Archief | juli, 2015

Opruimen, die oude panden!

27 jul

Verloedering
In de voorgaande aflevering heb ik met name de reële concurrentiepositie van ons Stadshart in onze regio voor u geschetst, met als boodschap dat de mogelijkheden van dat Alphense Stadshart nogal beperkt zijn. In feite kunnen we de ‘koopkrachttoevloeing’ vanuit de regio, die in elke gemeentelijke nota opduikt, al bij voorbaat vergeten. De Alphense winkeliers kunnen zich beter beperken het eigen dorp, de eigen buurt en de eigen wijk. En de winkeliers in het Alphense Stadshart tot, op z’n best, de inwoners van onze gemeente. Elke ambitie die daar buiten valt, heeft weinig grond en leidt alleen maar tot frustratie.
De conclusie uit dat blog is dan ook dat men moet kiezen: Of we maken er een écht aantrekkelijk, op mode en speciaalzaken gebaseerd, Stadshart voor de hele bevolking van, óf het krimpt tot niet meer dan een boodschappencentrum voor de centrumbewoners. In dat geval zullen veruit de meeste landelijke ketens ons ‘dorp’ verlaten en wordt ons Stadshart een spookstad!

Alle ballen op het dorp
Toen ik nét in Alphen woonde, was wijkcentrum De Ridderhof nog in aanbouw. Als kersverse Riddervelder bezocht je het noodwinkelcentrum, aan de overkant van de Bruinsslotsingel, en als ‘Echte Alphenaar’ kocht je je spullen in het ‘oude dorp’. Zo waren mensen en belangen mooi gescheiden. Het was dus logisch dat je op De Ridderhof een heel scala aan winkels had, zodat de Riddervelders voor eigenlijk alles in de eigen wijk terecht konden. Net zoals de ‘Alphenaren’ dat alles nog altijd in hun oude, vertrouwde, dorpshart konden kopen.
Die natuurlijke scheiding van winkels en winkelend publiek werd al snel gewijzigd, toen De Aarhof werd gebouwd, met o.a. een HEMA, een ‘Hij’&’Zij’ (later ‘We’), een Albert Heijn. Dat alles aangevuld met een heel palet aan plaatselijke winkeliers en een horecavestiging. Hetzelfde recept werd tien jaar gevolgd bij de bouw van De Herenhof, opnieuw een compleet aanbod, met ‘De Stad’ op de achterhand als je echt iets speciaals nodig had. En eigenlijk is die situatie nooit veranderd, niet voor de centrumbewoners, en ook niet voor de Riddervelders. Dit tot ongenoegen van de centrumwinkeliers die merken dat een groeiend aantal Alphenaren hun eigen Stadshart mijden. Want die winkeliers waren er al die jaren van groei van overtuigd geweest dat uiteindelijk alle ballen op het Stadshart gespeeld zouden worden en ze financieel binnen zouden lopen. Wel, dat is duidelijk niet het geval!
In de vijftiger jaren waren in de diverse stadsuitbreidingen winkelstrips gebouwd, Gouden Regenplantsoen, Irenelaan, Van Nesstraat en Lijsterlaan, duidelijk bedoeld voor de dagelijkse boodschappen. Helaas, in deze moderne tijd net zo nutteloos als de Koopzwam in Ridderveld was. Want zelfs de Van Nesstraat heeft zijn functie verloren na de bouw van De Baronie, en in wezen gebeurt hetzelfde met de Hooftstraat, waarin alleen de nog overgebleven winkeliers denken deel van ons Stadshart uit te maken.
Het beste wat er met deze versnipperde bewinkeling uit vroeger tijden kan gebeuren, is afbreken of herbestemmen. Verspreide bewinkeling heeft geen functie meer en kan geen rol spelen in, of zelfs naast, een modern en compact Stadshart. De Baronie had in de ogen van Jan Zeeman moeten uitgroeien tot een luxe concurrent van ons Stadshart, maar de werkelijkheid is, gelukkig, dat het niet meer is dan een boodschappencentrum voor de omwonenden. Ja, Jacqueline, zoals ik dat tien jaar geleden al schetste! Met de komst van een slagerij is het verder wel afgelopen met de uitbreiding.
Hierbij een schets van onze stad, én zijn winkelcentra, zoals ik deze 6 jaar geleden, ter lering en vermaak van onze gemeenteraadsleden, opstelde, en die, als voorbeeld van de verspreiding van verschillende types winkelcentra over een stad, ook in het boek ‘Marketing voor Retailers’ is opgenomen.

