Archief | augustus, 2012

Lapwerk aan het Thorbeckeplein

29 aug

Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers,

Dat in Alphen aan den Rijn niet alles loopt zoals men gewild had, is wijd en zijd bekend. De werkelijkheid is dat eigenlijk niets loopt zoals het zou moeten, zelfs dat de meeste plannen stilstaan. En wáár nog wat gebeurt, gaat het verkeerd, zoals de werkelijk waanzinnige taferelen op de Prins Bernhardlaan laten zien. Daar komt, om één of andere onnaspeurlijke reden, een rotonde, maar toen de zaak eenmaal opgebroken was, bleken er allemaal leidingen te liggen die nergens in de boeken stonden vermeld. Nu zou je denken dat je dat even nagaat door éérst aan beide zijden van de weg te kijken of de situatie klopt met de boeken, maar nee, gelijk graven, én dus direct stoppen. Intussen is de zaak al een paar maanden opgebroken, en zonder extra pech, blijft dat nog zo tot oktober. Intussen is wel het ‘nieuwe’ busstation geopend, maar daarmee zijn de problemen alleen maar groter geworden. Want nu moeten ook alle bussen over het provisorische slingerpad naast die Prins Bernhardlaan. De puinhoop is echt volkomen, daar moet over zijn nagedacht, in onze stadskas!

Tja, nu er weinig positiefs te melden is, wordt van werkelijk elke gebeurtenis een successtory gemaakt. Hoewel het iedereen wel duidelijk is dat het Lage Zijde project volkomen in het slop zit, en er zelfs een actie is opgestart om wethouder Stan Lyczak te handhaven (en daarmee te voorkomen dat dit ooit nog van de grond komt), bericht AD/Alphen “Nieuwe winkels aan (Thorbecke) plein”. Nou, dat is waar, natuurlijk, alleen wat schiet de Alphenaar, wat schiet Alphen aan den Rijn, daar nou mee op. Die winkeliers betalen huren die niet in de buurt komen van ‘marktconforme prijzen’, ze zitten in panden waar HELEMAAL niets aan gebeurt, aan een plein dat er steeds leger en armoediger uit gaat zien. Natuurlijk is het mooi dat we daar niet tegen lege winkelramen zitten aan te kijken, maar we moeten nou niet doen of we dit de aantrekkelijkheid van ons Stadshart bevordert. Want welke leuke kop dan ook kan niet verhullen dat dit niets meer dan LAPWERK is. Positivisme zonder fundament maakt ons binnenstadsbeleid, wát dat ook mag zijn, er niet geloofwaardiger op.

Intussen, medeburgers, gebeurt er aan de overkant van de Aar al jaren helemaal niets, en wellicht is dat ook wel beter. Het verbaast me al jaren dat politiek én zakenwereld in Alphen zo vasthouden aan plannen die ontworpen zijn voor een heel andere wereld dan waarin we intussen terecht zijn gekomen. Aan concepten waarvan elke kenner wel weet dat ze helemaal niet meer werken. Aan bouwsels waaraan niemand ooit geld gaat verdienen.

