Archief | oktober, 2014

Elke zondag koopzondag?

21 okt

Noodzaak?
Als je de kranten leest, zou je haast denken van wel. Zo grijpt Edwin ten Brink namens de VOA het besluit van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk om de koopzondag, vreemd genoeg alleen voor supermarkten, integraal toe te staan, aan om dat ook van het Alphense gemeentebestuur te eisen. De vooronderstelling is natuurlijk dat de winkels meer omzet boeken door die dag open te gaan. Toch blijkt in veel gevallen dat winkeliers ervoor te kiezen NIET op zondag hun winkels te openen. Dat is in onze buurgemeente ook het geval in alle plaatsen, behalve Bodegraven zelf. En zelfs in een grote plaats als het Drentse Assen gaan de winkels niet op zondag open, hoewel alle winkels dat mogen. Dat is ook het geval in Gouda. Het gevoel van noodzakelijkheid, zoals de VOA dat presenteert, is blijkbaar niet algemeen.
Maar dat het niet mag, is klaarblijkelijk zo frustrerend dat veel winkeliers gewoon niet verder denken. Intussen verdiept zich hun gevoel dat juist dit verbod, om op zondag hun winkels te openen, hun bedrijf in de problemen brengt. Dus is de meest logische weg dat de gemeente iedere (alleen supermarkten is natuurlijk belachelijk) winkelier toestaat op zondagmiddag de winkel wel, dan niet, te openen. Of ze het dan ook doen, dát is maar zeer de vraag.

Zinvol?
Wel, in juni publiceerde ik al wat observaties in ons Stadshart, die nou niet de indruk gaven dat bij uitbreiding van het aantal koopzondagen het goud binnenstroomt:
“Nou, ‘shoppers’ waren er genoeg, maar ze shopten niet of nauwelijks. Integendeel, ze genoten van wijntje en hapjes in de warme zon, maar voor de vaak enorme aanbiedingen in winkels en stands was nauwelijks aandacht. Kortom, al die activiteiten op de zondagmiddag lijken, zeker als het weer meewerkt, goed uit te werken op onze horecasector, maar de winkels leggen er geld op toe!”

Kosten
Met één zondag per maand valt er nog wel wat te schuiven met de inzet van personeel, maar wanneer de winkel elke zondag geopend is, moet er personeel bij. Voor kleine ondernemers betekent dit dat ze in de praktijk 7 dagen per week werken (!). Zondag open betekent gewoon méér personeelskosten, in de verwachting dat dit ook aantoonbaar meer inkomen oplevert. Als dat laatste niet het geval is, zullen veel winkeliers al snel afhaken, zoals dat ook gebeurde tot Martin de Vries de winkels tot 18:00 uur open wilde houden.
Tja, en dan zijn er nog niet-financiële aspecten, want het is natuurlijk nogal wat om je personeel te verplichten toch zeker twee zondagen per maand gewoon te moeten werken. Natuurlijk kun je dat compenseren op andere dagen, maar voor veel werknemers (en veel ondernemers) zal dit een gevoelige aanslag op hun sociale leven betekenen. En waarvoor?

Happy Few
Natuurlijk wordt er, behalve in de horeca, door consumenten geen cent meer uitgegeven dan ze hebben. Salarissen zijn bijna bevroren, pensioengerechtigden krijgen er al jaren niets meer bij, de werkloosheid loopt nog steeds op, en faillissementen zijn aan de orde van de dag. Banken zijn nog even spaarzaam bij het verstrekken van krediet. Alleen ‘Den Haag’ blijft optimistisch beweren dat het nog voor de verkiezingen beter zal gaan. Kortom, er is helemaal geen geld om die extra koopzondagen voor iedereen rendabel te maken. Maar, zoals dat ook op werkdagen geldt, weet de ene winkelier natuurlijk succesvoller de ‘zondagsklant’ aan te spreken dan de andere. Maar de meesten zullen al snel inzien dat die koopzondag hen niets oplevert, en hun deuren weer sluiten.

