Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers
In het Alphense wil men nog wel eens kijken naar andere uit hun krachten gegroeide dorpen, waar de altijd sluimerende megalomane gedachten weer nieuwe voeding kunnen krijgen. Met dit idee in mijn gedachten ging ik een paar weken terug naar Veenendaal, en gisteren naar Amstelveen. Tenslotte kreeg mijn vrouw daar ooit haar eerste aanstelling in het onderwijs, en ook ikzelf heb daar wat stapjes liggen. Want nét terug van een stage bij Karstadt, werd ik assistent bedrijfsleider bij Vroom&Dreesmann in Amstelveen, voor ik, hals over kop, slechts een paar maanden later werd bevorderd tot bedrijfsleider in Amsterdam Noord.
Wel, Veenendaal viel me mee, en Amstelveen viel nogal tegen. Je kunt wat kritiek hebben op de bruikbaarheid van ons Rijnplein, maar het Stadsplein in Amstelveen straalde een doodsheid uit die in Alphen hoogstens (en niet op zaterdag) wordt overtroffen rond ons Thorbeckeplein. Trouwens, dat grote winkelcentrum stelt ook niet zoveel voor. Met betrekking tot een voorbeeldfunctie voor het Stadshart van Alphen aan den Rijn kun je daarbij dezelfde vraagstelling zetten als ik deed na mijn Karstadt periode in Fulda. De titel van dit blog is niet voor niets ontleend aan mijn stageverslag over die tijd.
Nee medeburgers, dat winkelcentrum is vooral groot, en biedt een bijna volledige verzameling aan vaderlandse winkelketens die dat centrum dan ook volledig domineren. Maar het uiteindelijke effect (ik weet het, zo tegen het einde van de opruiming ziet geen enkele winkel en geen enkel winkelcentrum er goed uit) is toch wel dat van een droevige middelmatigheid. Waar ik, en ik niet alleen, het grote V&D filiaal indertijd beschouwde als één van de mooiste winkels van Nederland, biedt het nu vooral middelmatigheid, in alle opzichten. Ik had, veertig jaar na dato, zin om daar weer eens flink aan de slag te gaan! Maar in feite ziet De Bijenkorf er daar min of meer zo uit als ‘mijn’ V&D op de foto’s die ik er toen van maakte, eruit zag en dat devalueert ook die Bijenkorf, een winkel waar je vroeger als klant toch in de watten werd gelegd. Niets meer van over. Nee, de zin van een Intertoys én een Bart Smit, vlak naast elkaar gelegen, ontgaat me, maar ja, moederconcern Blokker moet het zelfs doen met een kelderplaatsje, net als Albert Heijn, overigens. In de centrale hal vinden we nog wat zitplaatsen met gratis internet, een paar kiosken (die beter op dat ‘Stadsplein’ zouden functioneren) en natuurlijk, de trots van Toob Alers, het grote DE terras! Niets eigenlijk om je over te verbazen, bijna niets waarover je je verwondert. Een toppunt van middelmatigheid waar je overal de spreekwoordelijke ‘Henk en Ingrid’ ziet lopen, en waar een standbeeld voor Geert Wilders niet zou misstaan!
