslotte heeft de man vanuit het niets een groot internationaal retailbedrijf gebouwd, natuurlijk met wat hulp, maar tóch. Als Jaap Blokker een icoon was (maar hij erfde het bedrijf van zijn vader) dan is Jan Zeeman dat zeker. Dit even om misverstanden te voorkomen.

Maar als Jan de problemen in ons Stadshart gaat oplossen bij de Julianabrug, is hij met heel wat anders bezig. En dat blijkt ook wel. Hij wil een tunnel in de plaats van de Julianabrug, leuk, maar niets nieuws! Donna Vrij had dat al jaren geleden in haar verkiezingsprogramma staan. En als je klanten wilt trekken voor het Thorbeckeplein, is het op zijn minst gesproken vreemd als je hen helemaal bovenop die Julianatunnel laat parkeren. Dat, medeburgers, gaat net zo min werken als het ‘rondje’ via de Swaenswijkbrug. Al jaren geleden had ik bedenkingen bij de uitwerking van het plan “Rondom de (Alphense) brug” helemaal aan de Oranje Nassausingel, laat staan bij de Willem de Zwijgerlaan.

Hét centrale probleem van het Alphense Stadshart, medeburgers, is immers de over het hele centrum verspreide bewinkeling. Die stamt nog uit de tijd dat onze stad bestond uit drie onbetekende dorpskernen (zie ook de column “Een nieuw Centrum” op http://www.alphen.com). De Oude Rijn maakt dat probleem alleen maar groter. Om een aantrekkelijk centrum te creëren moet die bewinkeling, net als in een echte stad, rond de Alphense brug geconcentreerd worden. Niet voor niets heette het eerste Stadshart plan ‘Rond de brug’. Merkwaardig genoeg denkt Zeeman helemaal niet aan een compact centrum, maar wil hij de Hooftstraat weer in oude glorie doen herleven. Daarmee spuugt hij tegen de wind in, en bewijst daarmee Alphen, en de omliggende kernen, een slechte dienst.

Zeeman weet, natuurlijk, hoe je een winkelformule bouwt en laat groeien. Hij weet intussen ook wel, met zijn bedrijf GREEN, hoe hij winkelruimte realiseert, verhuurt en verkoopt. Maar het realiseren van een aantrekkelijk stadshart als ‘place to be’ voor CONSUMENTEN, dát is andere koek. Het is zelfs een ander vak. Dat blijkt ook wel, want Jan verbindt die Lage Zijde direct met zijn mogelijkheden voor het oude stadhuis, die met dat ´aantrekkelijke centrum´ helemaal niets te maken heeft. Maar wel met de mogelijkheden voor Green, uiteraard.

Gerard van As gaf al aan er natuurlijk genoeg projectontwikkelaars in de realisatie van de winkels daar geïnteresseerd zijn. Tenslotte hebben die in deze crisisjaren niet zo veel te doen. Het probleem is de financiering van hun projecten, zoals we dat overal in Alphen (Station, Toor, Bonifacius) meemaken. Ook het vinden van huurders voor die panden is niet het probleem. Wel het vinden van de huurders die de torenhoge huurprijzen willen én kunnen betalen.

Maar wat veel belangrijker is dan de verhuur van nieuwe panden (Ook Jan van Lenten van bureau Stadshart zit op dat verkeerde spoor) is de samenstelling van dat nieuwe winkelcentrum. Ons stadshart moet niet langer, zoals in de ‘dorpse’ periode, voorzien in alle dorpsbehoeften. Daarvoor dienen wijk-, buurt- en dorpscentra. Een centrum moet iets ‘extra’s’ leveren, iets wat consumenten NIET in hun directe omgeving vinden qua keus, kwaliteit of prijsstelling. Niet alleen de consumenten uit Alphen aan den Rijn, die dat ‘extra’ nu buiten de gemeente zoeken én vinden, maar ook voor de consumenten uit het, straks na de fusie fors uitgebreide, aantal kernen rondom de stad. ‘Winkelen’ is iets heel wat anders dan ‘boodschappen doen’.

Medeburgers, het merkwaardigst aan dat interview van Jan Zeeman is natuurlijk dat hij hier pas over praat op het moment dat wethouder Lyczak bijna met de afronding van de keuze voor een projectontwikkelaar klaar is. Mosterd na de maaltijd, lijkt het, want ik schat in dat Stan Lyczak zich op dit moment niet meer laat tegenhouden, zelfs niet door onze plaatselijke icoon Jan Zeeman.