Passie in de knel?
9 oktOnderneemster Lisette Goddrie staat, zoals dat een ondernemer betaamt, pal voor haar belang in de discussie met de gemeenteraad over de vraag of haar winkel “Varia: Passie voor Slapen” wel dan niet binnen het omgevingsplan Rijnhaven Oost moet vallen. De gemeente houdt vast aan wat in de nieuwe Alphense Detailhandelsvisie staat, namelijk dat detailhandel geconcentreerd moet worden op de bestaande winkelcentra.
De gemeente Alphen aan den Rijn heeft, in ééndrachtelijke samenwerking tussen bureau Retail Management Center, gemeente, ondernemersvereniging VOA en een aantal detailhandelsspecialisten, beleid ontwikkeld voor haar retail infrastructuur. Nadat vele jaren uitsluitend het behoud van bestaande vestigingen en plaatselijke belangen centraal stonden in het ‘beleid’, wordt nu gekozen voor concentratie, diversiteit én duurzaamheid. In onze gemeente is het centrum van de grootste agglomeratie, het Stadshart van de stad Alphen aan den Rijn, benoemd als dé plaats waar recreatief winkelen voorop moet staan. Alle buurt- wijk- en dorpscentra daaromheen worden voortaan vooral ‘boodschappencentra’ die gericht zijn op wat de inwoners dagelijks nodig hebben. Dat betekent simpelweg dat het Alphense Stadshart steeds minder als boodschappencentrum voor de ‘oude’ Alphenaar moet gaan functioneren, maar ook dat er geen ruimte komt voor de andere winkelcentra om qua ‘recreatief winkelen’ dat Stadshart te beconcurreren. Daarbij zijn alle winkelvoorzieningen buiten die centra, zoals verouderde winkelstrips en solitaire vestigingen als niet duurzaam gekwalificeerd, en deze zullen op den duur moeten verdwijnen. Het lijkt erop dat zowel gemeente áls betrokken ondernemers ‘Varia: Passie voor Slapen’ in die laatste categorie plaatsen.
Al jaren zien we een aantal trends in het gedrag van consumenten waarmee alle winkelcentra in steden en dorpen rekening moeten houden:
Daarmee vallen dit soort ontwikkelingen (Holland Fashion Centre in Zoetermeer is er één, maar ook megawinkels als Horbach en IKEA) buiten de scope van een gemeentelijk detailhandelsbeleid. Hoewel ze natuurlijk wel allemaal in één gemeente gevestigd zijn, zijn ze gericht op de consumenten uit een veel groter gebied. Vandaar die relatief geringe aandacht binnen een gemeentelijke detailhandelsvisie.
Beleving in Castellum?
25 mrt
“In theater Castellum in Alphen aan den Rijn beleef je de voorstelling, in de Goudse Schouwburg beleef je het theater”
Tot deze conclusie kwamen we tijdens een discussie die ik, onder het genot van een kopje Barista cappuccino, had met een aantal studenten over dit onderwerp. Hun werkstuk ging over beleving in winkels, maar omdat ze weinig wisten van winkels, maar wel van theaters, zaten we al snel te praten over waarop theaters op dit vlak nou konden verschillen. En zo kwamen we tot deze uitspraak die de huidige problemen bij ons theater Castellum goed kan verklaren.
Beleven
“Een beleving is een uniek en persoonlijk aanbod waarmee je je op de markt kunt onderscheiden en waarvoor je een prijspremium kunt vragen”.
Beste lezers, vanaf het moment dat ik het boek ‘The Experience Economy’ van Gilmore en Pine (1999) las, ben ik een ‘belevenis profeet’ geworden. Na de nodige discussies over dit onderwerp kon ik die ideeën uitwerken voor winkels en winkelcentra, in het boek dat ik schreef over retailmarketing: ‘Marketing voor Retailers’.
Hoewel het principe al jaren bekend is in dierentuinen (ook in Avifauna) en musea (zoals het Archeon) wordt het helaas in winkelformules nog weinig toegepast.
De Goudse Schouwburg
De Goudse Schouwburg is vorig jaar gekozen tot ‘Schouwburg van het Jaar’ en, hoewel ik normaal gesproken een broertje dood heb van ‘lijstjes’, geeft dat toch wel aan dat deze instelling tot de top van de Nederlandse theaters behoort. Toch is er meer dan dat wat ons deed besluiten naar Gouda te blijven reizen in plaats van, dichtbij huis, te verkassen naar het nieuwe Theater Castellum.