Maar ja, dan dat Stadsplein. Nét als in Alphen aan den Rijn, medeburgers, vind je aan één kant terrasjes die hier nérgens uitzicht op bieden, of het zou al, net als in Alphen, de gevel van de Schouwburg moeten zijn. Nét als in Alphen hadden ze in Amstelveen grootse ideeën over de levendigheid die een Cultureel Centrum (Vroeger heette de oude schouwburg ook zo) met bibliotheek en Kunstuitleen zou aanbrengen, maar dat is, zeker op zaterdag een illusie, natuurlijk. Een veel te groot plein dat zo dood is als een pier, met cultuurpaleizen die, zeker als ze gesloten zijn, alleen maar daaraan bijdragen. Nee, op slechts een paar mooie winkels na, is er in het Amstelveense Stadshart niet meer te beleven dan wat je in het eerste het beste dorpshart tegen kunt komen. Eigenlijk is de aangrenzende Rembrandtlaan veel leuker om te shoppen. Dáár zijn de winkels die je in het winkelcentrum mist. Waar bij Vroom&Dreesmann de dame, die de klanten zou moeten begroeten, vooral belangstelling had voor haar eigen nagels, werd je daar netjes gegroet, en heel vriendelijk geholpen. Dát was zeker het geval bij babywinkel Noppies, waar we een leuk, maar zwaar afgeprijsd, babypakje kochten, maar behandeld werden of we voor honderden Euro’s hadden besteed.
Ik vrees, beste medeburgers, dat het weer lang gaat duren voor we weer in Amstelveen gaan winkelen. Dan maar naar Veenendaal, Lisse, Katwijk of zelfs Leiderdorp! Dáár valt voor het Alphense Stadshart niets te leren!
En wat dom op één van die terrasjes zitten kijken naar niets? We zijn maar (lekker) gaan eten bij De Oude School in de wereldstad Ter Aar!
Beste Reindert,
Als inwoner van Alphen aan den Rijn sinds 1976, heb ik de groei aardig kunnen volgen. Van iets van ca. 34k inwoners naar nu iets van 76K(?). Wat mij het meest verbaasd aan ons Alphen is het feit dat er een aantal kansen waren om dit Alphen op een hoger (lees gezelliger en aantrekkelijker) niveau te zetten. Toen ik plannen hoorde van een verbeterd Thorbeckeplein veerde m’n hart op. Ik gedachte zag ik een binnenhaventje met daarom heen een aaneenschakeling van horeca gelegenheden. Zomers,’t haventje bezocht door dagelijkse watersport passanten aangevuld door velen die deze gezelligheid waarderen en reden voor de horeca om daar op in te springen. Naarmate de tijd en berichtgevingen daarover vorderden, werd mijn illusie steeds groter. Een soort zeepbel. Uiteindelijk bleef er niet veel over van dat idee. Jammer! Niet te begrijpen. Net zoals de vele grote bedrijven, die een voor een Alphen verlaten. Misschien dat iemand mij ooit kan uitleggen waarom dit zo gebeurt en waarom de lokale bestuurders dit zo laten gebeuren. Ooit………..
Groet,
Jacques
Beste Jacques,
Ik ben met je eens dat het oorspronkelijke plan nog wel wat had, en, ook om erger te voorkomen, ben ik daar als gemeenteraadslid ook mee akkoord gegaan. Je hebt helemaal gelijk dat het er steeds meer op begon te lijken dat het Cultuurhuis er geen onderdeel meer van was, maar het doel. Wat wethouder Lyczak de laatste maanden met Corio besprak, had dan ook niets meer te maken met de oorspronkelijke plannen waarover zo intensief, door zovelen, is gesproken.
Tja, in mijn eigen landelijke netwerken ben ik niet alleen nooit één Alphenaar tegen gekomen, maar ook nooit iemand gesproken die ooit met een Alphense hoogwaardigheidsbekleder had gesproken.
In Alphen aan den Rijn, en dat moet jij, na al die jaren, ook wel hebben begrepen, is navelstaren tot kunst verheven. Als men al ergens gaat kijken, dan is dat om (zoals de bibliotheek in Almere) het eigen gelijk te staven. Maar van stelselmatig contacten opbouwen binnen bijvoorbeeld retailend Nederland, is geen sprake. Alles blijft net zolang in de eigen kringetjes rondzingen tot iedereen het nog gelooft ook.
Ik heb dit blog opgezet om ‘De Alphenaar’een andere kijk te bieden. Met deze uitgave lijkt dat uitzonderlijk goed gelukt te zijn!
Dank je wel voor je reactie.