Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers
In mijn niet aflatende ijver om de mensen, die zich al jaren vruchteloos bezighouden met het Alphense Stadshart, te gerieven, reis ik stad en land af om hen wat rolmodellen te leveren. Stadsbestuur, gemeenteraad én ondernemers in deze gemeente zijn nu eenmaal onverbeterlijke navelstaarders. Na de deceptie die de stad Amstelveen leverde (groter, maar net zo weinig attractief) deze week eens twee heel verschillende winkelcentra bezocht. Apeldoorn, de bloem van de Veluwe, is ongeveer tweemaal zo groot als Alphen, en mijn geboortedorp Koudum, midden in het Friese watersportgebied, is met ruim 2500 inwoners fors kleiner. Wat beide plaatsen gemeen hebben is dat ze, zeker in de zomer, vooral toeristentrekkers zijn. Apeldoorn heeft een buitengewoon gezellig centrum, met een Grote Markt vol kramen, overal gezellige terrasjes en het centrum biedt een breed, vooral afwisselend, scala aan winkelformules. Het kleine Koudum, in 2006 wél gekozen tot vitaalste dorp van heel Europa (!), biedt dorpsbewoners én watersporters een (vrijwel) compleet winkelcentrum, waar de meeste dorpen van deze grootte al blij zijn met een supermarkt. Hier niet alleen souvenirwinkeltjes, maar een volwassen aanbod in mode, schoenen, huishoudelijke artikelen, boeken en kantoorartikelen, electro en elektronica, speelgoed, een bakker en een slager. Verbazingwekkend is dat het dorp een heuse kunstgalerie kent én een grote, Rivièra Maison achtige, winkel in de voormalige Gereformeerde Kerk, compleet met overdekte theetuin. Natuurlijk heeft de grote supermarkt (Poiesz) een eigen parkeerterrein. Dit alles, uiteraard, afgewisseld met horecagelegenheden van allerlei aard. Als iemand mij vroeger had gezegd dat er ooit een chinees restaurant in ons dorp zou komen, had ik hem echt voor gek verklaard, maar ja, ook die staat er, in het pand waarin ooit de eerste SPAR supermarkt gevestigd was. De supermarkt die in het dorp de ‘moderne tijd’ inluidde, en die ik daarom beschrijf in de inleiding van mijn boek ‘Marketing voor Retailers’. Tja, het zal U niet verbazen dat we midden in de zomermarkt terecht kwamen, die het qua omvang, kwaliteit én klanten moeiteloos tegen de Alphense soortgenoot kan opnemen. Een vitaal dorp, dat daarom nog maar een paar weken geleden onze koningin mocht ontvangen. Nog een paar (tijdelijke) winkeltjes met kwaliteitskleding erbij, en je wilt, als watersport liefhebber, nergens anders meer wonen. Wat Alphen aan den Rijn hiervan kan leren? Simpel, dat als je een (dorps) visie hebt, inclusief detailhandel, in en genoeg enthousiastelingen om dat fraaie boekwerk ook werkelijk te laten leven, kun je van een saai dorpje een vitale woon- en recreatieplaats maken waar ook voor jonge mensen een toekomst is. Met Calimero gevoelens, vaak zo overheersend in Alphen aan den Rijn, kom je werkelijk nérgens.
Naast die Calimero (Alphen moet vooral haar dorpse trekken houden) gevoelens van vele Alphenaren kennen we natuurlijk de megalomane dromen van de andere helft. Dus dan maar even vergelijken met een stad als Apeldoorn, ‘maar’ tweemaal zo groot. Tja, en dan is, zelfs als we de toeristen even vergeten, het verschil immens. Nog niet eens in kwantiteit, maar vooral in kwaliteit. Heel veel mode, heel veel diversiteit, van marktkraam tot winkels als Purdey en Claudia Sträter. We zagen daar de wellicht mooiste winkel van Promiss, de grootste Kruidvat die ik ooit zag en veel plaatselijke formules naast praktisch alle bekende landelijke formules. Nérgens in die grote winkelstraat een supermarkt te bekennen, alle winkels gericht op ‘de shopper’, een absolute voorwaarde voor een attractief winkelhart. Tja, en dan hebben ze ook nog een moderne winkelarcade gebouwd, zodat er ook bij barre weersomstandigheden nog wat geboemeld kan worden. In die ‘Oranjerie’, waarin kunstig met niveauverschillen is gewerkt, zie je waarom het overdekte winkelhart van Amstelveen nooit dezelfde sfeer kan uitademen als deze shopping arcade. Want Amstelveen is nu eenmaal in de zestiger jaren gebouwd als ‘verzameling winkels’, waarbij je de gezelligheid er maar bij moet denken, terwijl alles in de Oranjerie gericht is op recreatief ‘winkelen’ door ‘de shopper’. De sfeer in de Alphense Aarhof ligt er een beetje tussenin.
Eén ding is duidelijk, het centrum van Apeldoorn is helemaal gericht op ‘de shopper’, zonder de compromissen die van het Alphense Stadshart, mét haar drie supermarkten, toch vooral een dorps boodschappencentrum maken. Natuurlijk heeft ook Alphen leuke winkels, maar een paar leuke winkels maken geen aantrekkelijk stadscentrum. Daaraan verandert het sprookje van de ‘trekker’ ook niet veel. Helaas lijken de meeste betrokkenen niet veel verder te kijken dán dat Stadshart, en zo komen we niet verder dan wat marginale verbeteringen zonder echte verandering.
Geef een reactie