Archief | december, 2015

Alphen a/d Rijn Spookstad?

28 dec

Roetzwarte dag voor ons Stadshart?
Warenhuis V&D is failliet en zal, wat er ook verder met deze kreupele reus gebeurt, zeker uit Alphen aan den Rijn verdwijnen. Ook winkels als Scapino, Dolcis, en Manfield van het ooit zo machtige Macintosh verdwijnen uit ons straatbeeld, HEMA zit nog steeds onveranderd in de problemen en alleen Blokker (met 2x Blokker, Bart Smit en Intertoys in ons Stadshart vertegenwoordigd) heeft voldoende geld in kas om een scherpe sanering door te voeren. Het lijkt me dat voor Bart Smit, toch al niet op een top-locatie gelegen, het doek gaat vallen, en ook de vestiging aan Sint Jorisstraat zou best kunnen sluiten. Natuurlijk is deze situatie, in wezen al jaren, bij V&D of welke zwakke keten dan ook, één doffe ellende voor de betrokken werknemers, maar zijn al die failliete winkelketens een ramp voor de binnenstad? Ik zou denken van niet. Wat heeft een Stadshart nou aan winkels zonder uitstraling, zonder imago en zonder klanten? AD vindt van wel, zoals uit dit artikel blijkt, maar dit doemscenario hoeft helemaal geen werkelijkheid te worden, en wordt het op korte termijn ook niet.

Spookstad (2)

Dat er even lege plekken ontstaan in de Aarhof (Dolcis) en de Van Mandersloostraat (Manfield) is vervelend, maar die ruimtes zullen, op de beste winkellocatie van Alphen, wel weer snel worden opgevuld. De Scapino vestiging aan de Julianastraat is een ander verhaal, maar of deze winkel nu de kooplust van het langslopende publiek trekt? Nou nee!
Wellicht is dit voor Hoogvliet de mogelijkheid zijn grote supermarkt naar achteren uit te breiden, om aan de voorkant ruimte te maken voor een extra speciaalzaak, naast het, dan sterk verkleinde pand van Scapino. Lezers van dit blog zullen zich ongetwijfeld herinneren dat ik al vaker opmerkte dat die lange, dode, gevel van het Hoogvliet pand niet bevorderlijk is voor het beeld van die Julianastraat als ‘winkelstraat’.
V&D is een ander verhaal, met nieuwe kansen op die plek.
Dat LaPlace zelfstandig verder moet, dát was al jaren duidelijk, overigens, en die stap was ook in Alphen aan den Rijn al eerder gezet met de voorgenomen exploitatie van het Nutsgebouw aan de Aar! Nu even afwachten wat er precies met dit bedrijfsonderdeel gebeurt binnen dit faillissement.

Innovatie, of een nieuw verfje?
Toen ik bijna 15 jaar geleden opmerkingen maakte over het gebrek aan aantrekkelijkheid van ons Stadshart, vond de toenmalige VOA voorzitter dat maar flauwekul. ‘Als de etalages er maar goed uitzien’, liet hij de krant weten, daarmee zijn volstrekte onkunde over dit vakgebied etalerend, én zijn arrogantie er desondanks iets over te zeggen. Wat er aan de hand is dat de functie van de fysieke winkel in het Internet tijdperk niet alleen moet veranderen, maar ook kán veranderen als de retailers effectief gebruik maken van de mogelijkheden die dit internet hen biedt. Mogelijkheden die ik heb geschetst in het concept ‘De Nieuwe Winkelier’ op http://www.bricksenclicks.me!