Featured image

Natuurlijk is De Baronie inmiddels gerealiseerd, en zijn er inderdaad vaste plannen voor ‘Traffic winkels’ bij het Station. De Ridderhof is feitelijk al gedegradeerd tot het buurtcentrum dat hier al is ingetekend. De Koopzwam is allang geen winkelcentrum meer.

Schuivende panelen
De functie van het Stadshart, en daarmee die van de omliggende winkelcentra, wijzigt, zoals ik al beschreef in het artikel “Half Winkelhart, beter Winkelhart” in vakblad Twinkle:
1. Het Stadshart van Alphen aan den Rijn heeft vanouds een functie als ‘Boodschappencentrum’ voor het hele dorp. Nu de stad is uitgegroeid tot ondorpse proporties, zien we dat deze functie voor de veel winkeliers, voor veel centrumbewoners én voor veel gemeenteraadsleden nog onverminderd bestaat. Maar ons Stadshart zou, met vooral veel modeaanbod en (super-) speciaalzaken in andere goederen, ondersteund door een ruim aanbod in horeca en cultuur, vooral de plaats moeten zijn waar ALLE Alphenaren graag winkelen en recreëren. De bestaande functie als boodschappencentrum, met wel DRIE supermarkten, o.a., voor de CENTRUMBEWONERS, blokkeert de ontwikkeling tot Stadshart voor ALLE Alphenaren. De Oude Rijn, met zijn bruggen, verergert dat alleen maar.
2. De wijk- en buurtcentra zijn de plaatsen waar de Alphenaar zijn DAGELIJKSE BOODSCHAPPEN doet. Maar Herenhof, Ridderhof en Baronie waren, zoals eerder al gesteld, vooral bedoeld als ‘Plaatsvervangend Stadhart’. We zien dat die aanvullende functie snel verdwijnt, en dat alle winkels die zich richten op andere dan de dagelijkse boodschappen, daar verdwijnen. Bij de Ridderhof is dat al het geval, in de Herenhof gaat dat ook gebeuren, voor de Baronie betekent dit dat de huidige leegstand permanent zal zijn, en de Atlas ontspringt de dans omdat die Atlas nooit méér is geweest dan zo’n boodschappencentrum!
Reclameman Dick Vos, enkele winkeliers én ondergetekende maakten nog geen jaar geleden een plan om het, half leegstaande, winkelcentrum De Ridderhof uit het slop te halen en, door een gezondheidscentrum in te bouwen, tegelijkertijd haar wijkfunctie te versterken. Helaas lijken de verhuurders in dit winkelcentrum alle tijd te nemen, moet de gemeente zelfs dreigende taal uiten en blijft dit plan, zoals alle plannen hiervoor, gewoon liggen. De klok tikt door, de klantenstroom stokt, en het einde nadert!

Featured image

Trouwens, ook de artsen in hun semi-permanente gebouw aan de Lupinesingel lijken rustig af te wachten tot dit gebouwtje vanzelf in elkaar stort.
3. In de dorpscentra om ons heen moet je het begrip ‘dagelijkse boodschappen’ wat oprekken, vooral vanwege de afstand in kilometers én cultuur, maar ook de inwoners van die dorpen zouden voor ‘recreatief winkelen’ in Alphen terecht moeten komen. Zo staat het in de plannen, maar zo werkt het helemaal niet. Juist omdat ons Stadshart, nét als hun eigen dorpshart, vooral dat boodschappencentrum is, gaan veel dorpsbewoners liever naar een echte grote stad. De vorige week liet ik u zien dat die in ruime mate voorhanden zijn. Om dezelfde reden mijden ook veel Alphenaren dat Stadshart.

De volgende stap?
Alphen aan den Rijn zit, zoals praktisch elke middelgrote stad, in de problemen met haar winkelcentra. Er staan al veel winkels leeg, twee dorpen, Aarlanderveen en Zwammerdam, hebben al geen winkelvoorziening meer, en voor Koudekerk geldt dat, nu een nieuw ‘boodschappencentrum’ buiten het dorp om voor mij onduidelijke redenen niet mag, het een kwestie van tijd is voordat ook daar de winkels verdwijnen.
Ik voorzie dat deze problemen, on invloed van allerlei nieuwe mogelijkheden via internet technieken, alleen maar groter worden. Dat geldt voor Alphen aan den Rijn zelf, het geldt ook voor de dorpen om ons heen. Het concept van “De Nieuwe Winkelier”, het onderwerp voor de komende week, wordt de standaard, moet dat wel worden, en dat betekent dat niet alleen de winkels, niet alleen de winkelcentra compacter en dus kleiner worden. Dat geldt ook voor het Alphense Stadshart, waar helaas velen nog dromen van uitbreiding.
Want wat niet verandert, gaat dood!

