Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers,
Toen ik, een jaar of acht geleden, mijn eindscriptie schreef over hóe het hoger en wetenschappelijk onderwijs hun onderwijsomgeving kon inzetten bij de werving van nieuwe studenten had ik nooit kunnen denken de conclusies daarvan gemakkelijk over te moeten zetten binnen het basis- en voorgezet onderwijs. Maar nu er in Alphen sprake is van een ware schoolstrijd tussen openbaar en christelijk onderwijs lijken vooral sommige politici toch wat erg gemakkelijk over die conclusies heen te stappen. Zo zet Ank de Groot, die vanuit haar achtergrond toch beter zou moeten weten, dat in Zwammerdam de openbare én de christelijke basisschool gemakkelijk in één gebouw ondergebracht kunnen worden. Alleen maar om haar partij, Alphen Eén, naar voren te schuiven als de beschermer van het openbaar onderwijs. Tja, Ank, maar als dat in Zwammerdam kan, waarom dan niet in alle basisscholen in onze gemeente? Wat dat betreft zit ze helemaal op de lijn van CU wethouder Du Chatinier die met zijn achtergrond ook wel ál te welwillend het openbaar onderwijs (Scala) het groene licht gaf in haar uitbreidingsdrift ten koste van het christelijk onderwijs (Groene Hart). Met als voorspelbaar gevolg dat het Scala, afspraak of niet, rustig doorgaat met haar ‘landjepik’ strategie.
Toen mijn betovergrootvader in 1858 met andere dorpsbewoners van christelijke huize op eigen kosten een nieuwe school oprichtte, zat daar tenminste, zoals overal in het land, een duidelijke visie achter. Een christelijk geïnspireerde maatschappijvisie die tot de gelijkschakeling, meer dan vijftig jaar later, ook wel het één en ander mocht kosten. Dat leidde er uiteindelijk toe dat het openbaar onderwijs in mijn tijd al een marginale functie had, en werd opgeheven toen, na bepaald onvriendelijke uitspraken van het schoolhoofd over de paus, alle katholieke kinderen acuut van die school werden gehaald. Zo is er al vele jaren geen sprake van openbaar onderwijs in mijn geboortedorp Koudum, hoewel dat dorp veel groter is Zwammerdam. Nu blijkt dat de openbare school “De Zwanenburcht’ voor het zoveelste jaar qua kindertal onder de financieringsnorm (50 Kinderen!) blijft, rest koepel Sopora niets anders dan de school op te heffen. Dat is natuurlijk jammer voor de betrokken kinderen, en lastig voor hun ouders, maar het is een situatie die absoluut niet uniek is in ons land. Vreemd genoeg is het juist Alphen Eén die zich, o.a. gesteund door de SP, het lot van deze mensen aantrekt en een motie wil indienen om deze school samen met de christelijke Oranje Nassauschool in één nieuw gebouw onder te brengen. Ik vrees dat juist deze combinatie weinig kans maakt in onze raad, maar we zullen het zien. Die opheffingsnorm is er niet voor niets, natuurlijk, en het is maar zeer de vraag of deze samenvoeging wel werkelijk leidt tot een hogere efficiëntie waarmee Sopora haar verlies aan inkomsten kan compenseren. Het lijkt op goed geld naar kwaad geld smijten. Het is verder vreemd dat deze twee partijen met dit voorstel komen, waar ze verder niets moeten weten van welke vorm van fusie en schaalvergroting dan ook.
Zoals gezegd speelt deze zaak ook in het voortgezet onderwijs, waarbij, vooralsnog tenminste, het Ashram college nog buiten schot blijft. Scala én Groene Hart beijveren zich om het hardst in het opzetten van allerlei modische opleidingen waarmee ze aan de weg timmeren. Dát kan financieel natuurlijk alleen maar als die opleidingen daarmee per saldo meer leerlingen trekken voor die school. Dat vooral het Scala college helemaal geen ruimte heeft voor die nieuwe leerlingen, schijnt daarbij, zowel voor de directie, als voor de wethouder geen rol te spelen. En zo moet het Groene Hart (Scope) steeds vaker een school met een heel andere signatuur ruimte bieden, ten koste van de eigen uitbreidingsplannen.
Het kernwoord is hier natuurlijk “identiteit”. Waar ik dat in mijn onderzoek vrijwel buiten beschouwing liet (in Nederland vraagt iedereen je wát je gestudeerd hebt, en niet wáár!) speelt dat in het basis- en voortgezet onderwijs natuurlijk wel een heel belangrijke rol. De betrokken kinderen verblijven daar immers niet alleen veel langer, maar hun binding met de school is ook veel intensiever. Daarbij zijn ze jonger, en als hun ouders kiezen voor een christelijke, katholieke of openbare leeromgeving dan is dat in veel gevallen een bewuste keuze.
Daarbij hebben deze drie scholen voor voortgezet onderwijs zichzelf nogal anders geprofileerd, het Groene Hart mikt op meer wetenschap én praktijkschool, het Scala wil naam maken als thuisbasis voor sportief ingestelde leerlingen, terwijl het Ashram het vooral op de culturele toer gooit.
Zulke verschillen leiden niet alleen tot een duidelijk andere schoolcultuur, zoals ik dat ook dagelijks binnen mijn eigen HBO instelling opmerk, maar ook tot een duidelijke identiteit, voor de school én voor de leerling.
Alleen mensen zonder onderwijservaring, zoals Ank én de wethouder, zullen denken dat het niet zo moeilijk is die identiteit te handhaven in een gebouw waar ook kinderen én leerkrachten verblijven die een heel andere identiteit koesteren. Dát is natuurlijk onzin. In een studieomgeving die je qua ruimte moet delen met een andere school, zijn compromissen onvermijdelijk. En compromissen leiden per definitie tot verlies van identiteit! En daarmee tot verlies aan waarden en normen voor de betrokken kinderen. Daar moet je niet gewoon overheen lopen, als het je, financieel of politiek, goed uitkomt.
Tja, en in Zwammerdam zullen veel huidige leerlingen van De Zwanenburcht gewoon overstappen naar de Oranje Nassauschool, ook al is die in onderwijskundige zin vast wat ‘ouderwetser’ dan hun huidige school. En de anderen zullen óf in Alphen, óf, logischer, in Bodegraven aan een nieuwe school moeten wennen.
Geef een reactie