Mogelijkheden die door slechts een klein aantal retailers zijn opgepakt, omdat het een totale herbouw van hun zo geliefde winkelformule nodig maken. In de moderne retail draait het immers niet om je hobby, maar om WAT je wilt betekenen voor WIE, WAAR en WANNEER.
Terwijl de meeste retailformules erop gericht zijn zoveel mogelijk voor iedereen te zijn, natuurlijk een onmogelijke opgave, want in de praktijk betekenen ze NIETS voor NIEMAND. Nou, en dán gaan ze failliet. Dat is even lastig, maar zeker geen aderlating voor een Stadshart waar toch al veel te veel van hetzelfde wordt aangeboden. Het enige probleem is dat het sluiten van deze winkels ertoe zal leiden dat de andere even meer omzet zullen scoren, en dat als goede reden opvatten om opnieuw weer alles bij het oude te laten. Tot ze op hun beurt ook in de dodenspiraal verzeilen en uiteindelijk ook failliet gaan. Niemand kan het zich in de handel permitteren om een eigen weg te blijven volgen en daarbij de maatschappelijke ontwikkelingen te vergeten. Niemand, waar dan ook, en Alphen aan den Rijn is GEEN uitzondering.
Toch gaan winkeliers, groot of klein, liever op de eigen manier kapot, dan dat ze andermans advies volgen. Het verklaart ook de populariteit van allerlei ‘marketeers’ uit de communicatie of internet sector die zich immers alleen maar met de communicatie van die verouderde formule bezighouden, facturen sturen en verder geen moeilijke vragen stellen.
Dit alles leidt tot de valkuil van de Actieve Inertie (Donald Sull) wat in het artikel ‘Spookstad’ op http://www.koornconsult.com wordt besproken. Iedereen werkt zich een ongeluk, maar het levert uiteindelijk alleen maar een faillissement op!

Het BIZ debacle
Na de geslaagde poging van de Alphense winkeliers om het BIZ en het Stadshartmanagement in de kou te laten staan, zijn het de politici en de vastgoedeigenaren die zich realiseren dat deze collectieve zelfmoordpoging ook invloed heeft op hun inkomsten en op de leefbaarheid van het Stadshart.
Want het is, nu elke winkeliersvereniging, gesteund door hun reclamebureau, weer op eigen houtje gaat werken, een serieus scenario te denken dat Alphenaren zich steeds sterker afkeren van hun eigen Stadshart, en er uiteindelijk zo weinig klanten overblijven dat veel ketens vertrekken. Op de hoofdkantoren kijkt men toch al steeds meer naar expansie in de grote steden, en heeft men steeds minder vertrouwen in de kansen elders. Tja, er zijn in Alphen veel te veel ketenwinkels, maar als die ook nog weggaan, wat blijft er over?
Dan verwordt ons Stadshart tot een wijkwinkelcentrum voor de centrumbewoners. Het moment dat ook de horecasector dat terdege gaat merken en we een implosie van ons Stadshart gaan beleven. Een somber, maar heel realistisch scenario dat voor veel meer kleinere steden geldt. Geen wonder dat het juist de politici en de vastgoedeigenaren zijn die gaan ingrijpen. Maar hoe? Daar hebben ze, eerlijk gezegd, vaak geen idee van.

Kansen voor ons Stadshart?
Natuurlijk zijn er genoeg kansen voor het Alphense Stadshart. Als tenminste alle betrokkenen inzien dat het zo niet langer kan.
Het wordt, om allerlei redenen overigens (zie ook http://www.bricksenclicks.me hiervoor), tijd dat gemeentebesturen zich realiseren dat ze er niet zijn door hun detailhandel in de bestaande winkelcentra te concentreren. Er moet snel beleid komen om het stadshart, nu vooral een opgewaardeerd dorpscentrum, zo snel mogelijk om te bouwen tot een gebied waar de consument graag winkelt en uitgaat, met heel beperkt aanbod aan boodschappenwinkels. Beleid dat ruimte maakt voor lokale initiatieven, en minder aandacht heeft voor het binnenhalen van nog meer landelijke ketens. Bij de ontwikkeling van dat, nu vaak ontbrekende, retailbeleid moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de functie van een stadshart, van dorps- of wijkwinkelcentra, van een buurtwinkelcentrum en van perifere vestiging van grootschalige detailhandel. En, uiteraard, het aanbod in en de omvang van die winkels afstemmen op de mogelijkheden van het internet!
Winkeliers hebben in ons Stadshart alleen maar kansen als ze zich als ‘Nieuwe Winkelier’ (http://www.bricksenclicks.me) herpositioneren door zich méér te specialiseren, méér te richten op hun primaire doelgroep, mínder kosten te maken op veel kleinere winkeloppervlakten door in dit concept effectief gebruik te maken van hun webshop. Dat levert een duidelijke meerwaarde op voor wat minder klanten die dus meer kopen. Terwijl de kosten zo’n beetje halveren. Winkeliers zullen zich vaak samen met anderen in één pand gaan vestigen, kleine pandjes gaan ‘bewonen’ of vanuit kiosken of shop-in-the-shop’s gaan verkopen. Dát levert voor ons Stadshart een attractief, afwisselend winkelbeeld op, én een verhoogde aantrekkelijkheid voor de Alphense burger. Een Stadshart dat wel veel compacter wordt dan het nu is, maar offer rustig winkelruimte aan de randen op voor parkeerruimte. Uiteindelijk levert dat meer op.
Alleen, de gemeentebesturen moeten zich realiseren dat ze deze échte innovatie niet aan hun winkeliers kunnen overlaten, ongeacht of ze nu groot of klein zijn. Die denken, uitzonderingen daargelaten, alleen maar aan hun eigen bedrijf, en aan wat ze morgen verdienen. Op die manier kun je geen retailbeleid maken. Zonder effectief gemeentelijk beleid op dit terrein zal ons trotse en peperdure Stadshart onherroepelijk devalueren tot boodschappencentrum voor de centrumbewoners. Precies zoals het ooit is geweest.
En gaan Alphenaren voor hun winkelavontuur allemaal naar de grote steden om ons heen.

