Zwarte Gaten 03
2 sepIntussen blijft de gemeente, toch al gebiologeerd van bruggenbouw, 5 miljoen Euro reserveren voor het verhogen van de Rijnhavenbrug! Terwijl er geen cent beschikbaar is om die ‘jachthaven’ verder te realiseren. Een politieke droom is allang een ‘fata morgana’ geworden, de toekomst van veel bestaande jachthavens in de regio ligt al in duigen, maar in onze Stadskas wordt nog steeds gewerkt aan de realisatie van een nieuwe jachthaven.
Zelfs als die Rijnhavenbrug wordt verhoogd, dan nog moet een schipper drie bruggen passeren voor hij ook maar op de Brasem is aangeland. En hoeveel bruggen je wel niet moet passeren als je een andere route neemt? Voor een zeiljacht sowieso al een enorm probleem, voor een gehuurd zeiljacht ronduit een blokkade. Met een motorboot de plassen op vanuit Alphen is mogelijk, en met een gehuurd sloepje je laten bekijken door je stadgenoten, ach, ook dat kan wel. Maar, als je toch gaat huren, waarom dan die lange tocht van Alphen naar Nieuwkoop maken, als je daar gewoon in tien minuten heenrijdt en ter plekke een fluisterboot huurt?
Het zou mooi zijn als onze gemeenteraad eens korte metten ging maken met de Zwarte Gaten die ik in deze blogs heb genoemd. Natuurlijk weten ze ervan, want bij elke begrotingsbehandeling komen ze die tegen. Stop verder ‘onderzoek’ dat absoluut nooit iets kan opleveren. Dat slankt gelijk het gemeentelijk apparaat wat af! Laat die brug met rust, en zorg ervoor dat de wensen van een paar mondige stadgenoten niet leiden tot enorm veel fileleed, en zelfs planschade voor Avifauna. Die hele jachthaven is een onzinnige onderneming waar niemand echt geld in gaat steken. Tja, dat meneer Zeeman met zijn vastgoedbedrijf Green likkebaardend wacht tot de gemeente nogmaals miljoenen steekt in iets dat de waarde van hun gebouwen verhoogt, dat snap ik ook wel. Waarom die gemeente daar, jaar in jaar uit, weer elke keer instinkt, dát snap ik absoluut niet.
Pappa en Mamma?
22 augSuperspecialisatie nodig in Stadshart Alphen aan den Rijn.
De nieuwe detailhandelsvisie van de gemeente Alphen aan den Rijn 2016-2015 geeft duidelijk aan dat er in de hele gemeente maar één recreatief winkelcentrum is, en dat is het Stadshart van Alphen aan den Rijn. Onderzoek in het kader van de ontwikkeling van deze visie geeft ook aan waar ex-stadshartmanager Martin de Vries en ik het allang over eens waren, namelijk dat het aanbod in ons stadshart heel éénzijdig ligt op de behoeften van slechts de helft van de bevolking, zodat het geen wonder mag heten dat de andere helft steeds vaker buiten onze gemeente gaat shoppen. Tenslotte zijn er, binnen een 30 autominuten, méér dan genoeg alternatieven voorhanden.
Om dat te veranderen is het nodig dat er, veel meer dan nu het geval is, innovatieve winkels en winkeltjes komen met een hoogwaardig, actueel en vaak supergespecialiseerd (denk aan de spellenwinkel binnen Haasbeek Centrum, de koffie- en theewinkel Simon Levelt of taartenwinkel Tazzels) aanbod. In dat kader valt dan al gauw de term ‘Pappa en Mamma’ winkel, waarover ik vanochtend een zowel éénzijdige als vruchteloze discussie met één van onze plaatselijke detaillisten voerde. Pappa en Mamma winkels zijn immers ouderwetse, heel branchegerichte, kleine, zelfstandige winkels die je vroeger op elke straathoek kon vinden. In een dorp als mijn geboorteplaats Koudum, maar ook in Alphen aan den Rijn. Voortkomend uit de sfeer die Geert Mak zo treffend beschreef in “Hoe God verdween in Jorwerd”. De winkeltjes die iedereen zo belangrijk vond ‘voor de buurt’, maar waar steeds minder gekocht werd, tot ze stopten of moesten stoppen vanwege te laag rendement. Winkels waarvoor in Alphen aan den Rijn winkelstrips als aan het Gouden Regenplantsoen, de Van Nesstraat en de Lijsterlaan bouwde. En, oh, oh, recent nog de Koopzwam en de Sterrenlaan. Nee, de kleine winkels die het stadshart moeten opwaarderen hebben een klein oppervlak, vormen geen deel van een keten, hebben hun winkeloperatie volledig geïntegreerd met hun webshop én zijn volledig gericht op de specifieke vraag van een specifieke doelgroep. Ze hoeven, als kiosk, als ‘nieuwe marktkraam’ of als shop-in-the-shop niet eens op een winkel te lijken! Dat biedt niet alleen niveau, maar ook verrassing voor de bezoeker, en houdt velen die nú ontevreden zijn over het aanbod in ons Stadshart in de hele gemeente. Dát is het doel van onze nieuwe detailhandelsnota, dát betekent dat het Alphense Stadshart uitgroeit tot de echte kern van onze gemeente, en dát is nou juist zo belangrijk voor de ontwikkeling van de positie van Alphen aan den Rijn als een aantrekkelijke gemeente om te wonen, te werken en te recreëren (Citymarketing).
In zo’n omgeving passen geen ‘pappa en mamma’ winkeltjes, dat is onzakelijke nostalgie!
Detailhandelsvisie gemeente Alphen aan den Rijn 2016-2025
Ik mocht deel uitmaken van de ‘expertgroep’ die met het Retail Management Center en de gemeente Alphen aan den Rijn heeft gewerkt aan een nieuwe, toekomstbestendige, visie op de ontwikkeling van de detailhandel in de gemeente Alphen aan den Rijn als (zo zie ik het) centraal element in wat de gemeente met ‘Citymarketing’ beoogt.
Deze detailhandelsvisie ligt ter inzage op het gemeentehuis, en ik hoop werkelijk dat de ondernemers (alle ondernemers) die zich op de consument richten, nu eens de moeite gaan nemen om daar kennis van te nemen. Dat geldt overigens in minstens zo grote mate voor de leden van de gemeenteraad, die er goed aan doen zich deze materie door een hierbij betrokken expert te laten verduidelijken. Want uiteindelijk zijn zij het die de beslissingen moeten nemen over hoe de hele gemeente Alphen aan den Rijn zich qua winkelinfrastructuur gaat ontwikkelen, óf dat niet doet, ten koste van de leefbaarheid in onze gemeente.
Een detailhandelsvisie die wel rekening houdt met de bestaande belangen, maar gericht is op een duurzame toekomst. Dát heeft consequenties voor alle winkelcentra in Alphen aan den Rijn, want het betekent ook dat de verspreide bewinkeling, waaronder nu nog 30% van alle winkels vallen, op termijn wordt afgebouwd.
BNR analyse inwoners en winkelaanbod
Naast de algemene conclusie dat het Alphense Stadshart teveel ‘boodschappencentrum’ en te weinig ‘recreatief winkelcentrum’ is (iets wat ik al jaren in deze blogs te benadruk) ontvouwt zich de enorme éénzijdigheid van het aanbod in ons winkelcentrum die ik, op basis van de analyse door het RMC in die detailhandelsnota, probeer in één plaatje te schetsen.
Wat blijkt, het detailhandelsaanbod is praktisch helemaal gericht op inwoners in de gele (Gezelligheidszoekers) en Groene (Privacy/Eigen huis en tuin) belevingswereld. Voor de mensen in de rode (Assertief, initiatiefvol) en blauwe (Stijl, exclusiviteit) belevingswereld is nauwelijks iets te vinden. Ons Stadshart biedt dus weinig aan 47% van onze bevolking, en dat is nog erger dan ik al dacht. Op deze manier is ook geen wonder dat veel Alphenaren al jaren hun Stadshart mijden, en dat steeds meer doen. Het is onder ondernemers een hot item om de parkeerkosten te verlagen, maar uit onderzoek blijkt dat juist de mensen die NIET komen, dáár helemaal niet mee zitten. Dat lijkt me ook nauwelijks de groep die zich aangesproken voelt voor een tochtje met het nieuwe treintje. Kortom, we kunnen ons gemeenschapsgeld beter in de verbetering van ons aanbod stoppen.