Want het is maar de vraag of het afketsen van de bewinkeling aan het Thorbeckeplein wel zo’n ramp is. Wellicht is het beter eerst te werken aan de kwaliteit (samenstelling) van dat Alphense stadshart, zonder maar aan te nemen dat extra winkelruimte leidt tot meer bezoek. Tenslotte weten we dat er sinds die nieuwe winkels aan de Hoge Zijde steeds MINDER bezoekers zijn gesignaleerd, dus waarom dat geloof dat het aan de Lage Zijde anders zou gaan? Medeburgers, ik noem U een paar redenen om ons Stadshart juist zo compact mogelijk te maken:
• Het internet gaat, in tegenstelling tot wat sommige auteurs beweren, niet ten koste van de fysieke winkels. Tenminste, als winkeliers die technologie gebruiken om hun hele winkelformule te upgraden, zoals ik dat op http://www.bricksenclicks.me beschrijf. En dat vervolgens ook toepassen op het hele winkelcentrum.
• Die winkels kunnen, geïntegreerd met de webwinkel, uit met veel minder vierkante meters dan ze nu hebben. Deels door het assortiment beter over winkel en webshop te verdelen, deels omdat die winkels zich, veel meer dan nu, kunnen specialiseren. In ieder geval maken ze fors minder kosten.
• De ‘overblijvende ruimte’ kan gebruikt worden door andere ondernemers om er een pop-winkel, of een shop-in-the-shop in te vestigen en het straatbeeld kan verder worden gedynamiseerd door plaatsing van kiosken. Hoe dan ook, zowel de bestaande formules als die micro stores zullen de klant een steeds wisselend beeld geven. En dát is aantrekkelijk voor het ‘shoppende publiek’.
• Het is maar zeer de vraag of we in de situatie van Retail 3.0 de ruimte aan de overkant van de Aar wel nodig hebben. Als we daar bouwen, bouwen we dan niet voor leegstand?
• Alphen moet haar ‘branche commissie’ opdoeken, die zorgt toch alleen maar voor de belangen van de zittende winkeliers. Daarvoor in de plaats moet, door niet-direct betrokkenen, een binnenstadsbeleid worden ontwikkeld dat ons, uit de krachten gegroeide, dorpshart om moet vormen tot het bruisende stadshart dat we allemaal willen. Nu hebben we van het één teveel, en van het andere te weinig! Pas dan biedt ons Stadshart pas méér dan de dorpscentra om ons heen!
Churchill zei ooit, na de succesvolle evacuatie bij Duinkerken, dat oorlogen niet worden gewonnen door terug te trekken. Voor Alphen aan den Rijn geldt dat succesvol lapwerk aan het Thorbeckeplein nooit kan zorgen voor een aantrekkelijke binnenstad als ‘paradijs’ voor het winkelende publiek!

Advertentie

Monsterlijk

20 aug

Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers!

Vandaag zijn alle scholen weer begonnen, zelfs De Zwanenburcht! Ik wens natuurlijk alle kinderen een fijn schooljaar toe, in het bijzonder die 7 kinderen en hun ene leerkracht in Zwammerdam. Natuurlijk is er de afgelopen week ook in de omliggende dorpen veel plezier gemaakt, maar, het is nu eenmaal zo, nérgens in Nederland (denk ik) werden zoveel kinderen vermaakt als bij het bijna vijftigjarige Alphense Vakantiespel. Want 1700 kinderen en 500 begeleiders en stafleden, dát is wel een heel grote kluit.
Elk jaar opnieuw wordt bij dat vakantiespel een nieuw thema gekozen, en worden alle activiteiten binnen dat thema opgebouwd. Dit jaar was het thema ‘Monsters’, en richtte zich alles en iedereen op het uit de ‘monstertuin’ ontsnapte monster Rex. Weer eens wat anders dan de uil Fred, die tegenwoordig als Lev in Avifauna zit, maar die een halfjaar lang vrij rondvloog en de buurt terroriseerde, volgens de pers, tenminste.
Maar terug naar Rex. De Alphense politie, de eigen, in witte pakken gehulde, CSI (Crime Scene Investigation) én alle kinderen waren op zoek naar Rex! Maar aan de andere kant was een actiegroep de hele dag bezig met hun ‘Free Willy’ show, oftewel, “Monsters Vrij in de Wei”. Dat maakte het thema allerminst tot een horrorshow, maar meer tot een allegorie, namelijk dat iedereen en alles het recht op vrijheid heeft.
Gelukkig kregen alle kinderen zaterdag een kaart van Rex, waarin hij/zij aangeeft de vrijheid gevonden te hebben, in MONSTER! Eind goed, al goed.

Natuurlijk werd het thema nogal luchtig behandeld, zeker bij de oranje en gele groepen van de jongste kinderen. Maar ook onze Moycha (9) bleek zich weinig van dit monsterlijke gebeuren aan te trekken.