Advertentie

Wat als het fout gaat?

3 dec

De gemeenteraad van Alphen aan den Rijn mag zich uitspreken over twee nieuwe ideetjes voor bij de Zegerplas die de volgende zaken met elkaar gemeen hebben:

  •  Veel te klein om economisch ook maar iets te betekenen voor Alphen aan den Rijn. Wát het ook wordt, een ‘Marina’ zeker niet!
  • Te complex om op die schaal rendabel te kunnen zijn, voorlopig zonder ook maar een glimp van bedrijfskundige onderbouwing.
  • Grote gevolgen voor de huidige gebruikers van dit recreatiegebied, om van de omwonenden maar te zwijgen.

Maar vooral, wát als het, zoals bij ‘Zegerplaza’, fout gaat?

Rust aan de Zegerplas
Al heel lang lijkt het ondernemers, gesteund door ambitieuze politici, een doorn in het oog te zijn dat onze Zegerplas, en de omgeving daarvan, een oase van rust is. Men kan niet wachten tot de hele oever vol staat met allerlei bouwsels die van ons slaperige stadje een metropool voor watersporters moet maken.
Gelukkig zien wilde plannen in Alphen zelden een vervolg, anders zou die Zegerplas allang een verzameling ruïnes zijn geworden. In feite is er nog maar één idee redelijk duurzaam gerealiseerd: Wet ’n Wild, mét waterskibaan. Een initiatief als “Wiebel Biebel” al gesneefd, hoewel, volgens de VVD indertijd, Alphen niet zónder kon. Mét een nieuw initiatief voor een kinderspeelpaleis aan de Hoge Zijde, én een slinkend aantal kinderen in onze gemeente, zal dat pand wel heel moeilijk te verkopen zijn. En dan?
De ook zo gewenste schaatsbaan is er nooit gekomen, en ook het ‘Klimbos’ aan de zuidoever mocht geen groen licht krijgen. Een ambitieus, maar weinig realistisch plan voor een horecaeiland bij de T-steiger is ook nooit uit het papieren stadium gekomen. En nu opeens weer twee gloednieuwe plannen, waaruit, zo lijkt het, de gemeenteraad alleen maar hoeft te kiezen om onze stad weer in de vaart der volkeren op te stoten. Oppassen geblazen!