Maar eerst maar eens die detailhandelsvisie goed doorlezen vóór het besluit is genomen!
LEF in Alphen aan den Rijn?
11 augEconomic Development Board Alphen (EBDA)
Het zal duidelijk zijn dat Nieuw Elan wethouder Gerard van As van opschieten houdt. Maar niet voor het eerst hebben we een wethouder die grote ambities heeft voor deze stad en onze gemeente. De EDBA, onder leiding van Van As, moet die ambitie handen en voeten geven. Er is al een prachtig rapport geschreven, genaamd ‘Groene Stad met Lef’, om duidelijk te maken dat Alphen klaar is voor de toekomst.
Helaas is het mij ook na bestudering van dit rapport vooralsnog onduidelijk, op welk niveau die toekomst gerealiseerd moet worden:
- Want gaan we nu voor ontwikkeling van de regio Groene Hart Noord, waarvoor trouwens CDA wethouder Kees van Velzen, ook EBDA bestuurslid, politiek verantwoordelijk is, en hoe denken we daarbij gemeente én stad Alphen aan den Rijn tot de centrale spil van die ontwikkeling te maken?
- Of staat de ontwikkeling van onze groeiende gemeente Alphen aan den Rijn centraal, dus de ontwikkeling van de Stad Alphen, mét de kernen daaromheen én het daar tussengelegen groen.
- Wellicht ook, en dát heet in mijn vakgebied citymarketing, de ontwikkeling van de stad Alphen aan den Rijn als centrum van het economisch, politiek, godsdienstig én cultureel leven in de gemeente Alphen aan den Rijn.
- En wat moeten we dan met het Centrummanagement (VOC) voor het Alphense Stadshart?
Kortom, er zijn sowieso al 4 lagen te noemen waarop de ontwikkeling in en rond Alphen gestalte kan krijgen. Dat vereist een keuze die vooralsnog niet gemaakt wordt.
Het is nogal duidelijk dat je geen ontwikkeling op economisch gebied kunt realiseren zonder daarbij ook de genoemde andere aspecten mee te nemen. Dat maakt de problematiek alleen maar groter. Als we bijvoorbeeld spreken over onderwijs dan heeft dat veel meer effecten voor onze bevolking dan simpelweg het ontwikkelen van de lokale economische groei. En hoe realiseer je een bloeiende stadsgemeenschap zonder functionerend Stadshart en een rijk cultureel leven? Hoe krijg je hier ooit een HBO opleiding van de grond, in de wetenschap dat studenten op een half uur afstand kunnen kiezen uit 8 hogescholen?
In Alphen lopen veel mensen met het idee rond dat WIJ die grote stad in het middelpunt van dit bekende planologisch model zijn. In werkelijkheid zijn we niet meer dan de grootste agglomeratie binnen een ring van veel grotere Randstad steden. Vanuit die steden gezien een marginaal verschijnsel, in elk opzicht!
Het zal niet meevallen aan die positie iets te doen, vooral
omdat het 2/3 van de bevolking een zorg zal zijn hoe het bedrijfsleven hier reilt en zeilt,
omdat ze hun inkomen elders verdienen.
Groene Stad met Lef
Tja, waarom wil het met ons imago als ‘Groene Stad met Lef’ maar niet lukken? Misschien omdat iets als “imago” afhankelijk zijn van hoe Alphenaren die stad ervaren, maar meer nog hoe men elders in en buiten de Randstad denkt over onze stad. Imago is niet iets wat zich met een leuk rapport, wat bravoure, verkooptrucs en wat free publicity laat veranderen. Het is ook niet iets wat snel genoeg verandert om er binnen 10 jaar economisch iets aan te hebben. Een periode die voor veel ondernemers als ‘eindeloos’ wordt gezien, en voor een flink aantal gewoon te lang zal blijken. Tenzij onze economie opeens opveert, maar daar gelooft zo langzamerhand niemand meer in. Terwijl het voor het maken van strategisch beleid weer te kort is.
Kortom, de enige kans ligt in het heel geconcentreerd werken aan de komst van minstens één echt groot bedrijf, en dat werk ligt niet ín de gemeente, maar daarbuiten. En in die buitenwereld zijn Alphenaren weinig thuis, is mijn ervaring van de laatste 20 jaar!
Sieger Dijkstra
Aan de hierboven geschetste situatie kan ook een economische duizendpoot als Groninger Sieger Dijkstra weinig aan veranderen. Want hij is degene die, naast zijn talloze andere beslommeringen, de EDBA dit jaar op gang moet helpen.
Of hij daarbij kan leunen op zijn ervaring met de Groninger Economic Development Board wordt vast voorondersteld, maar daar zet ik toch mijn vraagtekens bij. Tenslotte ken ik, vanuit elk gezichtspunt, Alphen goed, maar ook in Groningen ben ik bepaald geen vreemde. En dat Groningen is op zo verschrikkelijk veel punten heel anders dan Alphen. Ook als we de mentaliteitsverschillen er even buiten laten:
- Groningen is, en is al eeuwenlang, hét middelpunt van de drie Noordelijke provincies. Dat was het al in 1965 toen ik, als Friese jongeman, daar als één van de 10.000 studenten ging studeren. En dat is het nog, al studeren er nu bijna 60.000, wat, op een bevolking van ruim 200.000 mensen, betekent dat 20% van de Groningers student is. Tja, ons Alphen is net 1/3 in omvang, en een studentenstad?
- Natuurlijk is Groningen ook, met een Academisch Ziekenhuis, hét centrum van medische zorg in het Noorden, en bloeit het culturele leven. Naast de Gasunie, in het kolossale gebouw dat ooit onze “buurman” was, zijn er nog vele grote bedrijven in en rond de stad gevestigd.
- Ook is het Groningse Stadshart, als winkelhart voor de hele provincie, qua omvang én functionaliteit, niet met het Alphense Stadshart te vergelijken.
- De regionale problematiek is ook heel anders, met een groot probleem rond de aardgaswinning, en de aloude problemen in Zuid-Oost Groningen.
- Waar Alphen, ook omdat we hier nauwelijks grote bedrijven hebben, te maken heeft met een echte ‘Brain Drain’, zuigt Groningen ‘brains’ aan.
Kortom, een Economic Development Board ziet zich in de provincie Groningen niet alleen met totaal andere problemen geconfronteerd, maar ook met een historische positie van de stad Groningen die in het noorden onomstreden is.
Wat in Groningen lukt, hoeft hier, in en rond een middelgrote stad binnen de Randstad, helemaal geen effect te hebben. Maar Sieger Dijkstra heeft duidelijk potentie, én ervaring, dus laten we hem het voordeel van de twijfel maar gunnen. Zónder hem lukt het ook niet!
Citymarketing
Het is over het algemeen wel handig om te weten waar de bevolking nu eigenlijk zelf heen wil, op allerlei terreinen. Daarom komt Dijkstra, heel klassiek, maar onder een andere naam, aanzetten met de ‘participatieladder’. De Alphenaren mogen zich themagewijs een avond met deze problematiek bezig houden, hoewel het onduidelijk is hoe de volgende treden worden beklommen. Ik zag de vorige week de uitnodiging voorbijkomen, maar heb besloten dat het niet veel zin heeft daar tijd in te steken.
Waarom?