Ikzelf mocht een paar dagen als staflid, compleet met rood Monster T-shirt, een bijdrage leveren. Want dat vakantiespel lijkt op een vliegdekschip, met witte T-shirts voor de deelnemers, gele voor de leiding en rode voor de stafleden. De ‘top’ herken je aan de Walky Talky’s!). Tijdens al die spelletjes (wel eens 15 x hints gedaan, 25 x een eierrace begeleid of tonnen water over de zeephelling laten stromen?) zie je heel veel soorten kinderen. Van heel stille, tot heel drukke, van heel dunne, tot heel dikke kinderen, die allemaal, elk op de eigen manier, heel veel plezier hebben. Er zijn ook altijd kinderen bij die met iedereen contact maken, je elke keer weer gedag zeggen, en vaak frank en vrij hun mening naar voren brengen. Niet helemaal vreemd, mijn favoriete type kind. Eén daarvan was een meisje dat ik maar “B” zal noemen. B vond het allemaal prachtig, wilde graag driemaal van de zeephelling af, maar kwam het natuurlijk wel netjes vragen. Zo’n type die aan alles wil meedoen, alles durft, het allemaal even prachtig vindt, maar zich altijd netjes blijft gedragen. Wel, toen ik, weer ‘in burger’, vrijdag Moycha na de verkleedoptocht weer ophaalde, werd ik opnieuw door B gespot. Babbelend en wel, natuurlijk. Ik vroeg haar of ze ook ’s avonds naar de lampionnenoptocht kwam, maar toen ging ze toch wat bedenkelijk kijken. “Ja, weet U, ik weet niet of dat van mijn vader en moeder mag. Eigenlijk mocht ik eerst helemaal niet meedoen, want met die monsters, dat vinden ze helemaal niet goed. We zijn Christelijk, namelijk!”
Tja, dát had ik natuurlijk al begrepen, maar ik had er niet aan gedacht dat dit ‘horror’ thema in bepaalde Christelijke gezinnen verkeerd zou vallen. B was heel opgelucht toen ik zei dat ik zelf ook ‘Christelijk’ was, en dat ik dat wel kon begrijpen. Maar ook dat echt niemand, Christelijk of niet Christelijk, bij dit evenement echt in Monsters, Spoken of Griezels geloofde, ze deden alleen maar alsof. Hierdoor gesterkt, zei ze het nog een keer te vragen. Dag B!
Helaas heb ik B niet gezien, die avond. Misschien was ze er wel, overigens, maar uit die duizenden mensen, zelfs op het normaal superlege Thorbeckeplein, en helemaal in onze smalle winkelstraten, er één meisje uit te halen, dat lukt niet. Ik hoop dat ze het toch heeft meegemaakt, anderzijds heb ik respect voor de mening van haar ouders, ook als ik het er zelf niet mee eens ben.
B, ook veel plezier op school en tot volgend jaar!

En nou hoop ik maar dat PvdA kopman Wim Roest dit niet gelijk ook van de benaming ‘belachelijk’ gaat voorzien, zoals hij deed bij het autoverbod in een diep Christelijke gemeente. Want wie geen respect heeft voor de ander, kan tenslotte ook zelf geen respect verwachten.

Vlaggetjesdag

13 aug

Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers

Nog maar twee keer mogen jullie, beste medeburgers, nog in je eigen gemeente naar de stembus. Op 12 september, om, al na twee jaar, nieuwe Tweede Kamer leden te kiezen. Nog steeds lekker mét potlood, omdat de stemmachines uit het jaar nul nog net zo onbetrouwbaar zijn als ze altijd al waren, en niemand geld steekt in vernieuwing. We zouden natuurlijk allang via het internet een goed systeem moeten hebben, bricks&clicks, maar dáárover wil zelfs niemand nadenken. Dus kiezen we politici die zich in de complexe wereld van de nieuwe media staande moeten houden, op een manier die meer past bij ons aller Archeon!
Enfin, het zal wel laat worden, maar ook handmatig zullen de verkiezingsuitslagen de ochtendedities van onze kranten wel halen. Nadat die nacht het goede ‘nieuws’ al miljoenen keren via Twitter en Facebook tot ons is gekomen. En, wie het ook wordt, Rutte (opnieuw) of Roemer, “Ze dronken een glas, ze deden een plas, en het bleef zoals het was. Want Rutte kan natuurlijk, na jarenlang mooie verhalen vertellen, geen kant meer uit, en Roemer komt er nog wel achter dat het aansturen van grote groepen vastgeroeste ambtenaren op de ministeries geen eenvoudige zaak is.
Maar we gaan het allemaal wel zien, na de korte campagnes (het geld is op) voor deze verkiezingen.

Waar ik het vandaag over wil hebben, beste medeburgers, zijn de historische verkiezingsborden die al een week lang het beeld in onze steden en dorpen afschermen. Grote borden, waarop zo direct 21 (!) partijen zichzelf gaan presenteren. Zóveel, dat daarop alleen kleine posters passen, en de diverse partijen zich nóg schabloonmatiger dan gewoonlijk moeten uitdrukken. Met al die partijen gaat het eruit zien als een vissersvloot op vlaggetjesdag. Om ze allemaal goed te bekijken, moet je wel heeeeel lang stilstaan bij het stoplicht! Omdat dit laatste niet gebeurt (hoop ik), zouden die politieke partijen zich de uitgaven voor deze posters, én de kosten en/of moeite om ze erop te plakken, kunnen besparen. Dat spaart niet alleen de partijkas, maar ook het milieu! Want zoveel verschillende partijen op één bord, dat communiceert natuurlijk helemaal niets meer dan dat veel Nederlanders de bestaande politiek zát zijn. Maar uiteindelijk zullen de ‘klevende kiezers’, de kiezers die al jaren, zonder ook maar één letter van het verkiezingsprogramma te lezen, ook deze keer weer op ‘hun’ partij stemmen, wát die ook voor verschrikkelijks voor hen in petto heeft.

