Fata Morgana
Je kon er natuurlijk op wachten: Een gloednieuwe burgemeester en nog slechts een paar weken om de verliezen over 2014 goed te maken, dus wil iedereen nú meer koopzondagen. Nou zijn detaillisten meestal ziekelijk optimistisch, maar die verliezen worden écht niet meer goedgemaakt nu 2014 (gelukkig, in vele opzichten) bijna historie is. En Liesbeth Spies, onze nieuwe burgemeester, hoef je al een hele tijd niets meer te vertellen over dat Alphense Stadshart waar ze al jaren winkelt. Dat is maar goed ook, want het door VOA en winkeliersverenigingen vertelde sprookje gaat ervan uit dat, als je je winkel meer uren opent, daardoor de omzet stijgt (zeker waar) en daarmee de winst (absoluut onwaar). Het probleem van ons Stadshart is immers NIET dat de Alphenaren te weinig tijd hebben om de winkelen, maar dat die Alphenaren het al jaren niet aantrekkelijk genoeg vinden om in hun eigen winkelcentrum te winkelen. Aan die houding, en dus ook aan het daaraan gekoppelde koopgedrag, verandert niets als die winkels vaker open zijn. Té veel Alphense ondernemers hebben dat inmiddels aan den lijve ondervonden, en laten de huidige koopzondagen nu al voor wat ze zijn. Meer koopzondagen brengen die winkeliers niets op!
Boodschappen doen, of Winkelen
We hebben in Nederland vijf soorten winkelcentra:
1. Stadscentra van Grote Steden—Uitsluitend recreatief winkelen–GROEI
2. Stadscentra van Kleinere en Middelgrote Steden–Vooral recreatief winkelen–KRIMP
3. Centra van grotere dorpen en wijkcentra—Vooral boodschappen doen–KRIMP
4. Dorps- en buurtcentra – Uitsluitend boodschappen doen–WISSELVALLIG
5. Perifere, vaak gespecialiseerde, grootschalige winkelcentra – Vaak ‘beleveniscentra’ voor infrequente aankopen–GROEI
Het Alphense Stadshart hoort duidelijk bij de tweede categorie, maar functioneert, zoals zoveel van dit soort centra, nog vooral als het dorpscentrum dat het ooit was. Dat geldt, met al die supermarkten in de vier omliggende wijk- en buurtcentra, vooral voor de drie supermarkten, maar ook in de non-food sector zijn er veel te veel winkelketens die de consument overal tegenkomt. Natuurlijk zijn er uitzonderingen (zoals de gloednieuwe kookwinkel van Woerdman, of de winkeltjes in de City-bazaar), maar over het algemeen nodigt de winkelmix in ons Stadshart niet uit om er nou elke week rond te stappen. Gewoon veel te veel van hetzelfde om de Alphenaren aan dat Stadshart te binden, laat staan de inwoners van de dorpen om ons heen. Daarbij vormt Alphen aan den Rijn niet bepaald een geïsoleerd koopcentrum; overal om ons heen zijn binnen 30 autominuten grotere, en/of leukere, stadscentra te vinden. Dát te verbeteren door méér kwaliteit (en dus diversiteit) van het aanbod zou de éérste prioriteit van winkeliersverenigingen en VOA moeten zijn. In plaats daarvan kiezen ze de gemakkelijke, maar zinloze weg naar ruimere openingstijden.
Internet
Hoe slechter het onze winkeliers gaat, des te meer krijgt ‘de webwinkel’ de schuld van het eigen falen. Toch is dat onwaar, de online omzet stijgt wel, maar die stijging komt al jaren uitsluitend vanuit de webshops van bestaande winkelketens. In feite is nu al minstens 70% van die online omzet in handen van die ons al jaren bekende winkelketens. Als die ooit, zoals ik dat in http://www.bricksenclicks.me schets, ontdekken hoe ze beide soorten winkels goed kunnen integreren, zullen de ‘pure players’ nog slechts marginaal, en nog meer sectorbepaald dan nu al het geval is, profiteren van de consumentenbestedingen.
De “vijand”, dat zijn ze zelf!
Teveel winkels, of teveel winkeloppervlakte?
