Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers
Hoe stom kan een gemeente zijn als ze de vereniging van eigenaren (naar verluidt nu gedomineerd door Hoogvliet beheer) gaat helpen het winkelcentrum Ridderhof om zeep te helpen. Want dát gaat gebeuren als het huidige winkelcentrum fors wordt ‘gerenoveerd’ teneinde het te laten opboksen tegenover dat andere winkelcentrum in de wijk Ridderveld, “De Herenhof”.
Stom? Waarom?
Beste medeburgers, dat winkelcentrum De Ridderhof, in 1973 gebouwd als het eerste wijkwinkelcentrum van Alphen aan den Rijn, ligt nog geen vijf autominuten verwijderd van het, begin tachtiger jaren gerealiseerde, wijkwinkelcentrum De Herenhof. Het, nog in voetstappen denkende, gemeentebestuur van toen realiseerde in die nieuwe wijk Ridderveld II gelijk nog maar het buurtwinkelcentrum Koopzwam dat slechts op 5 fietsminuten (!) van “De Ridderhof” lag. Het kostte de gemeente dertig jaar om te erkennen dat die ‘Koopzwam’ een jammerlijke mislukking was, maar men heeft daar niet of nauwelijks iets van geleerd. Hoewel het planologisch duidelijk is dat er in die grote wijk Ridderveld vooral behoefte is aan een belangrijke uitbreiding van het veel grotere wijkwinkelcentrum De Herenhof, wordt nu, in een combinatie van populisme en misplaatst medegevoel met de geplaagde ondernemers, een poging gedaan om De Ridderhof te verheffen tot een wijkwinkelcentrum dat zich kan, én moet, meten met De Herenhof. Een poging die bij voorbaat tot mislukking gedoemd is, en ik zal U, medeburgers, uitleggen waarom.
De strijd tussen die twee winkelcentra gaat volledig voorbij aan de belangen van zowel ondernemers en bewoners van de wijk. In twee winkelcentra met ongeveer dezelfde signatuur wordt die bewoners gewoon meer van hetzelfde geboden, en daarop zit gewoon niemand te wachten. De ondernemers hebben de zekerheid meer huur te gaan betalen, én de zekerheid dat daar geen nieuwe klanten tegenover staan. Die zijn er immers niet! In de wijk Ridderveld slaat de vergrijzing en ontgroening onverbiddelijk toe. Dat is in Ridderveld I allang het geval, en, ruim dertig jaar na de bouw, staat hetzelfde te gebeuren in het lager gelegen Ridderveld II. In feite zal de hele wijk over een tien tot twintig jaar meer dan genoeg hebben aan één goed voorzien wijkwinkelcentrum (en daarvoor is op De Herenhof ruimte beschikbaar), ondersteund door één, puur op dagelijkse behoeften gericht, buurtwinkelcentrum. Dat Ridderhof II zal niet groter, maar aanmerkelijk kleiner zijn dan het huidige winkelcentrum. Maar intussen moet De Herenhof wél op de schop, omdat daar ontwikkelingsmogelijkheden zijn om de functie als alles biedend wijkwinkelcentrum waar te blijven maken. Het blijft me dan ook verbazen dat daar, ondanks al redelijk vergevorderde plannen, buiten de plantenkassen van Edwin ten Brink, niets van de grond komt. Of het zou de exorbitante, ook door de gemeente gesteunde, ontwikkeling van onnodig grote winkels op De Baronie moeten zijn.
Tót de uiteindelijke herbouw van De Ridderhof (en van de hele omgeving van dat winkelcentrum) heeft dit winkelcentrum weinig mogelijkheden. Anders dan De Herenhof, staan hier immers de woningen niet op, maar pal naast het winkelcentrum gepland, dus valt er niets uit te breiden zonder het woongenot in de flats eromheen ernstig aan te tasten. De huidige winkelruimtes zijn stomweg te ondiep voor de meeste winkelketens zodat uitbreiding van winkelruimte alleen maar in de breedte mogelijk is. Dat levert sterke belemmeringen op (zie C-1000 als voorbeeld), daarbij gaat zoiets natuurlijk weer direct ten koste van het aantal winkels in dat winkelcentrum. Kortom, tenzij men van plan is óf het kerkelijk en gemeenschapscentrum ‘De Bron’, óf de benzinepomp, op te heffen, is het, na de bouw van het nieuwe front aan de Bruins Slotsingel, met de uitbreidingsmogelijkheden gedaan. Kortom, wát je ook versiert, De Ridderhof blijft het ouderwetse 70-er jaren winkelcentrum dat het altijd was. Een winkelcentrum dat nooit kán voldoen aan de eisen die consumenten én winkelketens over tien jaar stellen aan een modern wijkwinkelcentrum! Diepte investeringen zijn dus zinloos.
Medeburgers, dat hoeft ook helemaal niet. Niemand wilde eraan toen ik bleef wijzen op de mogelijkheid om De Ridderhof te ‘downgraden’ naar een ‘Laaggeprijsd, gezellig én overdekt, buurtwinkelcentrum’. Náást een heel anders getint, groter, wijkwinkelcentrum De Herenhof. Niet gewild, en toch gekregen, want met de entree van nieuwe winkels, straks zelfs met een ALDI, voldoet De Ridderhof in de praktijk allang aan mijn definitie. En juist omdat De Ridderhof een heel ander, multicultureel, karakter heeft dan De Herenhof, kunnen beide centra nog jaren naast elkaar bestaan. En kunnen winkeliers én horecaexploitanten, in beide centra er nog jaren een goed inkomen uithalen.
Kortom, het is prima als de gemeente de nodige ondersteuning biedt bij het opknappen van De Ridderhof, want reparaties en een likje verf kan nergens kwaad. Het was ook een prima initiatief om indertijd de gribus, die parkeergarage werd genoemd, over te nemen. Maar de vereniging van eigenaren (en dat zijn, uitzonderingen daargelaten, NIET de huidige winkeliers!) helpen om hun investering te gelde te maken, is slecht voor de huidige winkels, is slecht voor de concurrentieverhoudingen met De Herenhof en het is slecht voor de inwoners van Ridderveld.
Het is, medeburgers, ook slecht voor de gemeente als geheel. Die moet, veel meer dan jarenlang het geval is geweest, meer letten op de invloed die de verschillende winkelcentra binnen de gemeente op elkaar hebben, en op de functie die deze winkelcentra hebben binnen de verschillende wijken, en op de wisselwerking van die winkelcentra op het Stadshart, en vice versa.
Winkelcentra als de kern van een wijkgericht gemeentelijk beleid!
Geef een reactie