Tja, medeburgers, democratie is een moeizame zaak, en NIET alleen in Griekenland, waar we zo graag naar wijzen. Ook in Nederland zien we alles en iedereen óf stemmen op de VVD, die alles wat we hebben aan de rijken wil geven en precies weet hoe ze dat kunnen doen, óf op de SP, die alles aan de armen wil geven, maar geen idee heeft hoe ze dat voor elkaar krijgen. De rest van de partijen, de grotere, de kleinere, én de nieuwe, spelen op 12 september slechts in de kantlijn mee en kunnen hun knopen pas gaan tellen als die twee partijen hun stellingen hebben betrokken.
Zoals ik al zei, vlaggetjesdag. Iedereen vlagt, om te verbloemen dat de vis slechts door twee partijen wordt binnengebracht.
Een koddig gezicht, direct op die, nu nog vooral lege, ‘verkiezingsborden’, een hoop werk voor de paar mensen die er enthousiasme voor kunnen opbrengen, maar niet meer dan zinloos vlagvertoon.

Marktwerking!

8 aug

Dat het in Alphen aan den Rijn flink fout zit met de planning van onze supermarkten, was een kind al duidelijk. Na het geschuif met ALDI (Onze hele Molukse gemeenschap mag wel aan de Eikenlaan wonen, maar even winkelen bij ALDI, twintig meter verderop, was te gevaarlijk!) verscheen plotseling supermarkt Hoogvliet op die toch al overbewinkelde Ridderhof. Nérgens vind je vijf supermarkten in één centrum, en zeker niet in wat toch vooral een buurtcentrum is geworden. Gebruikmakend van gemeentelijk beleid (Geen beleid is ook beleid) om een winkel een winkel te noemen, kon Hoogvliet er zo maar bij intrekken! En op basis van datzelfde ‘beleid’ mag nu LIDL zómaar een supermarkt openen aan de Ouvertureweg, náást winkelcentrum De Herenhof. Dat een supermarkt een heel verschillende logistiek heeft, met trailers in plaats van bestelauto’s, en véél meer parkeerplaatsen nodig heeft dan een videotheek, wordt maar even over het hoofd gezien. Natuurlijk komt de mededeling in de zomer, als de meeste potentiële bezwaarmakers op vakantie zijn.
Nee, MARKTWERKING, hét stokpaardje van de VVD, landelijk én plaatselijk aan de macht, moet het allemaal maar regelen. En daarvoor gaat de gemeente natuurlijk niet te biecht bij de hier bekende supermarktkenner Gerard Rutte, of desnoods bij mij, maar huurt, bezuinigend en wel, het bureau WPM retail in ’s Hertogenbosch in, dat zich vooral bezighoudt met het management van winkelcentra. En dat bureau stelt, op basis van een simpel rekensommetje doodleuk dat het met dit ‘beleid’ vanzelf goed komt. Het gaat een paar winkels de kop kosten, maar ach, dat is slechts een rafeltje aan de liberale droom! Dat elke vergelijking met ‘het gemiddelde van Nederland’ weinig zinvol is (Nederland kent gewoon veel te veel supermarkten), dát gaan bureau én gemeente U natuurlijk niet vertellen.

Natuurlijk willen al die supermarkten graag naar Alphen komen, meneer Gosselt (Alphen.CC van woensdag 8 augustus), want ze zitten er immers niet. Al die jaren zijn ze keurig buiten onze stad gehouden, om voor de hand liggende redenen. Zo moesten we (na het vertrek van de Végé uit de Ridderhof!) jarenlang onze levensmiddelen verplicht kopen bij Albert Heijn (3 vestigingen), C-1000 (2 vestigingen) en Hoogvliet (1, 2, toen 3 vestigingen, nu 4 en straks 5 vestigingen!), naast twee buurtsupers. Voor andersoortige supermarktformules moesten, en gingen, de Alphenaren de stad uit, naar Boskoop (ALDI) en Ter Aar of Leiderdorp (Digros). Gelukkig gooide ALDI de knuppel in dit vredige en profitabele hoenderhok, al heeft dat het bedrijf een permanent probleem met ‘het stadhuis’ opgeleverd. Maar de minder bedeelde Alphenaar had sneller door dan de politiek (inclusief SP!) dat zo’n ALDI voor hen minstens zo belangrijk was dan de voedselbank. Inmiddels zit ALDI, na jarenlang gezeul en getrek, eindelijk legaal in De Ridderhof, maar krijgt een hele Hoogvliet vestiging (de vierde) er bovenop! Tóeval, ach….

