Archief | juli, 2013

Alphense Hogeschool

10 jul

Hogeschool?
Heeft Alphen een hogeschool nodig om ‘de jeugd’ aan onze dorpsstad te binden? Is dát de manier om, door die jongeren in Alphen op te leiden, ervoor te zorgen dat ze daar ook blijven hangen, een baan zoeken of, liefst, zélf een bedrijf opzetten. De VOA is daar vast van overtuigd! Ik ben dat, met 10 jaar ervaring vanuit het bedrijfsleven met dat HBO, en 21 jaar vanuit het HBO met dat bedrijfsleven, allerminst. Er is ook helemaal geen bewijs voor dat het zo werkt.
Vergeet die Hogeschool maar!
Ik pleit ervoor dat de VOA zich niet langer op de stenen, maar op de inhoud van dat HBO werpt. En zorgt voor mogelijkheden (arbeidsplaats én begeleiding op HBO/WO niveau) voor adequate stages en afstudeeronderzoek. Vooral in crisistijd hopen studenten immers bij de bedrijven waar ze stage lopen of waar ze hun afstudeeropdracht uitvoeren, uiteindelijk werk te vinden.
Juist op die manier worden studenten, ook uit onze gemeente, geconfronteerd met banen ín (Groot-)Alphen, op het moment dat ze daar het meest gevoelig voor zijn.
Maar dat werkt natuurlijk alleen als ze voldoende werk kunnen krijgen op het niveau dat ze ambiëren, én wanneer de betrokken bedrijven carrièremogelijkheden bieden!

Studenten
Een HBO student wordt opgeleid om, na zijn/haar afstuderen, uiteindelijk als manager binnen of als eigenaar van een bedrijf medewerkers aan te sturen, te leiden en te motiveren. Het ligt niet voor de hand dat ‘moeders pappot’ hen daar adequaat op voorbereidt. De plannen van de VOA lijken misschien goed voor Alphen, maar zijn dat allerminst voor de student. Wat doe je, zeker internationaal, met een CV dat aantoont dat je alleen ervaring hebt in je geboorteplaats? Het is, vooral voor hoog opgeleide jongeren, ongetwijfeld veel beter om hun kansen ‘in den vreemde’ te zoeken, en een opleiding te kiezen die goed aansluit bij hun kennis en persoonlijkheid, waarvoor ook daadwerkelijk banen beschikbaar zijn. Banen die hen, zowel op HBO of WO niveau, uitdagend werk bieden, én carrièreperspectief. Hoewel er natuurlijk best een aantal organisaties in Alphen aan den Rijn gevestigd zijn die relatief veel HBO en WO afgestudeerde medewerkers nodig hebben, biedt dát geen soelaas voor de honderden Alphense jongeren die jaarlijks na hun HAVO, VWO óf MBO opleiding in tientallen richtingen hoger onderwijs gaan volgen.

Wat is dat, een hogeschool
De hogescholen in Nederland afficheren zich internationaal als “Universiteiten voor toegepaste wetenschappen”. Dát suggereert een vergelijkbaarheid met onze echte Universiteiten, die er in feite niet is. Hogescholen zijn er niet om wetenschappelijke kennis en vaardigheden op te doen, als basis voor een wetenschappelijke carrière. HBO opleidingen dienen onze jongens en meisjes optimaal voor te bereiden om de steeds grotere uitdagingen, waarmee bedrijfs- en overheidsorganisaties in de praktijk te maken hebben, het hoofd te bieden. Hogeschoolstudenten worden dan ook niet opgeleid in het doen van wetenschappelijk onderzoek, maar in het doen van wetenschappelijk verantwoord onderzoek in praktijksituaties, en dat is heel wat anders. Een afgestudeerde aan één van de vele hogeschool opleidingen zou, in welk organisatie dan ook, binnen zijn vakgebied op korte termijn effectief ingezet moeten kunnen worden. Anders voldoet de hogeschool in feite niet aan haar opdracht.
Generaliserend (ik heb té veel ex-MBO studenten succesvol hun universiteitsstudie zien afronden): waar de wereld op het MBO nog keurig zwart of wit is, leert de HBO student dat tussen zwart en wit veel grijs zit, terwijl WO studenten zich eigenlijk alleen maar met alle tinten grijs bezig houden.