De winkeloppervlakte is de laatste 35 jaar alleen maar gegroeid. Niet omdat consumenten dit zouden willen, maar om ruimte te bieden aan artikelgroepen die winkelformules voorheen nooit voerden. Met dit zogenaamde ‘Aanvullende Assortiment’ parasiteerden winkels op de klanten die deze vanouds om hun primaire ‘kernassortiment’ bezochten. Als dit beperkt blijft tot ‘service producten’ is dat geen ramp, maar zo langzamerhand bieden ‘speciaalzaken’ een steeds ruimere keus uit assortimenten die andere winkels ook bieden. Dus gaan ze, vanuit het oogpunt van de klant, steeds meer op elkaar lijken. Dán werkt het spelletje niet meer, en brengen al die extra spullen niet alleen de kosten omhoog, maar de aantrekkelijkheid naar beneden. Het gevolg is dat teveel winkels álles aanbieden aan iedereen, en dus eigenlijk niets aan niemand. Dus moeten ze steeds meer concurreren, wat kosten verhoogt en marge verkleint. Het mag dus niemand verbazen dat ze failliet gingen, nog steeds regelmatig failliet gaan, en in de toekomst nog vaker failliet zullen gaan. En, hoe treurig ook, niemand die ze mist.
Kortom, winkels worden ‘Nieuwe Winkeliers’, of ze verdwijnen.
Het sprookje van de koopzondag
Terug naar de koopzondag. Meer koopzondagen gaan in ons Stadshart absoluut niet leiden tot een grotere aantrekkelijkheid en groeiende consumentenstromen. Wellicht dat de omzet wat groeit, maar de kosten doen dat veel sneller. En de toch al jaren dalende Bruto Winst is niet in staat die extra kosten te dragen. Wát er nog aan winst over is, zal overgaan in verlies. Per saldo gaan de Alphense winkeliers, omdat er fundamenteel NIETS verandert, er als groep niet op vooruit, maar op achteruit. Ik voorzie dan ook dat, als de eerste euforie achter de rug is, en de eerste faillissementen zijn uitgesproken, steeds meer winkels de deuren op die zondag weer dichthouden.
Het is dus heel goed van het Alphense college dat ze die keus overlaten aan de gemeenteraad, en vooral aan de ondernemers. Want wellicht willen die vooral meer koopzondagen omdat de gemeente dat altijd heeft verboden. Verboden vruchten lijken altijd lekkerder, toch?
Ik hoop dat de winkeliers in de wijk-, buurt en dorpscentra in de omgeving (de boodschappencentra) al begrepen hebben dat dáár op zondag helemaal niets te verdienen valt. Zelfs niet door supermarkten wanneer die dan ALLEMAAL geopend zijn.
Wat de centra van de grote steden, en de perifere ‘beleveniscentra’ betreft, daar zou openstelling op zondag juist een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Helaas, daar hoort Alphen aan den Rijn niet bij!
Jammer dat je die column van Rob Wijnberg “Ode aan twijfelaars”‘ niet echt goed hebt gelezen, daarom nog een keer de link:
https://decorrespondent.nl/2050/Een-ode-aan-de-twijfelaars-met-een-slag-om-de-arm/52541500-31ffe1f3
Storend is dat je overal een mening over lijkt te hebben, dat je die als waarheid aanneemt en ook zo ventileert, jammer. Let wel, dat is natuurlijk vanuit mijn perspectief gezien:)
Er is helemaal geen relatie tussen de winsten redden en koopzondagen, zoals je hierboven beschrijft. Binnen de VOA-Retailcommissie is er met de voorzitters van de Alphense winkelcentra(excl. Baronie) lang -bijna 1,5 jaar- over dit onderwerp gestoeid, de geventileerde wens is het ideale compromis. De Alphense retail wil gewoon zelf kunnen kiezen, niet meer en niet minder. Dat heeft helemaal niets te maken met verboden vruchten, de verwijzing daarna doet een zekere subjectiviteit in jouw argumentatie vermoeden.
Jaren lang heb je commentaar gegeven dat die Alphense winkeliers niets willen, willen ze wat is het ook weer niet goed?! Er wordt helemaal niet gesuggereerd dat alle winkels straks allemaal op zondag opengaan, de markt zal dat zelf oplossen is onze verwachting.
Tenslotte ga je helemaal voorbij aan de wensen en behoefte van consumenten, de permanente beschikbaarheid van internet, de openingstijden van Horeca en tenslotte die van de ons omliggende steden: Gouda, Reeuwijk, Bodegraven, Zoetermeer, Nieuwkoop, Ter Aar, Hoofddorp etc.