Leuk?
Over het algemeen wordt aangenomen dat, om een koopzondag tot een succes te maken, toch minstens de helft van de winkels geopend moet zijn. Dát is de theorie, want consumenten vinden een winkelcentrum waar 1 op elke vijf winkels dicht is, of leeg staat, al snel ongezellig. Het zal de consument, die alleen zijn boodschappen komt doen, niet veel uitmaken, maar een Stadshart moet het juist hebben van recreatief winkelen, en daarvoor is nu juist nodig dat het gros van de winkels wél geopend is. Daar spint ook de horeca garen bij, dus uiteindelijk worden koopzondagen pas interessant als praktisch elke winkel mee gaat doen. Ik vrees dat dit in Alphen aan den Rijn niet het geval zal zijn. Ons Stadshart heeft al problemen genoeg op ándere dagen de Alphenaar naar het centrum te krijgen.

Beleid
Als gemeente doe je het natuurlijk nooit goed, maar het lijkt me dat de dagen geteld zijn dat de gemeente bepaalde wanneer winkels, natuurlijk binnen bepaalde grenzen, geopend zijn. Omdat het maar zeer de vraag of koopzondagen aantrekkelijker zijn als dat elke week het geval is (dan is het begrip ‘koopzondag’ dus helemaal verouderd) doet de gemeente er goed aan om, net zoals dat in Bodegraven en Gouda gebeurde, het aan de ondernemers over te laten of ze voortaan de zondagmiddag, élke zondagmiddag, ook als het koud en guur is, en ook als de mussen van het dak vallen, hun winkels open te stellen voor het publiek.

Advertentie

City Bazaar in Alphen aan den Rijn

12 okt

Initiatief
In Alphen aan den Rijn is niet alleen een nieuwe Blokker geopend, én de prachtige kookwinkel van Woerdman, maar ook de CITY BAZAAR. Een initiatief gericht op starters, die met betrekkelijk weinig investering, verplichtingen en kosten kunnen proberen of hun ideeën daadwerkelijk aanslaan bij de consument. En op de consument die, met al die eenheidsformules, wel eens wat aparts wil zien en beleven.
Midden in de stad is de vroegere gemeentelijke ‘kunstverdieping’ verdeeld in 25 units die elk voor één tientje per dag, alles inbegrepen, per unit gehuurd kunnen worden. Bij de opening bleek alles verhuurd te zijn, en presenteerden 13 retailondernemers (een aantal huurt twee units) een afwisselend, maar aantrekkelijk palet aan producten en diensten. Daarbij kunnen ze niet in de oude retailfout vallen om alles aan iedereen te willen verkopen, maar moeten zij zich concentreren op één artikelgroep, en velen zelfs op één of twee merken. Superspecialisatie dus, waarbij ze hun omzet kunnen vergroten door hun aanbod te integreren met een webwinkel, waarbij het principe van ‘De Nieuwe Winkelier’ in de praktijk wordt gebracht.
Bezoekers en ondernemers kunnen daarbij (samen!) terecht in de koffiehoek die door de Sociale Werkplaats Alphen aan den Rijn wordt geëxploiteerd.

Kommer en Kwel?
Nu de laatste economische berichten, én de gang van zaken op de beurzen, inderdaad aantonen dat de crisis nog lang niet over is, moeten retailers toch eindelijk begrijpen dat er definitief iets is veranderd. De markt zal nog jaren blijven op het niveau waarop deze nu staat. Sommige retailers weten slim in te spelen op de trend, anderen onttrekken zich eraan, maar velen zullen elk jaar hun cijfers roder zien kleuren. Dat komt, simpelweg, niet vanwege de grote groei van de webverkopen, want die groei komt al jaren grotendeels uit de webshops van gevestigde winkelketens. Het komt omdat jarenlange successen de meeste retailers op het verkeerde been hebben gezet. Ze moeten, klein en groot, vechten voor de gunst van de steeds kritischer consument en hebben nooit geleerd hoe je dat doet. Ze drukken hun kosten ten koste van de relatie met hun klanten, en verliezen zo nog sneller omzet dan ze aan kosten besparen. Het verschijnsel dat we als ‘De Schaar’ kennen. Retailers zitten gevangen in hun eigen formule, en komen niet op het idee dat verfoeide internet te gebruiken om hun fysieke formule weer nieuw leven in te blazen. Voor henzelf, voor de klant, en ook voor hun leveranciers. Ze klagen over hoge huurprijzen, maar komen niet op het idee dat ze gewoon voor veel te veel ruimte betalen waaraan ze niet verdienen. Alles moet anders, maar niets mag veranderen, lijkt het. Zo zien ze we steeds meer formules uit het winkelbeeld verdwijnen, sommigen door ‘overnames’, sommigen door ‘terugtrekking op de webwinkel’ en anderen omdat ze gewoon failliet gaan.