Wel, het zou vreemd zijn als ik, naast alle discussies in en buiten de gemeenteraad over zaken als ‘Alphen de beste gemeente voor ondernemers’, ‘Onderwijs en Arbeidsmarkt’, ‘Green Delta initiatieven’ of ‘Alphen als aantrekkelijke en recreatieve woonstad’, daar veel zou opsteken. Vrijwel alle blogs op deze site gaan, niet voor niets, op de één of andere wijze over die onderwerpen. Daarnaast vrees ik dat de discussies hopeloos verdeeld zullen zijn over de vier niveaus die ik al eerder noemde. Als dat zelfs in de gemeentelijke advertentie voor een ‘Citymarketeer’ al het geval was! En dat bij té veel deelnemers het eigenbelang boven het belang van het Stadshart, de Stad Alphen, de gemeente Alphen of de Regio uit zal stijgen. Tenslotte is dit niet de eerste ‘participatiemeeting’ over de toekomst van onze eigen ‘Stad en Ommeland’!
Nee, ik ga daarvoor niet naar iFlow, maar wens alle deelnemers, Sieger Dijkstra én mijn favoriete wethouder veel succes met wat er ná die meetings moet gaan gebeuren.
Niet nog meer winkels!
31 julHolland Outlet Mall Zoetermeer
Ik ben zeker één van de experts die, zoals een verregend Alphens Nieuwsblad op 27 juli vermelde, een forse reductie in winkelmeters voorstaat. Ook in Alphen aan den Rijn!
We hebben in Nederland zeker 30.000 winkels teveel, winkels die geen toegevoegde waarde leveren aan de winkelcentra waar ze gevestigd zijn. In ‘winkelcentra’ die we tegenwoordig geen winkelcentra meer zouden noemen, zoals de Van Nesstraat. Of die, vanuit het verleden, helemaal buiten zo’n centrum zijn gevestigd. En, zeker in stadscentra, zou die reductie in vierkante meters, via de volledig geïntegreerde ‘Nieuwe Winkeliers’ van http://www.bricksenclicks.me, in winkeloppervlakte nog wel eens veel meer kunnen zijn dan de meeste collega’s rekening mee houden. Met name, en ook dat zijn veel retailexperts het met me eens, als alle ‘boodschappenwinkels’ die stadscentra verruilen voor de omliggende wijk- en buurtverzorgende winkelcentra, zoals Atlas, Baronie, Herenhof en Ridderhof. Dan blijft er in Alphen een compact, maar levendig Stadshart over waar de Alphenaar graag zijn tijd doorbrengt. En actieve en innovatieve ondernemers die daar weer hun brood verdienen.
Maar betekent dit dat er geen plaats zou zijn voor een Factory Outlet Center, zoals die er al zijn in Lelystad (Bataviastad), Roozendaal (Rosada) en Roermond (Fashion Outlet Center). Want de behoefte aan grote winkelcentra met een speciale functie, ooit begonnen met de Meubelpleinen, zal alleen maar toenemen. Niet alleen bij die FOC’s, maar ook in de vorm van tuincentra, vrije-tijds winkels en bouwmarkten. Met wat goede wil kun je de Foodmarkten, zoals JUMBO die introduceerde, daar nog bij rekenen.
Geen winkels voor de dagelijkse aankopen, zelfs niet om elke week naar toe te gaan, maar wel uitermate geschikt om, bij specifieke aankopen, de consument in een aansprekende omgeving veel keus én beleving te bieden.
Tja, er zijn veel te veel winkels in Nederland, en toch is er een
duidelijke behoefte naar nieuwe winkelruimte, zelfs, of juist, in dit internet tijdperk. Daarbij spreek ik beslist niet over MegaMalls, die een regelrechte aanslag op élk stadscentrum betekenen. Dat verandert niet, maar verdwijnt gewoon. Alphen zonder Stadshart? In de US heb ik dat wel meegemaakt, maar hier?
Concurrentie?
Ach, ondernemers doen altijd of elke nieuwe vestiging hen het brood uit de mond rooft, een houding waarmee ik ook zelf ben opgevoed. Ze wijzen graag op de penibele situatie waarin veel retailers zitten, maar erkennen nooit de rol die hun eigen onvermogen of onwil om tijdig in te grijpen speelt. In plaats van zelf in te zien dat ze niet de juiste keuzes maakten en daardoor niet in staat zijn hun klanten bij elk bezoek een plezierige verrassing te bieden.
Zo vind ik het bijvoorbeeld bijzonder dat de Alphense ondernemers zich wel bij voorbaat uitspraken tegen de komst van een FOC bij onze stad, maar dat niet deden toen Jan Zeeman opeens een heel nieuw winkelcentrum uit de grond ramde dat qua (geplande) functie een rechtstreekse aanslag op ons Stadshart betekende. Dat het uiteindelijk niet veel meer werd dan een buurtwinkelcentrum is, planologisch gezien, alleen een geluk bij een ongeluk.
Omdat het nogal duidelijk was dat ‘Het Grootkapitaal’ beslist zo’n Factory Outlet Centre in de randstad wilde, had het iedereen allang duidelijk moeten zijn dat zo’n initiatief, linksom of rechtsom, ooit gerealiseerd zou worden. Nadat de pogingen in Alphen, Bleiswijk en Halfweg door de protesten van “gedupeerde” winkeliers geblokkeerd werden, zien we nu opeens dit initiatief in Zoetermeer. Een initiatief waarvan het duidelijk is dat dit er wel komt!
Waarom?
Zoetermeer
Er zijn een aantal redenen om aan te nemen dat die Holland Outlet Mall er wel zal komen:
• De winkeliers in Zoetermeer hadden in 2012 de komst van een FOC op industriegebied Bleizo, tussen Zoetermeer en Bleiswijk in, beslist niet tegen willen houden. Met de gedachte dat, áls er zo’n centrum in de regio komt, je maar beter kunt profiteren van de klantenstromen die deze outletcenters uit een straal van wel 100 kilometer aantrekken.
• De locatie, ooit als Meubelplein is begonnen, ligt pal naast het Zoetermeerse Stadshart. Een situatie die de winkeliers wel kennen uit Roermond, waar het Fashion Outlet Center de binnenstad bepaald geen windeieren legt.
• De provincie kan zich er moeilijk tegen verzetten, omdat daar al vele jaren grootschalige detailhandel is toegestaan. Daarbij, om de gedachten te bepalen, is er in een FOC geen sprake van één immense winkel (zoals Hornbach, Ikea of Mediamarkt) maar van een heel gevarieerd palet van, vooral merkgerichte, (dump) winkels die op zichzelf niet buitensporig groot zijn. Binnen een, gewoonlijk themagericht, Outletcentrum met veel parkeerruimte.
Nachtmerrie voor veel winkeliers: Factory Outlet Center Rosada
Gevoegd bij alle andere argumenten om wél te komen tot de realisatie van een FOC, genoemd in mijn blog ‘Factory Outlet Center’ van 6 november 2012 (!) op (http://www.clicksenbricks.me) lijkt het me dat de combinatie van de Holland Outlet Mall met het Stadshart Zoetermeer een haalbare kaart zal zijn. Ondanks mijn al eerder geuite bedenkingen tegen de (te kleine) locatie en de wat overdreven voorstelling van de omvang van de te realiseren klantenstromen.
Alphen aan den Rijn
Het zal duidelijk zijn dat er nú al veel Alphenaren in Zoetermeer gaan winkelen. Dat gaan er met de vestiging van een FOC natuurlijk nóg meer worden, want als je de paden eenmaal kent! En hoewel de nodige mensen hun best doen, zie ik op korte termijn nog niet zoveel verbeteren in het Alphense Stadshart. De politiek is zich er blijkbaar niet van bewust dat ondernemers geen ruimte huren om het Stadshart, en daarmee Alphen, aantrekkelijker te maken, maar om er geld te verdienen. En maken ze zich blijkbaar meer zorgen over individuele belangen van winkeliers op niet duurzame vestigingsplaatsen in de Raadhuisstraat, Hooftstraat of Van Nesstraat, om er een paar te noemen. Natuurlijk was de omgeving Thorbeckeplein een schande voor de stad, en is het belangrijk dat dit door het nieuwe college snel is opgepakt. Maar de actie van ‘De Gelaarsde Kat’ tegen de bouw van de Triangel is een goed voorbeeld van hoe gevestigde individuele belangen werkelijke vooruitgang in de weg zit.