Advertentie

Verloedering Stadshart

19 jul

Jacqueline

Een paar weken reageerde ik op de klacht van ene Jacqueline over wat ze in De Aarhof allemaal niet meer kon kopen. Een week daarna klaagde een ander dat, met de vergroting van de Albert Heijn vestiging in de HERENHOF, dat winkelcentrum eigenlijk ook alleen maar uit supermarkten zou bestaan. Wat er in de RIDDERHOF aan de hand is, weet iedere Alphenaar zo langzamerhand, en dat het bij de ATLAS in Kerk en Zanen ook alleen draait om de Hoogvliet daar, is de bewoners van die grote wijk al jaren een doorn in het oog. Tja, de buurt is er blij mee, natuurlijk, maar ook in de gloednieuwe BARONIE staat de helft van de winkelruimtes leeg, omdat geen modewinkel zich daar gaat vestigen. Tegelijkertijd kampt het Stadshart al tien jaar met teruglopende klantenstromen en dus met tegenvallende omzetresultaten voor de winkeliers. Wie heeft er eigenlijk belang bij om overdreven verwachtingen te blijven koesteren die geen enkele grond hebben, en alleen maar tot een niet-aflatende reeks van teleurstellingen leiden. Wát is er eigenlijk aan de hand, in Alphen aan den Rijn?

Alles voor iedereen?

Anderhalf jaar geleden schreef ik een groot artikel in webwinkel vakblad Twinkle over de veranderde functie van winkelcentra en de invloed van het internet daarop. In “Half winkelhart? Beter Winkelhart!” beschreef ik de radicale veranderingen die nodig zijn om retailers én hun winkelcentra te redden van de verloedering die nu plaatsvindt. Je hoeft maar naar alle leegstand te kijken, en te lezen over de zoveelste winkelketen die failliet is gegaan, of op omvallen staat, om te weten dat de oude, bekende en vertrouwde methoden niet werken. En, crisis of niet, internet of niet, ook nooit meer zullen werken. Anderhalf jaar later, én weer anderhalf jaar wijzer, wil ik proberen dit voor professionals geschreven artikel in een aantal blogs te vertalen naar de Alphense omgeving. En daarmee duidelijk te maken waarom ook de gemeente Alphen aan den Rijn nooit uit de huidige ellende komt, als ze het roer niet drastisch omgooit. Want niet alleen winkels die ‘alles voor iedereen’ willen zijn, leven in het verleden, dat doen ook de Stadscentra, Wijkcentra, Buurtcentra en Dorpscentra. Ze zijn daarom, wát allerlei bureaus ook verzinnen, en wát er ook allemaal wordt gebouwd, ten dode opgeschreven! Te somber? Zet je roze bril af, en kijk eens goed om je heen, zou ik zeggen!

Niet alleen op de wereld

Ooit ben ik in Alphen aan den Rijn gaan wonen, omdat je vanaf hier letterlijk de hele Randstad om je heen hebt. Onze gemeente heeft dat niet voor niets jarenlang als slogan gebruikt. Als gevolg zijn er vanuit die Randstad, en, zoals in ons geval, van ver daarbuiten tienduizenden mensen in Alphen gaan wonen. Anders dan de ‘echte’ Alphenaren, werken ze echter vooral buiten deze stad, en buiten deze gemeente, en zijn ze, veel meer dan die oorspronkelijke bevolking, gewend zich op de wereld buiten Alphen te richten. Voor de Alphense winkeliers betekent dit dat ze zien dat een groeiend deel van de Alphense bevolking zijn, vooral buiten Alphen verdiende, geld buiten Alphen besteedt. Als gevolg komt er steeds meer leegstand, verdwijnen steeds meer winkels, en wordt het ook voor trouwe klanten steeds minder aantrekkelijk hier te winkelen. Zie Jacqueline. De praktijk is dat ons Stadshart vooral aantrekkelijk wordt als de winkels dicht zijn, en diezelfde Alphenaren wél de horeca weten te vinden. Helaas is er geen simpele oplossing, de problematiek van Alphense, Boskoopse, Hazerswoudse en Koudekerkse winkeliers is daarvoor te complex en heeft ook meerdere oorzaken. De belangrijkste:

A. Sterke concurrentie rond de gemeente Alphen aan den Rijn

B. Stadshart Alphen aan den Rijn onaantrekkelijk voor Alphenaren

C. Functie van alle winkelcentra is sterk verouderd als gevolg van het ontbreken van een modern gemeentelijk of regionaal retailbeleid.