Durf
Er is gelukkig meer durf bij ondernemers dan je in deze tijd zou verwachten. Maar liefst 13 durvers worden nu in de City Bazaar gefaciliteerd door een aantal lokale ondernemers die het aandurfden die bazaar te verbouwen en te exploiteren. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat ze daar eeuwig blijven. Sommigen zullen al snel inzien dat hun aanbod niet is waar klanten op zitten te wachten. Dan kunnen ze dat aanbod, de prijs en/of de communicatie aanpassen, of stoppen. Zonder dat je nog jaren aan een huurcontract vastzit.
Maar veel anderen zullen het juist zien als een springplank naar een ‘echte’ winkel in ons Stadshart, die ze, alweer volgens het principe van De Nieuwe Winkelier, weer samen met andere ondernemers kunnen gaan runnen. Aan samenwerken, altijd moeilijk met retailers, zijn ze immers al gewend? En aan een gespecialiseerd assortiment, gericht op een specifieke doelgroep, ook. Kortom, mídden in Alphen aan den Rijn worden de voorwaarden geschapen die een nieuwe lichting retailers oplevert die onze binnenstad weer dynamisch, aantrekkelijk én druk bezocht gaat maken.
Het is geen wonder dat de gemeente Alphen aan den Rijn dit, in de persoon van centrumwethouder Van As, met genoegen begroet.

Leegstand
Symposia over ‘leegstand’ zijn populair, goeroes die dat wel even op gaan lossen, zijn nog populairder, maar uiteindelijk zijn zij de enigen die aan dit ‘probleem’ geld verdienen. Want leegstand is geen probleem op zichzelf, maar het gevolg van andere problemen, zoals ongezellige, door, vooral elkaar kopiërende, ‘ketens’ overheerste, winkelstraten die elke dag minder inwoners en omwonenden naar onze veel te grote stadscentra trekken. Veel te veel van hetzelfde, en maar betrekkelijk weinig formules die zichzelf duidelijk profileren. Veel te veel vertrouwen dat ‘events’ het tij wel zullen keren, anderzijds weinig inzet om actief, ín winkel én in externe communicatie, daarop in te spelen. Het ‘mag niet van het hoofdkantoor’ heeft al veel retailers de kop gekost, en gaat nog veel retailers de kop kosten. Er is, ook in Alphen, daarnaast nog altijd een ernstig tekort aan, op de toekomst gericht, gemeentelijk retailbeleid dat rekening houdt met het aanbod in de hele regio.
De klant wil geen eenheidsworst, maar authenticiteit in aanbod én benadering. Die wil ook geen relatie met een winkel, maar wel met het personeel, en vooral met de eigenaar, van die winkel. Die klant gaat ook niet naar dat centrum als daar teveel aanbod is die hij/zij ook al van de eigen woonomgeving, in het buurt-, wijk- of dorpscentrum kent. Die klant wil natuurlijk helemaal geen korting, maar wel ‘value for money’, in winkels en in de horeca. En die klant wil natuurlijk die winkels, restaurants en café’s ook vinden op het internet: VOOR het winkelbezoek, TIJDENS het winkelbezoek en NA het winkelbezoek. Dan is het ronduit vreemd dat het centrum van Alphen aan den Rijn nu wel over een City bazaar beschikt, maar niet over een fatsoenlijk WIFI netwerk.

Blokker vernieuwt?

4 okt

Ballonnen in De Aarhof
Na de winkel in Amsterdam-Noord is nu ook in het overdekte winkelcentrum De Aarhof in Alphen aan den Rijn een nieuwe Blokker winkel geopend. Maar wat betekent dat eigenlijk voor de formule, en voor de verzwakte concurrentiepositie?
Of is het gewoon een variatie op het bekende thema?

Vernieuwingsdrang
Steeds meer winkels gaan, na jarenlang getreuzel, hun winkels weer eens een nieuw gezicht geven. Blokker, en HEMA, zijn daarvan de meest in het oog vallende exemplaren. Misschien V&D ook, als ik naar Leiden kijk, maar met het vertrek van CEO Jacob de Jonge, met vliegende vaandels binnengehaald, en met stille trom vertrokken, zie ik de ‘vernieuwing’ van minstens de helft van hun filialen de mist in gaan.
Vreemd genoeg, verandert er ook eigenlijk niets, maar het ziet er wat mooier uit. Bij een winkelformule, die volgens Tigert toch vijf elementen bestaat, betekent die optische verandering, als onderdeel, naast locatie en grootte, van het element ‘Vestigingsplaats’, nou niet bepaald de revolutie die wordt gesuggereerd.
En daarmee is die vernieuwing (het is zeker geen innovatie) ook geen echte oplossing van de problemen waarmee deze drie bedrijven (en vele andere) mee kampen.