In ieder geval zal dat Thorbeckeplein niet automatisch leiden tot grote klantenstromen in onze winkels, zolang de meerderheid van onze winkeliers niet meer doen dat houden wat ze hebben.
Tja, via de BIZ is er weer geld, maar of het nou zo verstandig is om dat te gebruiken voor een Stadstreintje??? Leuk voor toeristenplaatsen, maar het lijkt me verstandiger een combinatiebezoek aan het Archeon, Avifauna en ons Stadshart mogelijk te maken, dan om een beetje in de stad rond te rijden. Enfin, het is niet mijn geld.
Nee, als Alphen tien jaar geleden minder defensief had gedacht, hadden ónze ondernemers van extra toeloop uit dat FOC naast de stad kunnen profiteren, nu hebben ze er alleen maar last van. En hun protesten zullen weinig uithalen, en zelfs áls, dan zien we wel weer het e.e.a. gebeuren in Woerden, Gouda of Leidsche Rijn.
Of, zoals ooit een collega zijn studenten uitlegde: “Welke kant je bij Nijmegen ook uitzwemt, uiteindelijk komt iedereen in de Rotterdam terecht.
Kansen voor Boskoop
9 julCentrumkansen
Hoe je het ook bekijkt, wát de politiek ook beweert, en óf de betrokken ondernemers dat nou wel of niet graag willen, Boskoop is veel te klein om van haar centrum meer te verwachten dan een toekomstige functie als boodschappencentrum. Misschien met een plusje, maar dat is het dan ook wel. Wat dat betreft is het vergelijkbaar met Bodegraven.
Ongetwijfeld lag dat in het verleden anders, maar het is irrealistisch om hier een recreatief winkelcentrum te verwachten, en de werkelijkheid is dan ook dat elementen die dit recreatieve benadrukken, zoals modewinkels, het óf zwaar hebben, of al zijn gesloten. Ik weet het, ook Zeeman en Wibra tellen in de statistieken als modewinkel, maar zo zullen weinig winkelende klanten dat zien.
Boskoop moet zich, als kern, concentreren op de functie als boodschappencentrum voor alle inwoners. Misschien een waarheid die veel Boskopers niet zint, maar waar bedrijfskundig geen poot tussen is te krijgen. Er is nu met mode al geen geld te verdienen, en dat wordt alleen maar moeilijker. Er is dus alles voor te zeggen alle overblijvende winkelvoorzieningen te concentreren op een kleiner oppervlak zodat die inwoners er snel en efficiënt hun inkopen kunnen doen.
Merkwaardigerwijze zijn er vergevorderde plannen, goedgekeurd in de allerlaatste gemeenteraadsvergadering in de gemeente Boskoop, om dat centrum juist uit te breiden door het verplaatsen van de plaatselijke Albert Heijn vestiging naar een nieuwe locatie juist buiten het huidige centrum. Dat is, met nieuwe parkeerplaatsen vlak voor de deur, misschien goed voor Albert Heijn, en, uiteraard, voor de projectontwikkelaar, maar desastreus voor de duurzame ontwikkeling van het dorpscentrum als geheel. En daarmee voor de leefbaarheid van Boskoop als woonplaats. Waar er nu al grote gaten in de bewinkeling zijn te zien, kunnen de AH plannen er heel goed toe leiden dat het hele dorpscentrum benoorden De Zijde moet worden opgegeven om de rest overlevingskansen te bieden!
Duurzaam?
De gemeente Alphen aan den Rijn, waartoe ook Boskoop behoort, heeft als beleid dat nieuwe detailhandelsvestigingen alleen mogelijk zijn op plaatsen waar al winkelcentra zijn, zodat de duurzaamheid van die bestaande winkelcentra juist wordt ondersteund, in plaats van ondergraven. Natuurlijk (die richtlijn was er toen nog niet) had binnen dit beleid De Baronie ook nooit als zodanig gebouwd mogen zijn. Zoals ook de mogelijke vestiging van detailhandel in de plint van de bebouwing rond het Alphense station kannibaliseert op de ontwikkeling van ons Alphense Stadshart. En ook de nieuwbouw van Albert Heijn haaks op het beleid van de gemeente Alphen aan den Rijn en benadeelt die vestiging de duurzaamheid van het Boskoopse centrum.
Bibliotheek
De vestiging van een grote bibliotheek in de huidige Albert Heijn vestiging is niet meer dan een politieke oplossing voor eergisteren. Wie nog denkt dat “de bieb” in haar huidige vorm nog 5-10 jaar blijft bestaan, is een maatschappelijke dinosaurus. Op langere termijn is dat geen oplossing, en het was een kans geweest juist hier te experimenteren met een kleine bibliotheekvestiging (daarvoor zijn er elders genoeg vierkante meters elders in het dorpscentrum) zonder eindeloze rijen met boeken, maar als servicecentrum waar via het internet bestelde boeken kunnen worden afgehaald en teruggebracht. Aangevuld met een bescheiden uitstalling van nieuwe boeken, wellicht wat kleuterboekjes en een leestafel met tijdschriften. Dat systeem werkt perfect, ook nu al in de bestaande bibliotheek!
Albert Heijn
Eerlijk gezegd heb ik in geen jaren zo’n treurige Albert Heijn vestiging gezien als in Boskoop. Het lijkt erop dat AH daar wil bewijzen dat ze écht die nieuwe vestiging nodig hebben. Het is een ronduit klantvijandige en sombere vestiging die niet goed geleid wordt, en waarin zichtbaar al vele jaren niets is geïnvesteerd. Een uitstraling uit het jaar nul, waar, zelfs op korte termijn, gemakkelijk het nodige aan verbeterd kan worden, mits men dat in Zaandam zou willen.
Vreemd genoeg, waar je bij een moderne supermarkt toch een oppervlakte van zeker 2000 m2 zou verwachten (de ‘norm’ is nu 1500 m2, maar supermarkten zijn de enige winkels die nog steeds méér oppervlak nodig hebben), maar de nieuwe vestiging is nauwelijks groter dan de bestaande. Omdat het relatief simpel moet zijn de huidige vestiging met 200 m2 uit te breiden door een aanbouw op het huidige parkeerterreintje, kán dat de reden niet zijn om te verkassen naar die nieuwe locatie. Het feit dat dáár veel parkeerplaatsen komen die op de geplande manier vooral door AH klanten gebruikt gaan worden, natuurlijk wel.
Maar dat betekent dat dit voor Boskoop geen duurzame oplossing is, omdat hierbij beide (AH én Hoogvliet) centrumsupermarkten te klein zullen zijn om op termijn de echte concurrentie (Vooral de veel grotere JUMBO en AH-XL winkels in Waddinxveen, 10 autominuten verder) aan te kunnen. Een typisch geval van politieke en zakelijke bijziendheid!
Toekomst, of Verleden
Kortom, Boskoop bouwt voor gisteren, en de gemeente zou nog eens ernstig moeten kijken naar de toekomst voor het dorpscentrum, in plaats van vast te houden aan besluiten op basis van verouderde ideeën uit een weinig relevant verleden.
Als dat wat geld kost, nou én?
Een verloederd dorpscentrum kost immers veel meer, en niet alleen in financiële zin.
De Wind, natuurlijk….
4 julJulianabrug open?