D. Onvoldoende aandacht voor nieuwe ontwikkelingen door alle betrokkenen

Concurrentie

Vandaag wil ik, als inleiding, eens laten zien wie de concurrenten van het Alphense Stadshart nou eigenlijk zijn. Daarom bijgaand plaatje dat ik al eens vaker publiceerde, en dat Alphen in het perspectief van de hele regio (30 Autominuten) zet!

Featured image

1. Er liggen vier Grote Stadscentra om ons heen die, door hun oneindig veel grotere diversiteit, ervoor zorgen dat een relatief groot deel van de aankopen door Alphense consumenten in die Grote Stadscentra (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht) terecht komt, zonder dat Alphen daar iets tegen zou kunnen doen!

2. Qua aanbod vergelijkbare Stadscentra om ons heen zijn óf groter (Zoetermeer, Hoofddorp, Leidschendam) of, vanuit hun historie, aantrekkelijker om te winkelen (Gouda, Woerden) of zijn een combinatie van beide (Leiden, Delft, Haarlem)

3. De dorpen om Alphen heen zijn óf veel of alle winkels inmiddels kwijtgeraakt, of ze hebben (Boskoop, Bodegraven, recent Waddinxveen) in de afgelopen jaren zelf hun winkelareaal behoorlijk uitgebreid. De praktijk is dat het winkelbeeld in die dorpen niet half zoveel verschilt van het ook door landelijke ketens beheerste Alphense Stadshart als onze winkeliers en politici graag willen denken. Kortom, áls de inwoners van de omliggende dorpen echt gaan winkelen, zullen ook zij Alphen aan den Rijn vaak gewoon overslaan. Dat is wel te veranderen, maar niet met wat geknoei in de marge.

4. De ontwikkeling van winkelformules met zeer grote vestigingen die de consument voor meer specialistische aankopen alle keus én beleving bieden die ze maar willen. Dit soort winkels (Topshelf (sport), Vrijbuiter (camping), Intratuin (tuin), IKEA (meubels) of Hornbach (DHZ)) zijn zonder uitzondering gevestigd in grootschalige panden op nog grootschaligere (GDV) winkelgebieden met uitstekende verbindingen en parkeerfaciliteiten (Goudse Poort, Alexandrium). Een ontwikkeling die ik, vanwege het overzicht, maar niet eens in dit plaatje heb ingetekend. Mede omdat deze grootschalige winkelcentra ook klanten trekken als ze buiten onze regio gelegen zijn. Zo gaan echt veel Alphenaren regelmatig naar de Zwarte Markt in Beverwijk of Vleuten, of naar Bataviastad.

5. Niet te vergeten, maar wel als laatste, de webshops die, vanaf elke locatie die maar denkbaar is, de consument alles kunnen leveren wat hij of zij maar wil. Kortom, waar consumenten zich vroeger noodgedwongen neerlegden bij de beperkte keus of bij een ongezellige winkel in de eigen woonplaats, pakt deze nu de iPad of iPhone en laat het gewenste thuis, of bij een ophaalpunt, bezorgen. Slecht winkelierschap zonder echte relatie met klanten wordt nu veel sneller afgestraft dan voorheen.

Het Fata Morgana van evenementen

Het idee dat nóg meer evenementen, nóg meer nieuwbouw of ‘Citymarketing’ de jarenlange neergang in ons Stadshart wel zal stoppen, is, na zoveel jaren van teleurstelling, eigenlijk lachwekkend te noemen. Het Thorbeckeplein, hoe nodig ook, zal op zichzelf net zo weinig effect hebben als het Rijnplein dat in 2004 had. Waarom zou het nu opeens anders gaan? Niet ons Stadshart is de attractie van Alphen, dat zijn Avifauna en het Archeon, aan de rand van onze Stad. Al eerder rekende ik U voor dat noch de gewenste jachthaven Rijnhaven, noch nieuwe bewinkeling rond het station ook maar enig effect op dat Stadshart kan hebben. En de ‘Westelijke Rondweg” geeft passanten alleen de mogelijkheid om nóg sneller om de stad heen laten rijden. Een goed lopend Stadshart heeft helemaal geen trekker nodig, dat is zélf een trekker!