Hogeschool als organisatie
De meeste hogescholen bieden tientallen opleidingen die de student een breed scala aan afstudeermogelijkheden bieden. Een groeiend palet aan afsluitende ‘minors’ maakt die keuze in de praktijk nóg veel breder. Daarbij hebben studenten van verschillende hogescholen uiteindelijk wel allemaal dezelfde diploma’s, maar hebben ze wel allemaal andere dingen geleerd.
Studenten kiezen voor (overheids –Croho- gecertificeerde) opleidingen, en meerdere, aan elkaar verwante, opleidingen vormen faculteiten of academies. Daarboven staat de Raad van Bestuur, bijgestaan door een grote stafafdeling. Daarbij hebben de meeste hogescholen meerdere locaties, de basis voor het facilitair bedrijf. Het uitgangspunt is dat er per 25 studenten één FTE (volledige arbeidsplaats) docent aanwezig is. Een opleiding heeft al snel docenten uit een tiental vakgebieden nodig, die natuurlijk niet allemaal 100% werken, en, binnen die opleiding, ook niet allemaal voor 100% werk vinden. Vandaar ook de combinatie tot academies.

Docenten en Kwaliteit
Natuurlijk geven docenten les, of begeleiden studenten, maar ze zijn grotendeels ook nog bij veel andere activiteiten betrokken, van medezeggenschapraad tot het ontwikkelen en door ontwikkelen van opleidingen. Opleidingen met minder dan 200 studenten kunnen dan ook heel moeilijk het niveau realiseren dat maatschappij, politiek én student van hen verwacht. Niet gespecialiseerde hogescholen met maar een paar opleidingen kunnen studenten ook niet de inspirerende studieomgeving bieden die ze nodig hebben. Die hogescholen, filialen of niet, zullen niet alleen weinig aantrekkingskracht hebben op studenten, maar ook op capabele docenten!
Daarom zullen hogescholen, nét als dat bij de ziekenhuizen gebeurt, zich noodzakelijkerwijs moeten specialiseren omdat zij nu al problemen hebben hun studenten de noodzakelijke, stimulerende, praktijkgerichte studieomgeving te bieden. Alleen door zich te beperken kunnen ze over de juiste faciliteiten, de juiste contacten, maar vooral over de juiste docenten beschikken. Filialisering naar Alphen aan den Rijn ligt dus niet bepaald voor de hand, voor wélke hogeschool dan ook, zelfs áls er voldoende studenten zouden zijn.
Daarbij, letterlijk overal om ons heen zijn al genoeg brede hogescholen gevestigd (Leiden, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Haarlem, Amsterdam) zodat de Alphense jongere genoeg te kiezen heeft en bepaald niet gehouden is aan die paar opleidingen in Alphen aan den Rijn.

Beter:
Door actief de samenwerking met hogescholen in de omgeving te zoeken en hen stage- en afstudeerplekken te bieden, realiseert de VOA een oplossing voor een algemeen probleem bij hogescholen. Zeker als we dan ook nog zorgen voor adequate jongeren huisvesting (studentenkamers/HAT eenheden) in onze stad. Een eigen hogeschool is veel te hoog gegrepen, maar het doel wordt op deze manier zelfs beter ondersteund.
Maar, zoals al eerder gesteld, het aantrekken van een breed scala aan nieuwe bedrijven is de motor achter de aantrekkelijkheid als arbeidsplaats voor onze jongeren.
Ruimte zát, in onze grote fusiegemeente!

Advertentie

Plan B (2)

5 jul

Wat te doen met het Thorbeckeplein?
In mijn voorgaande blog ben ik uitgebreid ingegaan op waarom Alphen aan den Rijn geen behoefte heeft aan een nieuw winkelcentrum aan dat Thorbeckeplein. Het feit dat de gemeente daar nu al jaren geld verliest is natuurlijk vervelend, maar dat mág natuurlijk niet de reden zijn om daar maar iets te bouwen dat elders in het Stadshart nóg meer geld kost.
Nu is de vraag wat we er dan wél mee moeten doen, met dat Thorbeckeplein.
Met dit “PlanB” neem ik wel afscheid van allerlei megalomane plannen die de afgelopen jaren m.b.t. die Lage Zijde over ons zijn uitgestort, maar maak ik wel gebruik van allerlei ideeën die al eerder zijn geopperd, tot aan het ‘opknipidee’ van de VOA toe.

