Ouwe Zooi
21 oktEerlijk gezegd, moest ik wel even lachen, beste lezers, toen ik deze foto van mijn goede vriend Gerard van As vanochtend in AD/Alphen zag staan. Martiaal met de poten in de klei, de blik strak gericht op alle mogelijkheden die Alphen nog te grijpen heeft. Geef hem nog een schild, een koppel en een speer, en je waant je in de tijd dat Alphen aan den Rijn nog niet werd verlamd door tegenstrijdige belangen, onderlinge vetes, besluitenloosheid en onbeweeglijkheid. Tja, tenslotte is het nog lang geen verkiezingstijd in Alphen, dus ik kan rustig wat reclame maken voor de eerste Nieuw Elan wethouder, toch?
Ach, dit zijn maar een paar zaken die openbaar bestuur behoorlijk frustrerend kan maken. Ik zit immers ook te denken aan het ‘Kerstcadeautje’ dat Albert Heijn in Boskoop kreeg tijdens de allerlaatste gemeenteraadsvergadering. De raadsleden gaven op de drempel van het bestaan van hun gemeente de voorkeur aan het belang van Albert Heijn, en de projectontwikkelaar, boven het belang van hun eigen winkeliers. Tenzij Van As het alsnog voor elkaar krijgt om dit onzalige plan aan banden te leggen, wordt het winkelhart van Boskoop daarmee groter, in plaats van compacter, zoals in de Detailhandelsvisie staat. Gevolg: meer leegstand en verlies van attractiviteit! Tja, het is écht leuk, zo’n eigen gemeentebestuur.
BIZ of ‘Freeriders’
22 novBIZ
Die Bedrijven Investerings Zone is een belangrijk middel om onze kwakkelende binnenstad er weer bovenop te helpen. Het is een door de overheid afgedwongen investering (plaatselijke belasting) die elk bedrijf in een nauwkeurig omschreven gebied, in Alphen het Stadshart, verplicht een bepaald bedrag in ‘de pot’ te storten. Zodat van daaruit allerlei activiteiten betaald kunnen worden die toch wel door vrijwel elke ondernemer als essentieel voor de commerciële welstand in dat gebied worden gezien. Nou stelt die heffing in de praktijk niet zoveel voor, € 400 per bedrijf, maar blijkbaar is het idee vanuit je bedrijf iets te betalen voor de omgeving van dat bedrijf, voor (te) veel ondernemers al weerzinwekkend. Allicht dat Eelco Eskens, succesvol boekhandelaar én voorzitter van de centrumondernemers (VOC) niet gerust is op de uitslag van de stemming hierover.
Voor het Boskoopse centrum geldt overigens hetzelfde, alleen is het daar nóg goedkoper. Daar kunnen ondernemers al voor € 150 per jaar deelnemen in hun BIZ.
Waarom een BIZ
In de tweede editie van Marketing voor Retailers (2011) stel ik in hoofdstuk 2 “Waarom staat die winkel daar” de volgende voorwaarden voor de ontwikkeling van een aantrekkelijk centrum: Een Centrum Marketing Plan (helaas nog altijd niet aanwezig), de aanstelling van een Centrummanager (die is er, voor het Alphense Stadshart, al wel) én de instelling van een op BIZ financiering gebaseerde stichting om een hele diversiteit aan activiteiten in onder te brengen (de al eerder genoemde VOC van Eskens). Het zal duidelijk zijn dat ik al jaren een enthousiast voorstander ben van die BIZ constructie. En ook dat ik verwacht dat het opheffen van die BIZ automatisch leidt tot de opheffing van de VOC, tot versplintering van het Stadshart, en, uiteindelijk, tot de ondergang van een representatief stadscentrum in Alphen aan den Rijn. Er staat maandag a.s. dus heel wat op het spel!
Freeriders
Natuurlijk was er leven voor de BIZ. Winkeliersverenigingen zijn al heel oud, en konden, en kunnen, heel wat organiseren. Alleen, zowel vroeger als nu, zijn vooral ketenbedrijven niet zo geïnteresseerd in wat de winkeliersvereniging doet, worden dus geen lid, maar profiteren wel van de klantenstromen die activiteiten met zich meebrengen.
Natuurlijk is de ene winkel veel afhankelijker van het aantal langslopende consumenten dan de andere. Dat heeft vaak te maken met de hoeveelheid reclame die een bedrijf zelf de wereld instuurt. Maar uiteindelijk geldt de waarheid dat een klant die dat centrum niet bezoekt, ook jouw winkel (of horecagelegenheid) niet kan bezoeken, en daar dus ook niets koopt. Het internet en de webwinkels (steeds vaker in handen van die winkels) veranderen daar echt niets aan. Maar zolang er genoeg ondernemers zijn die wel hun vrijwillige bijdrage betalen, en activiteiten, van optochten tot feestverlichting, gewoon doorgang vinden, gaan de niet-betalers daar gewoon, nét als vroeger, gratis en voor niets van meeprofiteren: de ‘freeriders’. Om dit tegen te gaan, verplichten veel grote vastgoedeigenaars hun huurders tot een bijdrage. In Alphen is dit rond het Rijnplein en in de Aarhof het geval. Maar elders is het nog altijd ‘vrijheid-blijheid’.