Revival

Hoewel een complete revival van ons Stadshart wel tientallen jaren in beslag zal nemen, moeten gemeente, politici én winkeliers de bakens nú verzetten. Doen ze dat niet, dan zal de huidige problematiek onstuitbaar verergeren, en zullen (die neiging hebben ze toch al) de grote winkelketens ook het kwakkelende Stadshart van Alphen aan den Rijn verlaten om zich nog meer te concentreren in de 20 grootste steden van ons land. In hun kielzog verdwijnen steeds meer winkels uit het Stadshart, verdwijnen de klanten en verloedert ons Stadshart tot niet meer is dan een boodschappencentrum voor de centrumbewoners. Dán kan het grote afschrijven op gebouwen en grond pas écht beginnen, en zakt deze grote en sterke gemeente onherroepelijk af naar een artikel-12 status. De combinatie van teruglopende leefbaarheid én onvermijdelijk groeiende gemeentelijke lasten zal Alphen aan den Rijn binnen een paar tientallen jaren tot een spookstad maken waarin niemand meer perspectief ziet. Ik begrijp werkelijk niet waarom ‘men’ de ogen voor deze gevaarlijke ontwikkeling blijft sluiten en het liever zoekt in ‘de vlucht vooruit’.

Vandaag heb Ik me geconcentreerd op het regionale disfunctioneren van ons Stadshart, in de volgende aflevering ga ik nader in op de retailstructuur binnen de gemeente Alphen aan den Rijn.

Jacqueline

1 jul

Tafelzeil
Ene Jacqueline deelde op 24 juni haar leed met de Alphense gemeenschap, en kreeg heel wat bijval met haar problemen rond de aankoop van een tafelzeiltje in onze Aarhof. De jeugd zal niet weten waar ze het over heeft, maar alle oudere Alphenaren kennen de oude gewoonte om de eettafel (meestal de enige tafel in de naoorlogse jaren) overdag te voorzien van een pluchen tafelkleed, met daaronder een tafelzeil. Dat diende, voor er zoiets als een placemat de Nederlandse bodem bereikte, om geknoei met etensresten na de maaltijd, wanneer het ‘mooie kleed’ eraf was gehaald, snel op te ruimen. Vroeger was dit tafelzeil per meter praktisch bij elke winkel met huishoudelijke artikelen als Blokker, HEMA, V&D en dergelijke in een aantal dessins te koop. Op een verticaal rek waren rollen opgehangen, die door een verkoper, met behulp van een daaraan gehangen houten ‘ellemaat’ werd afgemeten en vervolgens met een eveneens opgehangen schaar op de gewenste lengte afgeknipt. Tijdrovend werk, dat werd gecompenseerd door de ronduit riante marge op dit product.
Enfin, Jacqueline had pech, in winkelcentrum De Aarhof is het nérgens meer te koop. Tja, en dan is ook nog eens de enige lingeriewinkel in die Aarhof gesloten, en in een bankfiliaal (toch ook al zeldzaam aan het worden) verkopen ze nu eenmaal geen ochtendjassen.
De Aarhof is duidelijk de Aarhof niet meer, en Jacqueline druipt onverrichter zake weer af.

Rolmodel
Het zal niet haar bedoeling zijn geweest, maar Jacqueline staat hiermee wel model voor een type klant dat ons Stadscentrum domineert. Kortom, Jacqueline, het is helemaal niet persoonlijk bedoelt, maar ik leen je even, als beeld voor de vele Jacquelines die een winkelcentrum verwachten dat het niet meer is. En daarmee de ontwikkeling van het Alphense centrum tot Stadhart in de weg staan.
Jacqueline gaat naar de winkels die ze nodig heeft, en gunt de rest nauwelijks een blik. Verwacht dat het aanbod dat er ooit was, op het moment dat zij iets nodig heeft, altijd voor haar beschikbaar is. Tenslotte is die Liverawinkel al meer dan een jaar gesloten, en heeft Woerdman al een jaar geleden een prachtige nieuwe kookwinkel geopend in de Julianastraat. Volgens mij verkoopt die HEMA ook na tig ‘vernieuwingen’ nog altijd dameskleding, overigens. Xenos heeft naar mijn beste weten nooit tafelzeil verkocht, en bij Blokker past het niet meer in de nieuwe formule.
Jacqueline doet, net als vroeger, boodschappen en verwacht het boodschappencentrum van vroeger. Ze heeft geen boodschap aan alles wat ons Stadshart verder biedt, gaat niet even genieten op het terras van Barista, nee, zelfs een kop koffie op het Pleintje kan er niet vanaf. Veni, Vidi, Vici! “Ik kwam, zag en……? Nee, de overwinning gaat de Jacquelines van deze wereld voorbij omdat ze té veel bezig zijn met hun boodschappenlijstje.