Op 23 mei schreef ik een blog over de wenselijkheid van een ‘feestje’ op de brug, terwijl het onderzoeksrapport nog niet was verschenen. Nu dat vernietigende rapport er ligt, slechts een paar dagen voor dat feestje, komt de slechte timing wel erg naar voren. Want de Onderzoeksraad voor de Veiligheid veegt niet alleen de vloer aan met de betrokken aannemers, maar ook met het gemeentebestuur die hen maar liet begaan. Hoewel toch elke leek al vraagtekens had bij het idee die zware klus te klaren met losstaande kranen op wiebelige pontons, zag ons ‘stadhuis’ geen gevaar voor haar burgers, of wilde dat niet zien. De vraag die de gemeenteraad donderdag dan ook beantwoord moet krijgen staat dan ook in dat blog centraal: “Waarom moest en zou dat brugdek er op vrijdag 3 augustus 2015 er beslist liggen?” Terwijl die brug er al vele maanden uitlag, en sowieso nog lang niet gebruikt kon worden omdat de aansluitingen nog niet klaar waren, de reden immers waarom die kranen niet op de landhoofden konden staan. Waarom dan niet later?
De subvraag, om de beweegredenen van die aannemers te snappen, is dan ‘Hoeveel had het die aannemers gekost als dat brugdeel toen NIET geplaatst was”?
De Wind
Blijkbaar waait het in Nederland te weinig om daarmee bij het hijsen van een enorm brugdek rekening te houden! Iedereen weet wat er gebeurt als je een plat voorwerp door de lucht beweegt, zelfs áls het niet waait. En die wiebelende kraanopstelling, volgens het rapport tot het maximum belast, had dat brugdek toch zeker nog 100 meter moeten verplaatsen. Dus om dat brugdek heen en weer te zwaaien, dáárvoor was helemaal geen wind nodig!
Laten we hopen dat er bij het inhijsen van de Maximabrug, later deze maand, wél rekening met die wind wordt gehouden.
Veiligheid
Dat de gemeente verantwoordelijk is voor de veiligheid van haar burgers is duidelijk en onomstreden. Jarenlang werden de kerosinetankers voor Schiphol als inbreuk voor de veiligheid van de omwonenden gezien, zozeer dat er zelfs door onze gemeente plannen waren gemaakt, en zelfs al een geul gegraven, voor een omleidingsroute via de Zegerplas. Nu dat gevaar via pijpleidingen is verdwenen, laat de gemeente toe dat er op die zelfde Rijn een levensgevaarlijk spelletje met de wind wordt gespeeld. Zonder daar de betrokken bewoners zelfs maar op te attenderen. Merkwaardig, zo weinig voorstellingsvermogen bij de mensen die er, ambtelijk of politiek, op hadden moeten letten, en waarvan ik me afvraag of ze er die dag eigenlijk wel bij waren. Enfin, we hebben volksvertegenwoordigers gekozen om het collegebeleid op dit vlak te controleren, laten we hopen dat ze dat ook doen, donderdag!
Natuurlijk heeft die gemeenteraad vooraf een excuusbrief van het college ontvangen, de vlucht naar voren waarbij de schuldvraag aanzienlijk verder naar de aannemers is geschoven dan dat de Onderzoeksraad voor de Veiligheid dat doet.
Vreemde Tegenstelling
Wel vreemd is de enorme tegenstelling tussen deze twee krantenkoppen uit het AD/Alphen, slechts 4 dagen na elkaar!
Op 30 juni zien we de bekende foto van drie aangeslagen collegeleden, direct na ‘de val’, waarbij verslaggever Jan Belt kopt: “Er is gegokt met mensenlevens”. Maar slechts vier dagen later bericht dezelfde krant “Feest spoelt brugdrama weg”. De excuusbrief van het college haalt de voorpagina niet, en moet het met pagina 3 doen.
“Brood en Spelen”, de Romeinen wisten het al, houden het domme volk rustig.
Maar zoveel water kan er zelfs deze week niet zijn gevallen om de harde werkelijkheid van het rapport weg te wissen. De ernstige fouten die zijn gemaakt, mogen nooit weer worden gemaakt, en het veiligheidsbeleid van de gemeente moet zeer duidelijk op de helling. Aan die conclusie kan geen PR publicatie tornen. De aannemers zullen nu wel echt over de brug moeten komen, als het daarbij blijft. De wind is geen partij.
En het lot van de betrokken collegeleden ligt, zoals dat hoort, in handen van de gemeenteraad.
Het zal me benieuwen…….
Feestje?
23 meiJulianabrug open?
Het is merkwaardig, maar in Alphen aan den Rijn vinden mensen altijd wel een reden voor een feestje! Nu het erop lijkt dat wij Alphenaren in juni de Julianabrug weer kunnen gebruiken, lijkt het feestvierders én Stadhuis een prima idee om voor die gelegenheid een feestje te bouwen.
Waarom?
Een treurmars ligt toch meer voor de hand:
— Voor het feit dat die vernieuwde brug pas een jaar na de geplande datum in gebruik genomen kan worden.
— Vanwege de vele kilometers die, bijna anderhalf jaar lang, vanuit Ridderveld extra gereden moesten worden, wat vele duizenden liters benzine extra heeft gekost.
— Met oog op alle overlast voor de buurtbewoners, zelfs als hun pand niet getroffen is.
— Voor het ernstige feit dat bij dat hijsdrama in augustus 2015 mensen zwaar gewond en zelfs gedood hadden kunnen zijn, en dat het slechts een regelrechte wonder is dat dit niet is gebeurd.
— Voor het verlies van vele duizenden Euro’s aan schade die ter plekke is aangericht tijdens en na het ongeluk. Terwijl we ook nog geen beeld hebben hoeveel dat ook onze gemeente, ons allen dus, uiteindelijk, direct of indirect, heeft gekost.
Nee, laten we blij zijn dat we vanaf juni weer van die Julianabrug (foto Alphens Nieuwsblad) gebruik kunnen maken, maar om daar nou een feestje voor te geven? Zeker nu de werkelijke achtergronden van dit drama nog niet bekend zijn. Misschien zou Nederland (want het Julianaverhaal is een landelijke verhaal geworden) zich naderhand kunnen afvragen of die Alphenaren wel goed bij hun hoofd waren om zo lichtvaardig feest te vieren? Want er staan nog heel wat vragen open die misschien weinig leuke antwoorden opleveren!
Vragen
Natuurlijk komt er ooit nog een rapport, dat ongetwijfeld, na vele malen herschrijven, wel ongeveer zal aantonen wat daar technisch verkeerd is gegaan. Dáár ga ik me ook niet in mengen, dat is voor technici en verzekeraars.
Maar ik heb een aantal vragen die daar niets mee te maken hebben, maar waar iedereen in deze stad liever omheen loopt:
Haast
Ik snap best dat er van gemeentewege druk is uitgeoefend om dat brugdek zo snel mogelijk weer geplaatst te krijgen. Maar dé verklaring waarom die hijsklus vanaf het water gedaan moest worden ligt in het feit dat de brughoofden nog niet klaar waren. Beste mensen, wat heb je nou aan een brugdek als de aansluiting op de weg nog lang niet klaar is? Waarom dan toch vasthouden aan die ooit geplande datum, gemeente Alphen aan den Rijn?
Kosten
Dat, uit vrees voor de boeteclausule, de aannemers bedachten dat ze dat tonnen zware ding ook wel via pontons konden plaatsen, kan ik vanuit hun standpunt nog wel begrijpen. Maar waarom dat via losstaande kranen op wiebelige pontons moest gebeuren? Tenslotte is bewezen dat de drijvende bok van Mammoet geen enkel probleem had dat gevallen brugdek weer weg te takelen. Waarom is dát ding niet ingehuurd? Kosten, of toch weer die haast?
Logica?
Het wordt nu afgedaan als logisch, maar waarom is nú wel eerst het contragewicht geplaatst, en pas daarna het brugdek, dat daardoor vele tonnen lichter is? Als dit nu zo logisch is, waarom was het dat dan in augustus 2015 niet? Misschien ook omdat daarvoor de tijd ontbrak door de gemeentelijke deadline voor die klus?
Feestje
Met deze onbeantwoorde vragen kan ik me best voorstellen waarom men op het Stadhuis wel in is voor zo’n feestje. Dat leidt weer af van waar het uiteindelijk fout ging: in de communicatie tussen Stadhuis en aannemers.