Nieuwe Entree voor Alphen
Altijd heeft een royale toegang tot ons Stadshart aan de Lage Zijde voorop gestaan in de plannen. Dat behelst het doortrekken van de Thorbeckestraat tot aan de Oranje Nassausingel, en verbreding daarvan tot de Thorbeckelaan. De aansluiting ligt er al, inclusief verkeerslichten. Alleen moeten daarvoor de bestaande flatgebouwen wijken voor nieuwbouw, en daarvoor is de gemeente afhankelijk van Wonen Centraal. Maar als we aannemen dat tenminste die organisatie doet wat ze zegt, gaat dat in de komende jaren wel lukken. Alleen moet je in die toegang natuurlijk niet gelijk een knoop (rotonde) leggen omdat je zo nodig, lekker dorps, de Lijsterlaan en de Bloemhofstraat met het Stadshart wilt verbinden. Nergens voor nodig, die bewoners fietsen of lopen maar, en anders rijden ze zo via de Oranje Nassausingel en die Thorbeckelaan naar het Stadshart!

Thorbeckegebouw
Dit bouwsel, waarin tot voor kort de bibliotheek was gevestigd, winkels, parkeergarage en woningen is, in alle plannen, een krakkemikkig en lelijk gebouw en een enorme sta-in-de-weg voor welke ontwikkeling dan ook. Ik stel voor dit gebouw gewoon af te breken en er voorlopig niets voor in de plaats te zetten, daar hebben we immers toch het geld niet voor. Als we dat ooit wél weer hebben, is er genoeg ruimte voor een nieuw gebouw, mét parkeerruimte, uiteraard.

Thorbeckeplein
Wat overblijft, aan het eind van de nieuwe Thorbeckelaan, is een nóg veel groter Thorbeckeplein. Dat kunnen we gewoon gebruiken als parkeerplaats, en ‘ongewoon’ als evenementenplein. De weekmarkt laten we gewoon waar deze nu zit, maar we gebruiken het wel voor grotere evenementen, waarvoor het Rijnplein ongeschikt of te klein is. Zo hebben we ín de stad ruimte voor echt grote evenementen als de kermis, voor de Taptoe, de Oldtimerdag of het vakantiespel. Plaats genoeg ook voor “Beach Plaza” in de zomer of een ijsbaan in de winter.
Uiteraard zijn die parkeerplaatsen (achteraf) te betalen via de klantenkaart van het Stadshart. Hoe meer U koopt, des te langer kunt U parkeren!

Nutsgebouw
Zoals al in alle plannen staat kunnen we best zonder al die bebouwing rond dit, voor Alphense begrippen, historische gebouw. Dan is er ruimte voor uitgebreide horecafaciliteiten, en voor een permanent terras aan de Kromme Aar!

De Kromme Aar
Door simpelweg één winkel weg te breken ontstaat ruimte om ook het laatste deel van dit riviertje weer enig aanzien te geven. Het zou juist NIET de bedoeling moeten zijn die ontstane ruimte gelijk weer te vullen met allemaal sloepen omdat een paar Alphenaren er toevallig één hebben. Nee, gewoon water, om je te herinneren waarom we nu eenmaal Alphen AAN DEN RIJN heten!

De ‘Overkant’
Waarschijnlijk mijn meest oorspronkelijke idee: De Mediawinkel!
De bestaande bebouwing gewoon wegbreken, zoals de bedoeling was, en vervangen door één grote winkelruimte van zeker 2000 m2, waarin de Alphenaar Boeken, Tijdschriften, Cd’s en Dvd’s kan bekijken, lezen, kopen, verhandelen of huren. Ouderwets en sfeervol, in de winkel, of snel en eenvoudig, via het internet. Meenemen, ophalen of bezorgen, naar keuze! Volledig ‘bricks&clicks’, klaar voor de rest van deze eeuw. Een ruimte waar de meest omvangrijke functie van de openbare bibliotheek, boeken uitlenen, is opgenomen in een volledig commercieel concept. Een ruimte ook waar elke Alphenaar onder het genot van een kop koffie of een lichte lunch in het Cultuurcafé rustig kennis kan nemen van wat er zo allemaal beschikbaar is. Natuurlijk is er genoeg ruimte beschikbaar voor Sta-Art om te exposeren, en voor allerlei ándere leuke dingen die Haasbeek Centrum nú ook al doet en waarin ook de huidige bibliotheekorganisatie nog een permanente, maar kleine, ruimte huurt. U begrijpt het al, het Cultuurhuis idee is mét het Cultuurhuis zelf, volledig in dit initiatief opgenomen. En met de daarvoor gereserveerde miljoenen kun je leuk met de betreffende ondernemer gaan discussiëren!