Aarhof
Toen ‘De Aarhof’ werd opgeleverd werd in Ridderveld nog heel hard gebouwd. Het overdekte winkelcentrum was een echt wereldwonder, in Alphen, met tientallen winkels én (toen) de grootste HEMA van ons land. Mijn HEMA-collega in IJmuiden was tenminste hartstikke trots toen hij dat vlaggenschip mocht gaan besturen. Het was dan ook niet alleen bedoeld om Alphen de allure van een grote stad te geven, maar ook als noodzakelijke aanvulling op de toen erg dorpse en ouderwetse winkels in het centrum. In wezen bood die Aarhof van alles wat maar dát is inmiddels sterk veranderd. Niet alleen omdat er andere winkels zijn gekomen, maar vooral ook omdat er na veel samenvoegingen veel minder winkels zijn dan vroeger. Zo slokte Etos de ruimte van Jamin op, tassenwinkel Van Os verdubbelde het oppervlakte, en recentelijk ontstond de nieuwe Blokker vestiging uit samenvoeging van wel vier vroegere winkeleenheden. Hierdoor is die Aarhof een ‘gewoon’ onderdeel van het Stadshart van Alphen aan den Rijn geworden. Alleen de Jacquelines van deze wereld gaan nog alléén naar De Aarhof.

Stadshart
In de negentiger jaren verscheen een gemeentelijke notitie met de titel ‘Rondom de Brug’ als start voor de metamorfose die het Alphense Centrum al bijna vijftien jaar in haar greep houdt. Op papier schiep men hier een megalomaan Stadshart dat op zijn minst het dubbele aantal klanten nodig had dan Alphen zelf kon leveren. Helaas kwamen de inwoners van de omliggende plaatsen niet in massa’s op onze Stadshart af, en dat gaat ook nooit gebeuren. De onvermijdelijke teloorgang van het Lage Zijde plan was het gevolg. Want de harde retailwetten gaan nu eenmaal niet alleen uit van de wensen van onze Jacquelines, maar ook van de rentabiliteit van de geschapen winkeloppervlaktes. En dan blijkt dat niet alleen de geplande, maar nooit gekomen Alphenaren (Gnephoek, o.a.) in dat Stadshart ontbreken, maar ook dat de Alphenaren die hier wel kwamen wonen, steeds vaker dat Stadshart mijden. En dat komt dan weer omdat het finaal ontbreken van een gemeentelijk, laat staan een regionaal, retailbeleid ertoe heeft geleid dat wat het recreatief/zakelijke hart van de gemeente had moeten zijn, vooral het boodschappencentrum voor onze centrumbewoners is gebleven. Allemaal Jacquelines die allemaal even snel hun boodschappen halen, en dan weer verdwijnen. En wát men ook allemaal voor evenementen organiseert, tijdens die activiteiten loopt het Stadshart even vol, om net zo snel weer leeg te lopen als het afgelopen is. Je zou toch denken, als iets al honderd keer niet is gelukt, zit er toch iets fundamenteel fout? Aan de horeca kan het niet liggen, ná sluitingstijd lopen de plaatselijke bars gelijk weer vol. Nog even, en de gemeente kan voor haar mooie Stadshart afbraakplannen maken. Want ‘minder is meer’!
Zelfs nu een lang gekoesterde wens, elke zondag koopzondag, is ingewilligd, constateert Alphen met verbazing dat gewoon, net als vroeger, slechts één keer per maand gewinkeld kan worden. Want de wil is er wel, bij die consument, maar daadwerkelijk elke zondag boodschappen doen?

Oh ja, Jacqueline, er zijn heus nog de nodige lingeriewinkels in het Stadshart, maar moet je verder lopen dan de Aarhof alleen!