Het heeft tien jaar geduurd voor ook maar íemand emplooi zag voor onze stadsruïne De Baronie. Green is van plan daar een grootschalig winkelcentrum van te maken. Dat kán natuurlijk niet zomaar, maar ook de gemeente kijkt een gegeven paard niet in de bek, natuurlijk. Want met een grote Hoogvliet vestiging, een iets kleinere LIDL én een Sport megastore komt daar heel wat meer dan het buurtcentrum dat de omwonenden is verkocht. Een buurtcentrum kent immers een heel andere samenstelling aan winkels, en heeft niet die verkeer aantrekkende werking die dit plan deze buurt, met de smalste straten van heel Alphen, volledig gaat verstoppen.

Het ontbreken van enige vorm van retailbeleid levert gewoon een overdosis supermarkten aan de Noordkant van Alphen aan den Rijn op (de Lage Zijde heeft er straks, alles meegeteld, 11). Aan de Zuidkant, de Hoge Zijde, zijn er nú nog maar 3, en straks nóg maar 6, áls alles doorgaat, tenminste. Dat is zeventien supermarkten op de ruim 70.000 inwoners die de stad al vele jaren heeft. In een ander artikel, in Alphen.CC van zaterdag, stelt een echte supermarktdeskundige, Gerard Rutte, dat 10 al teveel is. Kortom, WPM heeft haar conclusies weer eens meer op de gemeentelijke wensen, dan op de kille werkelijkheid gebaseerd.
Tja, en het idee dat Alphenaren álle boodschappen in de stad doen, is opnieuw nergens op gebaseerd. De meest aansprekende supermarkt, JUMBO, heeft immers nog steeds geen vestiging in Alphen, maar wel in Nieuwkoop, én in Hazerswoude-Rijndijk. Tja, en als je toch de auto pakt, ben je in slechts tien minuten daar. Met de Digros vestigingen in Ter Aar én Leiderdorp (beide met gratis parkeergarage) was dat al het geval. Komt JUMBO naar Alphen? Ze zullen dat graag willen, maar ik betwijfel of ombouw van het C-1000 filiaal in De Ridderhof, zónder uitbreidingsmogelijkheid, voor het bedrijf uit Veghel een interessante optie is. En of Edwin ten Brink, slechts nominaal lid van de C-1000 familie (zie mijn artikel over ‘saaie supers, 2’ op http://www.alphen.com), voor het strakke JUMBO beleid kiest, dát moet ik ook nog zien. Nou, dan is de markt voor de Alphense supermarkten, nét als dat voor alle retailers in deze stad geldt, in de praktijk kleiner, en niet groter, dan het aantal inwoners van deze stad. En deugt het WPM rapport niet!