Blokker, oude glorie
In de jaren dat ik me bij Vroom&Dreesmann, op verschillende niveaus’s bezig hield met de artikelgroep Huishoudelijke Artikelen, heb ik een gezond respect voor dat bedrijf ontwikkeld. Het feit dat mijn kantoor aan de Spaklerweg uitkeek op het hoofdkantoor van Blokker, heeft dat alleen maar versterkt. Wel viel het me steeds meer op dat het Blokker van die zeventiger jaren de eeuwwisseling praktisch ongeschonden had doorstaan. Veel te veel producten ronduit rommelig gepresenteerd in een veel te kleine winkel. Met een waslijst aan acties daar doorheen gevlochten. Rommeligheid als deel van de formule heeft het bedrijf wel geholpen aan zijn lage prijs imago, natuurlijk. Helaas heeft Blokker, nét als de HEMA, zich fors verkeken op de mogelijkheden van ACTION. Toen dat écht grote problemen ging geven, werd over de duim Grand Bazar geschapen en snel in de markt gezet. Dat compenseerde voor het concern, deels tenminste, maar de erosie van de Blokker formule ging onverminderd door. Dus moest er wat gedaan worden: Blokker vernieuwt!

Blokker vernieuwd?
Tja, in eerste instantie ken je de oude Blokker winkel niet meer terug: Ruimte, Ritme en Regelmaat lijken de sleutelwoorden te zijn geweest. Ook veel klanten zullen deze grote, overzichtelijke winkel als nieuw ervaren. Alleen, hoe lang zullen ze dat doen? Want wát is er nu eigenlijk veranderd? Wat duidelijk is dat, met een heuse TV kok als blikvanger, het kookassortiment een slag duurder is geworden, maar zullen de klanten dat als een positief punt ervaren? Zeker nu de plaatselijke kookwinkel Woerdman een week eerder een prachtige nieuwe winkel opende, oogt het assortiment wat gewoontjes. Zeker het meer-eisende publiek zal de vier opties Woerdman/Blokker/HEMA/ACTION gaan vergelijken en, op basis van hun kwaliteitseisen, een keuze gaan maken. Valt die keuze op Blokker?
Ronduit vreemd is dat, waar het Blokker concern in de speelgoedsector al ruimschoots vertegenwoordigd met de formules Bart Smit en Intertoys, het toch nog een staartje speelgoed in het assortiment houdt. Ook hier dus geen definitieve keuze voor vernieuwing, alles moet nog aansluiten bij de ‘oude’ Blokker formule.

Blokker.nl
Blokker denkt nog altijd dat grotere winkels grotere omzetten (dat is misschien ook wel zo) en grotere winsten (en dát is beslist niet zo) opleveren. Toch is er geen spoor van synergie te ontdekken tussen die fysieke winkels en de webshop. Alles is gewoon overal verkrijgbaar, terwijl ook Blokker de gebruikelijke verdeling tussen Kern, Rand en Aanvullend Assortiment kent. Kortom, het principe van ‘De Nieuwe Winkelier’ volgend had Blokker het nieuwe winkelbeeld op de helft van het huidige oppervlak kunnen realiseren, met al de besparingen die ik op http://www.bricksenclicks.me heb beschreven. Dus ook dit vlak geen enkele innovatie.

Marskramer
Deze franchise formule, die je gewoonlijk in wat kleinere wijkcentra aantreft, voelt net zo goed, zo niet harder, de klappen als moederformule Blokker. Tot op heden is het volstrekt onduidelijk wat het Blokker concern hier gaat verbeteren. Deze winkels zien er al vanouds een stuk minder rommelig uit, en voeren, bij gebrek aan echte speelgoedwinkels in dat soort centra, juist erg veel speelgoed in het assortiment. Ook de Marskramer webshop is volkomen gescheiden van de fysieke winkels, terwijl juist hier, waar de ruimte sowieso al beperkt is, volledige integratie van winkel en webshop de franchisenemer extra mogelijkheden zou opleveren.