Wie er juridisch aansprakelijk is, of niet, dát is een ander verhaal. Maar hoe dit voorkomen had kunnen worden, dát is politiek.
Zwarte Gaten (2)
17 meiDe eeuwigheidswaarde van Raadsbesluiten
Veel burgers, ook uit de gemeente Alphen aan den Rijn, vragen zich regelmatig af waarom ‘nergens’ geld voor is, terwijl ze om zich heen allerlei projecten gerealiseerd zien waarvoor blijkbaar het geld niet op kan! Hoe is dat toch mogelijk! Wel, er staat in deze wereld weinig zo vast als een raadsbesluit! Een anekdote:
Ooit is er een raadsbesluit genomen om de oude chocoladefabriek ‘De Baronie’ de status van gemeentelijk monument te verlenen. Vervolgens is dat gebouw (in Alphen is snel iets een monument) verworden tot Stadsruïne, maar zelfs nadat wethouder Robert Blom er, een horde politici en journalisten in zijn kielzog, zeven keer omheen was gelopen, als ware het Jericho, weigerde het gebouw in elkaar te storten. Ook een grote uitslaande brand bleek onvoldoende om het gebouw te slechten, zodat het uiteindelijk in handen viel van Green, het vastgoedvehicle van textieltycoon Jan Zeeman. Die had een mooi plan om er, naast woningen en kantoren, een topklasse winkelcentrum van de maken, waar de hele regio op af zou komen. Wethouder Hoekstra liet zich door deze ‘kans’ overrompelen, stopte de nodige gemeentelijke miljoenen in de infrastructuur rond dit prestigeproject en ‘Zeeman State’ was een feit. Maar er bleek helemaal geen markt voor dit ‘topwinkelcentrum’ te zijn, zodat het nu de functie van ‘discountersparadijs’ én buurtwinkelcentrum combineert en toch nog de nodige leegstand kent. Echt, dat Buurtwinkelcentrum had daar veel compacter en goedkoper gebouwd kunnen worden .
Ik vraag me af welk raadslid dit vijftien jaar had kunnen bedenken, maar ik weet zeker dat velen die beslissing jarenlang betreurden. Waarom het niet is teruggedraaid?
Bestuurskunde versus Bedrijfskunde
Bedrijfskunde
Het is niet zo moeilijk om in te zien waarom ‘Bedrijfskunde’ een heel ander vak is dan ‘Bestuurskunde’. Bij bedrijfskunde gaat het er immers om beslissingen te kunnen nemen die de concurrentiepositie van een organisatie, en daarmee haar voortbestaan én groei, op lange termijn verstevigt. Ongeacht of die organisatie zich nu in de profit, of in de not-for-profitsector ophoudt.
Kortom, de organisatie stelt zich, strategisch, tactisch én operationeel, doelen en maakt vervolgens plannen om die in haar ‘markt’ te realiseren.
Natuurlijk is het bij die plannenmakerij onontbeerlijk om rekening te houden met de gekozen ‘markt’, de positie van de organisatie op die markt, en de situatie bij de concurrentie. Al die kennis komt terecht in een ‘Forecasting Systeem’ als basis voor zowel het formuleren van doelstellingen, als van de plannen om die doelstellingen te realiseren. Vervolgens worden die getoetst, op elk niveau, aan de organisatorische en financiële mogelijkheden. De hele procedure rond planning is er natuurlijk op gericht uiteindelijk de resulterende operationele plannen in de gekozen markt, of deelmarkt, te realiseren. Pas dan, in de ‘boze’ buitenwereld, blijkt of de plannen hebben voldaan aan de doelstellingen. Maar of dit wel of niet het geval is, als je iets doet in de markt leidt dat tot veranderingen. Veranderingen in de positie van het bedrijf, tot veranderingen in de markt, en natuurlijk tot reacties van concurrenten. In de praktijk, en dus ook in dit schema, worden die effecten van elke actie teruggekoppeld, en leiden ze, samen met autonome veranderingen in de marktomgeving, tot aanpassingen in het Forecasting Systeem. Kortom, elke organisatie maakt periodiek nieuwe plannen voor de lange, middellange en korte termijn, die erop gericht zijn de strategische doelen van de organisatie in een steeds veranderende situatie te realiseren. Bij elke planningscyclus sneuvelen eerdere plannen waarvan de verwachting is dat ze minder bijdragen aan de strategische positie van de organisatie dan nieuwe plannen.
Bestuurskunde
Je zou verwachten dat het ook bestuurskundig zo werkt, maar dat is niet waar. Overheden zijn immers afhankelijk van hoe de politieke wind waait. Want op welke termijn ook doelstellingen worden geformuleerd, binnen vier jaar kan er een college zitten dat wordt gedragen door andere politieke partijen met andere visies op de ontwikkeling van onze maatschappij op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau. Politici hebben er dus belang bij ‘hun’ politieke doelen zo snel mogelijk in ‘projecten’ te organiseren, daarvoor financiering zeker te stellen en ze zo snel mogelijk ‘in beton te gieten’ om te voorkomen dat een volgend bestuurscollege ‘hun’ project zal stilzetten.
Als gevolg heeft het maken van plannen binnen onze bestuursorganen heel weinig te maken met het nastreven van strategische doelstellingen, maar kunnen we ze beter omschrijven als ‘Lange Termijn Tactiek’. Hoogleraar Bert van Wee van de TU Delft zette in een recent artikel in ‘Trouw’ dat de meeste peperdure infrastructurele projecten die op stapel staan rustig in de ijskast kunnen verdwijnen.
Dit omdat de vooronderstellingen die ooit golden, toen het bestuursbesluit werd genomen, allang niet meer kloppen. Dat geldt voor wegen, spoorwegen (de Betuwelijn is een goed voorbeeld), maar ook voor plaatselijke projecten zoals het al genoemde Baroniecomplex, het Hoge- en Lage Zijde project, en, natuurlijk, Rijnhaven! Want als er bij de overheid ooit een project wordt gestart, wordt de noodzakelijkheid van minstens een jaarlijkse heroverweging niet gezien, het project wordt doorgezet omdat het nu eenmaal is gestart, ongeacht of het nog nodig is, of helemaal niet. Vaak met het (bedrijfskundig nogal onzinnige) argument dat er al zoveel kosten zijn gemaakt voor onderzoek en leveranciers claims kunnen indienen. Dat er op die manier nog projecten binnen de gestelde financiële grenzen worden gerealiseerd, mag wel een wonder genoemd worden!
En als er toch nog vraagtekens worden gezet, wappert een collegelid al snel met het bord ‘Planschade’ waarmee elk politiek vuur gewoonlijk wel wordt gedoofd.
Planschade
Planschade is, volgens Wikipedia, “de vermogensschade (waardevermindering van onroerende zaken) of inkomensschade die ontstaat na wijziging van de planologie”. En in veel gevallen moeten bestemmingsplannen (tegenwoordig vaak ‘omgevingsplannen’) inderdaad worden aangepast en moeten bedrijven en particulieren voor waardeverlies worden gecompenseerd. En áls die bestemmingsplannen, met het oog op een nieuw project, via een ingewikkelde procedure zijn aangepast, vormen ze weer een nieuwe belemmering om het project via een nieuw raadsbesluit in de ijskast te zetten. Dan zijn er immers weer anderen die claimen dat ze dáármee weer benadeeld worden. Kortom, het is voor bestuurders en politici veel gemakkelijker om nutteloze plannen te doen realiseren, dan om, wat in andersoortige organisaties zou gebeuren, ze bij de eerstvolgende planningscyclus te liquideren. Als gevolg betalen de burgers heel veel geld aan voor hen nutteloze projecten (ook de befaamde ‘Maximabrug’ naar Nergenshuizen is zo’n voorbeeld) terwijl hun overheid te weinig geld over heeft om hun praktische wensen van vandaag in te vullen.