Te groot, of te klein….voor Alphen aan den Rijn

1 aug

Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers

In mijn niet aflatende ijver om de mensen, die zich al jaren vruchteloos bezighouden met het Alphense Stadshart, te gerieven, reis ik stad en land af om hen wat rolmodellen te leveren. Stadsbestuur, gemeenteraad én ondernemers in deze gemeente zijn nu eenmaal onverbeterlijke navelstaarders. Na de deceptie die de stad Amstelveen leverde (groter, maar net zo weinig attractief) deze week eens twee heel verschillende winkelcentra bezocht. Apeldoorn, de bloem van de Veluwe, is ongeveer tweemaal zo groot als Alphen, en mijn geboortedorp Koudum, midden in het Friese watersportgebied, is met ruim 2500 inwoners fors kleiner. Wat beide plaatsen gemeen hebben is dat ze, zeker in de zomer, vooral toeristentrekkers zijn. Apeldoorn heeft een buitengewoon gezellig centrum, met een Grote Markt vol kramen, overal gezellige terrasjes en het centrum biedt een breed, vooral afwisselend, scala aan winkelformules. Het kleine Koudum, in 2006 wél gekozen tot vitaalste dorp van heel Europa (!), biedt dorpsbewoners én watersporters een (vrijwel) compleet winkelcentrum, waar de meeste dorpen van deze grootte al blij zijn met een supermarkt. Hier niet alleen souvenirwinkeltjes, maar een volwassen aanbod in mode, schoenen, huishoudelijke artikelen, boeken en kantoorartikelen, electro en elektronica, speelgoed, een bakker en een slager. Verbazingwekkend is dat het dorp een heuse kunstgalerie kent én een grote, Rivièra Maison achtige, winkel in de voormalige Gereformeerde Kerk, compleet met overdekte theetuin. Natuurlijk heeft de grote supermarkt (Poiesz) een eigen parkeerterrein. Dit alles, uiteraard, afgewisseld met horecagelegenheden van allerlei aard. Als iemand mij vroeger had gezegd dat er ooit een chinees restaurant in ons dorp zou komen, had ik hem echt voor gek verklaard, maar ja, ook die staat er, in het pand waarin ooit de eerste SPAR supermarkt gevestigd was. De supermarkt die in het dorp de ‘moderne tijd’ inluidde, en die ik daarom beschrijf in de inleiding van mijn boek ‘Marketing voor Retailers’. Tja, het zal U niet verbazen dat we midden in de zomermarkt terecht kwamen, die het qua omvang, kwaliteit én klanten moeiteloos tegen de Alphense soortgenoot kan opnemen. Een vitaal dorp, dat daarom nog maar een paar weken geleden onze koningin mocht ontvangen. Nog een paar (tijdelijke) winkeltjes met kwaliteitskleding erbij, en je wilt, als watersport liefhebber, nergens anders meer wonen. Wat Alphen aan den Rijn hiervan kan leren? Simpel, dat als je een (dorps) visie hebt, inclusief detailhandel, in en genoeg enthousiastelingen om dat fraaie boekwerk ook werkelijk te laten leven, kun je van een saai dorpje een vitale woon- en recreatieplaats maken waar ook voor jonge mensen een toekomst is. Met Calimero gevoelens, vaak zo overheersend in Alphen aan den Rijn, kom je werkelijk nérgens.

Naast die Calimero (Alphen moet vooral haar dorpse trekken houden) gevoelens van vele Alphenaren kennen we natuurlijk de megalomane dromen van de andere helft. Dus dan maar even vergelijken met een stad als Apeldoorn, ‘maar’ tweemaal zo groot. Tja, en dan is, zelfs als we de toeristen even vergeten, het verschil immens. Nog niet eens in kwantiteit, maar vooral in kwaliteit. Heel veel mode, heel veel diversiteit, van marktkraam tot winkels als Purdey en Claudia Sträter. We zagen daar de wellicht mooiste winkel van Promiss, de grootste Kruidvat die ik ooit zag en veel plaatselijke formules naast praktisch alle bekende landelijke formules. Nérgens in die grote winkelstraat een supermarkt te bekennen, alle winkels gericht op ‘de shopper’, een absolute voorwaarde voor een attractief winkelhart. Tja, en dan hebben ze ook nog een moderne winkelarcade gebouwd, zodat er ook bij barre weersomstandigheden nog wat geboemeld kan worden. In die ‘Oranjerie’, waarin kunstig met niveauverschillen is gewerkt, zie je waarom het overdekte winkelhart van Amstelveen nooit dezelfde sfeer kan uitademen als deze shopping arcade. Want Amstelveen is nu eenmaal in de zestiger jaren gebouwd als ‘verzameling winkels’, waarbij je de gezelligheid er maar bij moet denken, terwijl alles in de Oranjerie gericht is op recreatief ‘winkelen’ door ‘de shopper’. De sfeer in de Alphense Aarhof ligt er een beetje tussenin.

Eén ding is duidelijk, het centrum van Apeldoorn is helemaal gericht op ‘de shopper’, zonder de compromissen die van het Alphense Stadshart, mét haar drie supermarkten, toch vooral een dorps boodschappencentrum maken. Natuurlijk heeft ook Alphen leuke winkels, maar een paar leuke winkels maken geen aantrekkelijk stadscentrum. Daaraan verandert het sprookje van de ‘trekker’ ook niet veel. Helaas lijken de meeste betrokkenen niet veel verder te kijken dán dat Stadshart, en zo komen we niet verder dan wat marginale verbeteringen zonder echte verandering.