HAT eenheden voor jongeren

Tja, en boven die winkel natuurlijk geen appartementen voor ouderen, maar juist HAT eenheden voor onze jongeren. Die wonen immers nu vooral anti-kraak, waar moeten die straks heen? Niemand die er ook maar over nadenkt, lijkt het. Maar waarom zou Alphen, met een groeiend aantal één en twee persoons ‘gezinnen’ daarvoor nóg meer drie of vier kamer appartementen gaan bouwen? Daarbij, drukte in het centrum wordt door ouderen al heel snel als overlast ervaren, terwijl de jongeren er wel bij varen. Daar moeten we niet over blijven zeuren, maar ze gewoon realiseren. Adequate woonruimte ín het centrum is voor die leeftijdscategorie écht belangrijker dan de disco, waaraan al zoveel tijd en geld is verspild!

Het ‘Waterfront’
Nou, laten we beginnen het ‘Gebelpad’ maar te vergeten. Nutteloze vierkante meters. Als Alphenaren langs de Rijn willen wandelen kan dat prima als ze de Hooftstraat uitlopen. Kunnen ze na afloop van hun wandeling gezellig een kop koffie bij ‘De Heul’ of ’s Molenaarsbrug drinken!
Afbreken en nieuwbouw, zoals zowel gemeente én VOA willen? Gewoon niet doen! Bestaande panden herontwikkelen in de ‘clicks&bricks’ stijl die ik eerder propageerde. Kleine gespecialiseerde winkeltjes die samen de nieuwe winkelruimtes gaan bezetten. Met ‘nachthoreca’ erboven! Zowel ruimte voor ondernemers die elders moeten verdwijnen (Hooftstraat, Van Nesstraat), samen met starters en andere ondernemers die nu anti-kraak huren. Gewoon als voorbeeldproject zoals het ook elders in ons Stadshart gaat worden. Hoe dat werkt? Lees http://www.bricksenclicks.me.

Conclusie:
Alles aan die Lage Zijde is mislukt omdat de participanten, de gemeente voorop, maar steeds niets beters wisten te doen dan de al opgelopen schade te beperken. Als de gemeente in 2009 5 miljoen extra had uitgegeven was dat “Lage Zijde Plan” al gerealiseerd, tenslotte! Dat bedrag zijn we nu PER JAAR kwijt! Het enige resultaat van dat getalm is dat een steeds groter deel van de al gedane investeringen als verloren beschouwd kan worden. Wat we nu móeten doen is roeien met de riemen die we WEL hebben. En afscheid nemen van allerlei mooie dromen die toch nooit werkelijkheid worden. En van geld dat we tóch nooit terugverdienen. Dat vereist een durf die ik de huidige coalitie, én veel oppositiepartijen, niet toedicht. Misschien een uitdaging voor de ‘Nieuwe Politiek’?
Duidelijk is wel dat we het belang van het hele Stadshart, én in feite van de hele distributie infrastructuur van de regio, voorrang moeten geven bóven dat Thorbeckeplein en alle emoties die daaraan verbonden zijn. En als je eenmaal eenmaal een totaal visie op die ontwikkeling hebt, dán pas kun je gaan opknippen: Aanleg Thorbeckelaan, Nieuwbouw woningen, “De overkant” mét HAT eenheden boven een innovatieve winkel, Het Nutsgebouw en Het Waterfront, met zicht op de Rijn! En natuurlijk kunnen Alphense ondernemers dat best opzetten en uitvoeren, VOA!
Maar eerst visie, dán plannen! Niet omgekeerd!

Plan B (1)

1 jul

Het VOA plan
Misschien oordeelde ik een paar weken geleden wat te ongenuanceerd over de switch die de VOA maakte rond de plannen van VORM. Blijkbaar zat er altijd al meer licht tussen hun ideeën en die van wethouder Hoekstra en zijn ‘Lage Zijde crew’ dan ik, met veel andere Alphenaren, dacht. Maar waar ik toch minstens een “Plan B” van de VOA had verwacht komt de voorzitter met het idee dat plein, pandje voor pandje, vol te bouwen op basis van de ideeën van ‘Alphense deskundigen’. Dat idee uitvoeren zou Alphen planologisch weer terugvoeren naar de middeleeuwen.

Het Alphense Stadshart
Eerlijk gezegd ontstond ons Stadshart in het Stadhuis. Het is niets meer dan het product van een werkgroep, die een paar lijnen trok op de kaart van een stad die honderd jaar geleden kunstmatig is ontstaan door samenvoeging van drie afzonderlijke dorpskernen. Drie kernen met lintbebouwing die elk al sinds mensenheugenis eigen retailvoorzieningen hadden. Allerlei soorten winkels die, zoals toen gebruikelijk, grotendeels over de bebouwing verspreid waren.
In wezen was dat de situatie die we aantroffen toen wij, ruim veertig jaar geleden, hier kwamen wonen. Hoewel het winkelcentrum ‘De Ridderhof’ toen net werd gebouwd, heeft dat, nét zoals later ‘De Herenhof’ en ‘De Atlas’, aan de situatie in ‘het oude dorp’ weinig veranderd. De Aarhof is erbij gekomen, mét veertigduizend inwoners, maar de rest bleef zoals het altijd was. Terwijl de, tijdens de eerste expansie van het dorp aangelegde winkelstrips, aan het Gouden Regenplantsoen, de Irenelaan, de Van Nesstraat en de Lijsterlaan, de door en door dorpse situatie eerder hadden verslechterd dan verbeterd.