Beste Edwin,
Zoals iedereen die zich ooit aan de wetenschap waagde, ken ik de grafiek die de basis is van dat essay van Rob Wijnberg. Als ik in al mijn jaren één ding geleerd heb, dan is het wel dat je elk probleem alleen vanuit een holistische visie, het van zoveel mogelijk kanten benaderend, en zoveel mogelijk gezichtshoeken in je redenatie meenemend, moet aanpakken. Ook de gezichtspunten van de VOA, die ik overigens overal in Nederland aantref.Dat is zeker dienstig in het probleemveld retailmarketing, waarin ik niet alleen ben opgegroeid, en waarin ik 10 jaar lang carrière maakte, maar dat ik ook alweer bijna 20 jaar bestudeer, voor een groot deel mét de studenten die ik in dit vakgebied mocht introduceren en retailorganisaties die zich daarbij lieten inschakelen. Twijfel ik nooit? Uiteraard doe ik dat, ik doe eigenlijk niet anders. Maar als ik iets te berde breng, doe ik dat met de zekerheid van dát moment, en vanuit mijn kennis van dat moment. Want morgen, als ik weer wat zie, beleef of lees, kan die mening alweer zijn bijgesteld. “De tijd houdt geen pauze” zegt een Fries spreekwoord, dus alles wat je zegt over de toekomst is betrekkelijk.
De VOA retailcommissie is “al” 1,5 jaar aan het praten over die koopzondag.Toen ik, alweer 7 jaar geleden, ‘Beleef Alphen op Zondag’ schreef, een stuk waarin ik pleitte voor het compleet opnieuw uitvinden van de Zondag, élke zondag, voor iedere Alphenaar, kerkelijk of niet-kerkelijk, heb ik geen retailer gehoord. Toen was me volkomen duidelijk dat het gewoon openstellen van winkels op zondag, als een tweede zaterdag, nooit iets zou worden. Ook toen heb ik al gesteld daar helemaal geen religieuze argumenten voor nodig te hebben, omdat er bedrijfskundige argumenten zát tegen zijn. Dus waarom suggereer je dat ik die in dit blog opeens impliciet mee zou hebben genomen?
Wat die ‘zondag’ betreft ga ik in dat stuk veel verder dan wát jullie als retailcommissie op dit moment ook willen. Want dat lijkt niet veel meer te zijn dan wat de wethouder (en ik ook) vindt, namelijk dat uiteindelijk de winkeliers het zelf maar moeten weten. Dat daarvoor een raadsbesluit nodig is, nou, als het allemaal zo simpel en duidelijk is als jullie stellen, dan moet in die raad toch gemakkelijk een meerderheid te vinden zijn?
Alleen, ‘de markt zal het zelf oplossen’ is een stelling die zowel zó uit het VVD verkiezingsprogramma komt, als die op dit moment keer op keer bewijst tot verkeerde uitkomsten te leiden. Markten lossen zelf helemaal niets op, die zijn er, en op de behoeften uit die markt kun je creatief én winstgevend inspelen, of niet
Je wijst zeer terecht op de omgeving, hoewel, supermarkten uitgesloten, ik het retailaanbod van dorpen als Nieuwkoop, Ter Aar of Reeuwijk toch moeilijk als concurrerend met het Alphense Stadshart kan zien. Maar ik wijs er wel op dat ik niet anders dóe dan erop wijzen dat Alphen geen geïsoleerde buitenpost van de regionale retailinfrastructuur is. De essentie van dit blog is allerminst te pleiten tégen een algemene koopzondag. Alleen zijn niet het ontbreken van die wekelijkse koopzondag, of de parkeerkosten, het probleem van het Alphense Stadshart, maar het gebrek aan aantrekkelijkheid van ons Stadshart, in wezen het enige winkelcentrum (voor supermarkten ligt dat wat anders) dat mogelijkerwijs baat heeft bij zondagsopenstelling. Dat Stadshart wordt er niet aantrekkelijker op als het elke zondag suggereert dat de winkels open zijn, maar een (naar ik vrees groeiend) aantal winkels gewoon de deuren dicht heeft. Kortom, doe eerst eens wat aan die aantrekkelijkheid voor je de door veel te veel Alphenaren ervaren onaantrekkelijkheid nóg breder etaleert.
Tja, dat internet. Ik kreeg net het bericht dat mijn blog over de integratie van winkel én webshop, het concept ‘De Nieuwe Winkelier’ als basis voor aantrekkelijke winkelcentra van middelgrote steden zoals Alphen, dit jaar al ruim 5000 keer is bekeken. Ik kan me niet aan de gedachte onttrekken dat daarbij heel weinig leden van de Retailcommissie moeten zijn geweest. Maar dat wil ik, ik heb het al vaker aangeboden, graag eens in die commissie bespreken.