Lage Zijde
De megalomane denkwijze rond Alphen als ‘Klein Amsterdam’ uit de negentiger jaren culmineerden in megalomane plannen voor ons Stadscentrum. Omdat er een plan was voor de ‘Hoge Zijde’ moest dat worden gevolgd door een dergelijke plan voor de Lage Zijde. En hoewel, scherp in tegenstelling tot de optimistische vooronderstellingen, al snel bleek dat al dat stenen stapelen aan de Hoge Zijde NIET leidde tot grotere koopstromen, integendeel, werd het Lage Zijde project gewoon doorgezet. Geholpen door de NUON miljoenen heeft de gemeente, door het aankopen van vastgoed rond het Thorbeckeplein, er zeker 80 miljoen Alphense Euro’s doorheen gejaagd voor duidelijk was dat, buiten Hoogvliet, werkelijk niemand belangstelling had voor de nieuw te scheppen winkelruimte aan dat Thorbeckeplein. En de beoogde bouwer, Vorm, het project stopte. Gelukkig schakelde de nieuwe wethouder Van As snel terug, zodat een veel minder ambitieus plan nu, zonder al die NUON miljoenen, wel wordt gerealiseerd.
Maar hij kreeg die kans alleen omdat niemand het oorspronkelijke project wilde realiseren.Tja, dán houdt zelfs bestuurskundig alles op!
Zwarte Gaten (1)
2 meiTheater Castellum in zwaar weer (AD/Alphen 30-4-2016)
Een jaar of twintig geleden werd onze stadje geteisterd door een aantal lieden die gewoon te vaak in Amsterdam borrelden. En alcoholische dromen droomden van hun eigen ‘Amsterdam’ aan de Rijn! Zo ontstonden, zonder gestructureerd nagedacht te hebben over de ontwikkeling van merkwaarde voor de Stad (Citymarketing) niet alleen de megalomane plannen rond Rijnplein (mét Bijenkorf natuurlijk!) en het Thorbeckeplein.
En natuurlijk waren die plannen niet compleet zonder een eigentijds theater. De heren kregen het zelfs voor elkaar om de bouw van dat Theater Castellum gefinancierd te krijgen. Helaas wilde (anders was je ‘negatief’) niemand nadenken over de mogelijkheid dat de optimistische exploitatie overzichten eens géén werkelijkheid zouden worden. Helaas, ook omdat de geplande horeca nooit echt van de grond is gekomen, ontwikkelde Castellum zich tot een financieel zwart gat voor onze gemeente. Hoewel afgesproken was in enkele jaren de startsubsidie af te bouwen, moest er in de praktijk, direct én indirect, steeds meer geld bij. Tja, maar nét zoals dat met ijsbaan ‘The Dutch Oval’, ‘Wiebel Biebel’, Thorbeckeplein en Rijnhaven het geval was, Alphen kón niet zonder, vond de politieke en zakelijke elite.
Nieuws?
Nauwelijks, lijkt me! Waarom zou ik anders vijf jaar geleden, in december 2011, twee blogs op deze site geschreven hebben met alarmerende titels als “Castellum rijp voor de Sloop?” en ‘Castellum onder Curatele!”. Blijkbaar kan alleen een interim directeur, iemand die weet dat hij gaat vertrekken, het zich permitteren aan te geven dat Castellum, zakelijk bekeken, allang failliet had moeten zijn. En natuurlijk heeft het snelle vertrek van directeur Tineke Maas NIETS te maken met dit probleem. Natuurlijk niet!
Maar, curatele of niet, ons theater zakte stukje bij beetje weg in het zwarte gat dat onze positivisten zelf groeven. Hoewel er altijd juichend wordt gesproken over de belangstelling bij geheide publiekstrekkers, is de praktijk dat de Alphenaren, en dat kon je zien aankomen, al tien jaar weinig van deze culturele instelling gebruik maken. Je mag je afvragen wat er was gebeurd als daar geen bioscoopvoorstellingen werden gegeven.
Het gat wordt alleen maar dieper!
Wethouder Van Velzen, die het allemaal ook niet meer ziet zitten, realiseert zich wel dat een eventueel faillissement van Castellum ongecontroleerd hard op de gemeentelijke begroting terecht gaat komen. En dát kan Bruin, zo vlak na het Thorbecke debacle en de SWA affaire, niet trekken. Maar wat kun je nou anders doen met dat gebouw dan het als theater exploiteren? Afbreken? Misschien zakelijk gesproken het beste, maar politiek natuurlijk niet haalbaar, dat zou een hagelbui aan verloren ego’s opleveren. Dus gaat Van Velzen een curieus spoor volgen, en oppert een (ondergrondse) combinatie van Openbare Bibliotheek en Castellum. Bedrijfskundig slaat dat nérgens op, ook al omdat het theater helemaal niet over algemene ruimten beschikt die gedeeld kunnen worden, en is het dicht wanneer de bibliotheek open is. Daarbij is diep bouwen in Alphen aan den Rijn altijd een linke zaak, zoals we met de lekkages in de parkeerkelder gezien hebben. Trouwens, je kunt wel ondergronds bouwen, maar de arbeidsinspectie zal erop staan dat er gewoon daglicht naar binnen gaat komen. En dat betekent het einde van dat Rijnplein als ‘evenementenplein’! Zo vult de wethouder gaten door ze elders nog dieper te graven.
En dan hebben we het nog niet eens over het op deze manier langdurig financieren van een bibliotheekorganisatie die, in het zicht van technologische ontwikkelingen, er in de huidige vorm over een jaar of tien niet eens meer zal zijn.
Nee, het is wel een typisch politieke oplossing, maar één die Alphen aan den Rijn bankroet gaat maken. En wie gaat er nou investeren in een artikel 12 gemeente? Zo raakt Van Velzen’s ‘oplossing’ de toekomst van ons Stadshart als geheel, en daarmee van de hele stad.
De ‘Bieb’
Voor de bibliotheek, die in verband met woningbouw de barakken aan het Aarplein moet verlaten, zal een moderne, duurzame oplossing gevonden moeten worden, zoals ik al in ‘De Mediashop’ (http://www.koornconsult.com) heb beschreven. Maar zolang die er nog niet is, kan ‘De Bieb’ inderdaad tijdelijk in het V&D pand worden geplaatst. In tegenstelling tot wat het persbericht aangeeft, is daarvoor helemaal geen onderzoek nodig. Die vestiging is één grote, lege vierkante ruimte midden in het centrum mét beveiliging, verlichting en verwarming waar alle huidige meubilair zo kan worden geplaatst. In een paar weken is dat gepiept! Maar op die eenvoudige, spotgoedkope, maar tijdelijke, oplossing zit de bibliotheekclub, mét de wethouder en zijn projectgroep, helemaal niet te wachten. Want in hun nieuwe ‘zwarte gat’ onder het Rijnplein zou die bibliotheek tientallen jaren financieel ‘veilig’ zijn. Net als nu al bij Castellum het geval is zouden er immers té veel gemeentelijke miljoenen geïnvesteerd zijn om de eerste twintig jaar sluiting van ‘De Bieb’ zelfs maar te overwegen.
Dát laatste is ook in het belang van het Theater. Niemand kan zich immers permitteren die twee, bouwkundig in elkaar vervlochten, culturele antiquiteiten ooit op te blazen?
Complottheorie?
Welnee, gewoon een overlevingsstrategie uit het boekje!
Castellum
Nu het iedereen duidelijk moet zijn dat alle culturele dromen rond het theater als cultureel middelpunt van de stad commercieel in scherven zijn gevallen, lijkt het me zaak te redden wat er te redden valt.
Te beginnen door de programmering fors te saneren. Geen ‘culture for the few’ meer, maar volledig gericht op de combinatie van publiekstrekkers in theater en bioscoop met lokale acties. Kortom, theater Castellum gaat alleen open als dat bij voorbaat, met of zonder sponsors, een positieve bijdrage oplevert. Veel minder vast personeel, meer ZZP-ers en vrijwilligers. Voor échte cultuur (!) kunnen Alphenaren, konden dat ook al, immers overal in de omgeving terecht.