Welke keuzes zijn er?
Ach, ons aller John Vermeer heeft met architect Ton Veelenturf een buitengewoon ingewikkeld plan uitgevogeld onder de naam ‘Zeger Marina’. Boothuis met sloepenverhuur, horecagebouw met mini hotel, waterbungalows in de plas, zeilschool, speeltuin én klimtuin naast het Chinese restaurant aan de Noordkant van de plas. Mét een watertaxi om hun bezoekers naar het centrum van Alphen te brengen.
Martin Kalkhoven daarentegen wil, helemaal tegen het Aarkanaal aan, een boothuis, horecagebouw én een drijvend trouwkapelletje in de Zegerplas bouwen
Tja, als je ziet wát dit, in economische zin, allemaal betekent voor de Alphense economie, dan stelt het natuurlijk niets voor. Zelfs niet in de paar zomermaanden. Dus waarom zou de gemeenschap, zeker de vele Alphenaren die nu aan die Zegerplas wonen, én de nóg grotere groep die daar elke dag recreëert , voor privé doeleinden van een paar ondernemers moeten inleveren?

City marketing
Pikant is toch wel de positie van John Vermeer, als voorzitter van de adviesgroep voor City Marketing én als ondernemer in dit project. Omdat dit plan, mét watertaxi, prachtig past in het door die commissie geproduceerde City Marketing plan, zijn mijn vraagtekens ook niet uit de lucht gegrepen. Alleen levert het de gemeente Alphen helemaal niets op. Beide plannen zijn immers veel te beperkt om merkbare invloed te hebben op de aantrekkingskracht van Alphen aan den Rijn. Daarbij is dit geringe effect ook nog eens beperkt tot de zomermaanden. Wat dat betreft overtreffen landelijk bekende publiekstrekkers als Archeon en Avifauna deze initiatieven, in hun betekenis voor ‘City Marketing”, vele malen.
Daarbij zal, in het ene geval wat meer dan in het andere, de infrastructuur (gas, licht, water en riolering) fors moeten worden aangepakt. Dat levert niet alleen, zoals veel oppositiepartijen al gelijk vaststelden, een hele ingreep in het landschap op, maar ook een enorme kostenpost voor de gemeente. Het idee dat deze ondernemers dat allemaal zelf gaan betalen, is natuurlijk in een roze wolk geboren.

En?
Merkwaardigerwijze wordt bij deze vage plannen, en zelfs bij de commentaren daarop, met geen woord gerept over de nog altijd lopende plannen rond een watersportcentrum in de Rijnhaven, waarvoor alleen al voor het ophogen van de brug 5 miljoen opzij is gelegd, en de al min of meer uitgewerkte plannen om aan de overzijde van het Aarkanaal de weilanden onder water te zetten. We hebben het helemaal niet alleen over deze twee ideetjes rond de Zegerplas, wethouder Van Velzen, om over allerlei bestaande voorzieningen in onze regio maar te zwijgen. Waarom zou Alphen aan den Rijn het zoveelste watersportcentrum moeten worden? Hoeveel Alphenaren hebben hier eigenlijk belang bij? Kunnen we ons gemeenschapsgeld niet zinniger aan grotere groepen besteden?

Wat als?
In een vorig blog heb ik er op gewezen dat Alphenaren de neiging hebben de wet van Murphy omgekeerd toe te passen: “Als iets goed zou kunnen gaan, zal het ook wel goed gaan!” Dát lijkt ook hier weer, net als bij het project Rijnhaven, onverkort toegepast te worden. Zoals dat eerder gebeurde bij Wiebel Biebel, en, ver daarvoor, bij de golfbaan waar drommen ‘gewone’ Alphenaren voor hun lol tussen de golfballen zouden gaan wandelen. Ook winkelcentrum ‘De Baronie’ is vanuit die instelling voor leegstand geboren.

Omdat het zonneklaar is dat ook deze beide initiatieven, áls ze al worden uitgevoerd, in economische zin verkeerd kunnen aflopen, zouden politici zich niet alleen over die plannen moeten buigen, maar ook over de vraag: Wat te doen als het verkeerd loopt?
Zeker aan het plan aan de Noordkant kleeft het probleem dat er sprake is van een forse ingreep in de omgeving. Hoe ruim je dat weer op en hoe voorkom je dat de gemeenschap dat weer moet betalen?
Het lijkt me niet teveel gevraagd ondernemers voortaan vooraf een bankgarantie te vragen als ‘verwijderingsbijdrage’. Voor ik, als één van de benadeelde omwonenden, later ook nog eens mag meebetalen aan het opruimen van iets dat er helemaal niet had mogen zijn!