Het zat eraan te komen, maar op zaterdag 1 oktober bleek uit een artikel van Wouter van Wijk in het AD/Alphen dat de eigenaren van het geplaagde winkelcentrum Ridderhof hun eigen grootste plaag zijn. Nu de gemeente zich al maanden geleden bereid toonde haar deel bij te dragen om het gratis parkeren onder De Ridderhof mogelijk te maken, en ook de winkeliers-eigenaars daartoe bereid waren, blazen de grote vastgoedeigenaren een principeovereenkomst op door, opnieuw, niets te doen en de gemeentelijke deadline te laten verlopen.
Opnieuw, omdat eerder de burgemeester al met sluiting moest dreigen om die grote eigenaren in actie te brengen om hun brandgevaarlijke winkelcentrum aan de eisen van de tijd aan te passen. En bleven die ook zwijgen toen Dick Vos en Reinder Koornstra, op uitnodiging van een aantal winkeliers daar, hun ‘reddingsplan’ voor De Ridderhof aan hen presenteerden.
Nu ‘niets doen’ blijkbaar tot bedrijfsstrategie is verheven, ga ik me afvragen of dat zwijgen en nietsdoen geen andere achtergrond heeft dan gewoon de onwil de wens van gemeente, huurders en inwoners van Ridderveld in te willigen, of daar tenminste een gesprek over aan te gaan. Gebrek aan geld kán in die kringen geen probleem zijn.
Maar is zwijgen geen opmaat voor iets heel anders?
De ‘Knots’
Eerlijk gezegd, dat winkelcentrum ziet er gewoon niet uit. Dat is ook geen wonder, want het werd gebouwd toen wij in 1972 hier kwamen wonen. Gebouwd in de stijl die in de zestiger jaren in zwang was, en pas later helemaal overdekt, deels met de bekende tenten. Met een parkeergarage die pas na overname door de gemeente enigszins tegemoet kwam aan de eisen van deze tijd. Een winkelcentrum dat zich maar mondjesmaat in onderhoud en schoonmaal mag verheugen. Die Ridderhof is indertijd als wijkwinkelcentrum gebouwd, maar functioneert al sinds de opening van de Herenhof als buurtwinkelcentrum. En daarvoor is het gewoon veel te groot.
Vandaar dat we in 2014 kwamen met een plan (De Knots) voor de korte én de langere termijn om er dan ook daadwerkelijk een compact en aantrekkelijk buurtwinkelcentrum van te maken. Maar alle reactie bleef uit, en we hebben onze medewerking daarop opgezegd. Alles kost moeite, maar het trekken aan dit dode paard levert, en zo voelen de winkeliers dat ook, geen voldoening.
Einde van deze ‘Ridderhof’?
Lijkt deze houding van de grote eigenaars raadselachtig, en het bewerkstelligen van de teloorgang van het eigen bezit economisch onverklaarbaar, er kan een goede reden voor zijn. Want als je die Ridderhof als winkelcentrum laat afsterven, komt er een moment dat de kleine eigenaars hun bezit, inmiddels zonder commerciële toekomst, wel moeten verkopen aan de grote jongens. En als het eenmaal in handen is een grote vastgoedclub, komt het moment daar om het compleet af te breken, en het te vervangen door een gloednieuw complex van parkeerruimte, een beperkt buurtwinkelcentrum én heel veel appartementen er bovenop. Iets wat natuurlijk allang gebeurd was áls De Ridderhof, inmiddels bijna 50 jaar oud, in handen van één eigenaar was geweest, zoals dat bij De Herenhof of De Atlas het geval is.
Dat gedrag mag dan maatschappelijk aanvechtbaar zijn, het is wel gezond zakelijk denken. Met name als je intussen de gemeente zo gek krijgt om in te grijpen, en die in de tussentijd het onderhoud laat doen, of het parkeren betaalt. Want als je je gemeente in het land wilt verkopen, met wat ‘city marketing’ heet, dan kun je maar hopen dat mogelijke investeerders niet die Ridderhof gaan bezoeken. Tja, dat Halfords nu verkast naar het al jaren leegstaande pand van De Schoenenreus is wel leuk voor de korte termijn, maar dat op zichzelf ontwikkelt die Ridderhof echt niet tot een leuke plek om te winkelen!
Geef een reactie