Ook dán zal de gemeente behoorlijk moeten afschrijven, maar levert de exploitatie tenminste een positief resultaat op! En vormt dat theater aan het Rijnplein wel een doorlopende kostenpost, maar geen zichzelf verdiepend zwart gat meer.
Tja, en over al die andere ‘onmogelijke’ en zelfs nutteloze projecten in onze gemeente, daar schrijf ik wel een nieuw blog over: Zwarte Gaten (2)
Het Sprookje van GRATIS PARKEREN
29 aprSympathiek, maar het klopt niet
Winkeliers, en niet alleen in Alphen aan den Rijn, geloven halsstarrig in het ‘Wonder van Gratis Parkeren’. Nu ‘de markt’ voor de zoveelste jaar op rij weer eens tegenvalt, en het nog altijd faillissementen regent, grijpen grote en kleine winkeliers naar elke strohalm. En zo komt de VOA met het idee om, uiteraard op kosten van de gemeente (van alle burgers uit de gemeente dus), een ‘proef’ uit te voeren waarbij moet worden aangetoond dat de omzetten in ons Stadshart significant hoger worden ALS de parkeerkosten verdwijnen.
Maar dat VOA idee deugt niet, want:
o De gemeente heeft, zoals elke gemeente, beleid dat ze geen subsidie geeft die rechtstreeks wordt vertaald in hoger commercieel resultaat van private ondernemingen in die gemeente. De VOA gokt erop dat de gemeente die ‘proef’ beschouwt als een incidentele stimulans van ons Stadshart, maar weet dat die beleidsmatig nooit kan leiden tot een permanente subsidie van vele tonnen per jaar!
o Als de VOA, met haar leden, zo gelooft in de directe relatie tussen parkeerkosten en omzet, verwacht ik niet anders dan dat ze zich bij voorbaat bereid toont die parkeerkosten voortaan door de Stadshartondernemers te laten betalen, als die proef die vooronderstelde relatie bewijst. Net zoals dat in Zoetermeer gebeurt. Ik heb echter niets van dien aard gehoord of gezien. U wel?
o De VOA vooronderstelt dat het mogelijk is om onderzoek (wie betaalt die onderzoekskosten, ook de gemeente?) te doen naar de effecten van slechts één element van alles dat het complexe koopgedrag van consumenten bepaalt. In de praktijk is dit, dat geldt overigens ook voor evenementen en voor commerciële communicatie in het algemeen, extreem lastig.
o Bekend is dat (te) veel Alphenaren in steden rondom ons winkelen, en het is zeker té simpel om maar te vooronderstellen dat dit vooral te maken heeft met de lagere parkeerkosten daar.
Kortom, deze sympathieke VOA actie komt voort uit emotionele motieven van veel van hun leden die in grote problemen zitten, maar gaat niets oplossen. Want helaas hebben die parkeerkosten geen enkele relatie met het werkelijke probleem van ons Stadshart, namelijk dat er elders om ons heen beter en/of gezelliger gewinkeld kan worden.
Het ‘Wonder’ blijkt een ‘Sprookje’ te zijn.
Koopgedrag
Om een goed beeld te krijgen van het complexe koopgedrag van consumenten heeft de wetenschap in de loop der jaren modellen ontwikkeld. Voor aankopen in de winkelsfeer voldoet het model van Huff:
Hierbij geeft het groene vlak al aan dat wat individuele consumenten, of consumentengroepen (doelgroepen) verwachten van een winkel of winkelcentrum, afhangt van heel veel factoren die vaak heel persoonlijk zijn. Er bestaat niet zoiets als de ‘Alphense Consument’! En dus ook niet “Wat de Alphense Consument wil”!
Het blauwe vlak geeft al aan dat vooral de kwaliteit van het aanbod, of het nu één winkel is, of een heel winkelcentrum, bepalend is voor de motivatie van de klant er überhaupt heen te gaan. Öns Stadshart wordt niet attractiever doordat de parkeerkosten wegvallen, want de aantrekkingskracht wordt primair bepaald door wat ons centrum al die verschillende doelgroepen in aanbod én in prijsklassen biedt. Ons Stadshart heeft teveel van hetzelfde, en is daarbij te veel ‘boodschappencentrum’ om als ‘recreatief winkelcentrum’ echt te scoren.
Tenslotte, daar zijn we er, vormen de parkeerkosten, samen met reiskosten, reistijd en vervoersmogelijkheden, het derde blok dat uiteindelijk bepaalt hoe ons Stadshart scoort in de hoofden van de Alphenaren. Waar de vervoersmogelijkheden in Alphen prima zijn, en reistijd en reiskosten minimaal, zou dat allemaal moeiteloos moeten opwegen tegen de ‘hoge’ parkeerkosten in en rond ons Stadshart. Maar dat doet het niet, want waarom gaan zoveel Alphenaren winkelen in bijvoorbeeld Zoetermeer of Hoofddorp? Omdat parkeren daar gratis of veel goedkoper is?
Dát is een sprookje en dat wil ik U graag even voorrekenen.
Vrij parkeren?
Laten we eens beginnen met Zoetermeer, waar je, op kosten van de winkeliers overigens, drie uur gratis kunt parkeren. Maar Zoetermeer ligt 30 kilometer weg, zodat je gemiddeld (15 km per liter) al 4*€ 1, 45 = € 5, 80 aan benzinekosten kwijt bent. Voor dat bedrag kun je in ons Stadshart (€ 1,90 per uur) 3 uur parkeren! En het scheelt je een heel uur reistijd! Tja, voor alle mensen die denken dat dít de reden is waarom zoveel Alphenaren naar Zoetermeer gaan, dit is inderdaad een sprookje. Ik kan tig zaken bedenken waarom ze daar gaan winkelen i.p.v. in Alphen, maar de “gratis” parkeerkosten alleen leveren die Alphenaren geen cent op.
Het is waar dat de parkeerkosten in Hoofddorp lager zijn (€ 1,20 per uur), maar dat levert, weer gerekend op 3 uur, dus maar 3*€ 0,70 = € 2,10 aan ‘besparing’ op t.o.v. Alphen. Alleen, dan moet je er nog wel heen, ruim 20 kilometer, dus aan benzinekosten ben je 3*€ 1,45 = € 4, 35 kwijt, zodat 3 uur winkelen in Hoofddorp je € 4,35 – € 2,10 = € 2, 25 EXTRA aan parkeergeld kost. Nogmaals, er zijn redenen te over om in Hoofddorp te gaan winkelen, maar de lage parkeerkosten zijn daar niet bij. En alweer ben je één uur extra reistijd kwijt! Overigens hanteert Hoofddorp een progressief tarief, voor een hele dag ben je daar € 19 kwijt, in Alphen de helft!
Sprookje opgeblazen
Alphenaren gaan NIET naar Zoetermeer of Hoofddorp omdat de parkeerkosten er lager zijn, maar omdat die stadscentra aantrekkelijker zijn!
Als Alphen aan den Rijn meer klanten naar het Stadshart wil trekken, moet het zorgen voor een aantrekkelijker aanbod in winkels en diensten. Aan de horeca kan het niet liggen, na het sluiten van de winkels stromen de consumenten immers het Stadshart in. Maar als je zelfs aan de meest vanzelfsprekende zaken geen aandacht besteedt, zoals WIFI (in Zoetermeer én Hoofddorp is dat er wel, én gratis) dan moet duidelijk zijn dat ‘gratis parkeren’ alleen populair is bij de mensen die er toch al komen (supermarktklanten en horecabezoekers). Tja, en díe hebben in de huidige discussie natuurlijk de grootste mond!
Maar het is complete onzin dat de gemeente hier, naast (misschien) de BIZ toelage, ons schaarse geld in zou steken. Besteed dat maar aan zorg o.i.d.