Dorps denken
Alphen was, in die zeventiger jaren, op basis van allerlei criteria, nog een echt dorp en dat gold, en geldt nog steeds, zeker met betrekking tot de winkelvoorzieningen. Je kunt dan wel, nogal willekeurig, een paar lijnen op de kaart zetten en het tussenliggende deel ‘Stadshart’ gaan noemen, maar daarmee verandert er niets aan de functie van dat dorpscentrum. Je kunt, zoals aan de Hoge Zijde is gebeurd, dan wel de nodige stenen gaan stapelen, maar dat was opnieuw een uitbreiding, en géén upgrade tot ‘Stadshart’. Ons centrum functioneert nog altijd als dorpshart, waar consumenten, net als in Bodegraven of Boskoop, nog altijd voor al hun boodschappen terecht kunnen. Een manier van denken die haaks staat op planologische principes, maar desondanks nog altijd hoogtij viert in onze stadskas. Anders kom je toch niet met het malle idee een VIERDE supermarkt in dat ‘Stadshart’ te willen bouwen?

Supermarkten
Vreemd genoeg vindt ons gemeentebestuur wel dat dit Stadshart zich wel moet profileren als het regionale centrum voor ‘recreatief winkelen’. Maar intussen verwelkomt men al jaren de vestiging van allerlei winkels voor dagelijkse aankopen, met name als ze ‘Hoogvliet’ heten. Een ambitie zonder bodem!
Terwijl juist dat soort aankopen, om allerlei redenen (milieu, verkeersdruk, parkeervoorzieningen, vergrijzing, etc.) veel beter geconcentreerd kunnen worden in dorps-, wijk- en buurtcentra. Alphen is bepaald uniek door daar wél overbewinkeling toe te staan (Ridderhof, Baronie), maar toch dit soort ‘boodschappen’ winkels in het Stadshart te verwelkomen!

Thorbeckeplein
Nu we wat overzicht krijgen over wat het internet voor de retailers in ons land gaat betekenen, komt ook het besef dat dit internet er niet gewoon, als nieuwe concurrent, bij komt, maar dat deze technologie de retailsector fundamenteel gaat veranderen. Wat je wilt betekenen voor je klanten, voor welke klanten, hoe je dat realiseert en op welke manier je daarmee je geld gaat verdienen, kortom je hele retailconcept, gaat een heel andere invulling krijgen. Als gevolg daarvan gaan winkels zich steeds meer concentreren op specifieke behoeften en doelgroepen, en ze kunnen dat omdat ze hun omzetverlies compenseren via hun volledig geïntegreerde webshops. Winkels kunnen toe met veel minder voorraad en realiseren een hoge omloopsnelheid. Ze gebruiken veel minder dure vierkante meters verkoopoppervlak, en besparen daarom fors op kosten voor energie en personeel. Omdat de winkelruimtes zelf niet kleiner worden, leidt dit tot de situatie dat verschillende winkels samen in één pand gehuisvest zullen zijn. Dát leidt voor de klant tot méér diversiteit, mínder ketens en méér dynamiek in een compact Stadshart, óók in Alphen aan den Rijn!

Nieuwe strepen
Om tot dat compacte Stadshart te komen, zal de afdeling Ruimtelijke Ordening nieuwe strepen op de plattegrond moeten zetten. Bínnen de bestaande! Niet alleen de bestaande winkelstrips, de Hooftstraat en delen van de Julianastraat en de Raadhuisstraat moeten een andere bestemming krijgen. Ook het hele Thorbeckeplein is voor dit compacte, Retail 3.0, Stadshart helemaal niet meer nodig! Dát is de reden waarom ik problemen heb met zowel het integrale VORM plan, áls met de VOA gedachte om daar tóch maar weer gewoon winkeltjes te bouwen, alsof dat internet niet bestaat!
Wat we dan wél moeten doen, het Plan B voor dat Thorbeckeplein? Daarover heb ik natuurlijk wel een idee. Dat houd ik ook niet geheim, maar het past gewoon niet meer in dit blog. Nog een paar dagen wachten!