Natuurlijk, het theater is veel bekender, je vindt daar voorstellingen die je in Alphen nog niet ziet. Het theatercafé is veel en veel gezelliger, maar ja, je moet wel heen en weer naar Gouda, ook bij slecht weer. Maar, hoewel het publiek per voorstelling anders is, is er eigenlijk altijd veel sfeer, en het gevoel “We zijn er weer”, welke voorstelling je ook bezoekt.
Theater Castellum
Bij Theater Castellum was, al bij de bouw, snel duidelijk dat het gebouw gewoon een paar meter te kort was. Dat had vast iets met architectuur te maken, maar daardoor sta je, éénmaal binnen, pats boem, voor de garderobe. Het theatercafé is een “pijpenla”, waarbij keuken én bars ook nog eens dwars in de ruimte werden geplaatst.
Ik ben geen architect, maar de gedeelde foyer valt elke leek direct op. Wil je iemand ‘aan de overkant’ ontmoeten, dan zul je een flink aantal trappen op en af moeten, om dat te kunnen. In de praktijk moet je het doen met het gezelschap dat toevallig aan jouw kant verblijft. Dat dit effecten heeft op de manier waarop de catering is geregeld (waarbij dat theatercafé al helemaal geen rol speelt) is wel duidelijk, maar dat maakt het er allemaal niet gezelliger op. Het feit dat er ook een ‘ander’ bioscooppubliek komt, maakt de ervaring met Castellum al bij binnenkomst wat rommeliger dan in Gouda, zonder bioscoop.
Beleving
Tja, en zo kwamen we al snel op wat je nu eigenlijk in dat theater beleeft. Is dat de voorstelling, of het theater?
Dán blijkt al snel dat je in Alphen aan den Rijn vooral een voorstelling beleeft, maar in Gouda het theater zelf. In Alphen spreekt iedereen erover dat ze naar die en die voorstelling zijn geweest, of naar die en die artiest hebben beluisterd, of dat en dat optreden hebben meegemaakt, of beleefd. In Gouda gaat iedereen naar de schouwburg, en komt de voorstelling, de artiest, of het optreden op de tweede plaats. Mocht het programma eens tegenvallen, dan heb je toch nog een leuke avond. Dát is in Alphen maar te bezien. Tja, en als je vooraf, én in de pauze, in die foyers relatief weinig plezier van je verblijf ontleende, zul je na afloop niet zo gauw in het theatercafé, waar je immers nog helemaal niet bent geweest, een drankje gaan drinken. Iets wat in Gouda heel gewoon is. Natuurlijk heb ik er geen uitgebreid onderzoek naar gedaan, maar het ligt voor de hand dat de beleving van dat Goudse theater een stuk intenser is dan in Alphen aan den Rijn gebruikelijk is. De kans dat de Alphenaar buiten Alphen aan den Rijn gaat shoppen, is dan ook een stuk groter. En Marc van Kaam moet, elke voorstelling opnieuw, een veel groter deel van zijn ‘klanten’ werven dan zijn collega in Gouda dat moet doen. Dát is duur!
Betalen!
We moeten er niet zo van opkijken dat Theater Castellum steeds meer geld nodig heeft. Dat is in Gouda, zonder bioscoop, ook het geval. Theater Castellum is nu allesbehalve een ideaal gebouw, dus er zal flink geïnvesteerd moeten worden om het gezelliger te maken. Investeren om ook daar het verblijf zelf tot een beleving te maken. Die plannen zijn er, maar het geld niet, blijkbaar. Alphen aan den Rijn moet fors méér geld in het ons theater investeren, en niet minder! Of het ook feitelijk te privatiseren. Dat is best mogelijk, maar dan moeten de nodige politici en bestuurders over hun eigen schaduw heenstappen. En ook dát zal veel geld kosten!
Maar gewoon op de huidige manier wat blijven dooremmeren, dát geeft in ieder geval geen ander perspectief dan dat we elk jaar méér geld in de put gooien.
Kortom, beste bestuurders en politici, geef Marc de financiële ruimte, of verkoop de tent!