Zonder BIZ?
Als die BIZ verdwijnt, is de situatie nog veel zorgelijker dan daarvoor al het geval was. Zeker nu veel winkeliers door de crisis (nog steeds) slechte resultaten scoren, zal het aantal ‘freeriders’, ongeacht of het grote of kleine ondernemingen zijn, snel toenemen. En dan stort het hele kaartenhuis van ons ‘Stadshart’ in elkaar. Want wie betaalt dan de centrummanager, wie de feestverlichting en wie het wilde bos aan activiteiten in ons Stadshart. En wat doen we met de dan snel groeiende leegstand?
Veel Alphenaren zullen zich toch nog wel een stikdonkere Julianastraat herinneren, toen het geld voor de feestverlichting weer eens op was. Of de keer dat de Sinterklaasintocht gered moest worden door kinderopvang Junis en het Vakantiespel?
Kortom, er komen al tien jaar steeds minder bezoekers naar ons Stadshart, en onder de hier geschetste ellende zal dat aantal nog sneller afnemen. En als het gewoner wordt om als Alphenaar niet in je eigen centrum te gaan winkelen, dan om dat wel te doen, stort de hele ‘shopping’ functie in elkaar, verdwijnt de ene na de andere formule uit de stad, en resteert eigenlijk alleen een ‘boodschappencentrum’ voor de centrumbewoners. Allemaal heel anders dan men zich dat voorstelde, bij de ambitieuze plannen ‘Rondom de Brug’. Natuurlijk, Cruijf zou wel zeggen “elk nadeel hep z’n voordeel”: Over parkeerproblemen zul je niemand meer horen praten……..
Een scenario dat zich overigens in Boskoop, een veel kleinere kern, nog veel sneller zal voltrekken dan in het veel grotere Alphen.
De Stemming
Om de BIZZ door te zetten is het in eerste instantie nodig dat minstens 50% van de ondernemers hun stem uitbrengt. Vervolgens moet 2/3 van ALLE STEMMERS voor die BIZ stemmen. En (en dat is vreemd, gezien de gelijke kosten voor iedereen) moet het totale vloeroppervlak van de voorstemmers groter zijn dan het totale vloeroppervlak van de tegenstemmers. De grote bedrijven, zoals MediaMarkt, H&M, Hoogvliet, V&D, BLOKKER (Blokker, Bart Smit, Xenos) én HEMA en Albert Heijn kunnen dus een grote meerderheid van ondernemers buiten spel zetten! Gezien het overduidelijke gebrek aan visie bij veel van die bedrijven is dat geen onmogelijk scenario.
De praktijk is dus dat het de stadshartondernemers ZELF zijn die bepalen of zij een toekomst hebben in dat Stadshart. En dat zij, en passant, voor alle Alphenaren bepalen of die in de toekomst wel dan niet in hun eigen woonplaats kunnen winkelen, of dat ze daarvoor op termijn in de omgeving terecht moeten.
Een te somber scenario? Ach, wie durfde nog maar 10 jaar geleden te voorspellen dat grote concerns als V&D, HEMA of Blokker aan de rand van de afgrond zouden staan? Of dat in Nederland 30% van alle winkelruimte overbodig zou zijn? Of het aantal bibliotheekklanten zou halveren?
Laten we met Eelco Eskens maar duimen, we kunnen er niets meer aan veranderen.
Erger nog, ook de gemeente, die zich eindelijk met dat Stadshart gaat bemoeien, kan er dan niets meer aan veranderen……
Verloedering Stadshart
19 jul
Jacqueline
Een paar weken reageerde ik op de klacht van ene Jacqueline over wat ze in De Aarhof allemaal niet meer kon kopen. Een week daarna klaagde een ander dat, met de vergroting van de Albert Heijn vestiging in de HERENHOF, dat winkelcentrum eigenlijk ook alleen maar uit supermarkten zou bestaan. Wat er in de RIDDERHOF aan de hand is, weet iedere Alphenaar zo langzamerhand, en dat het bij de ATLAS in Kerk en Zanen ook alleen draait om de Hoogvliet daar, is de bewoners van die grote wijk al jaren een doorn in het oog. Tja, de buurt is er blij mee, natuurlijk, maar ook in de gloednieuwe BARONIE staat de helft van de winkelruimtes leeg, omdat geen modewinkel zich daar gaat vestigen. Tegelijkertijd kampt het Stadshart al tien jaar met teruglopende klantenstromen en dus met tegenvallende omzetresultaten voor de winkeliers. Wie heeft er eigenlijk belang bij om overdreven verwachtingen te blijven koesteren die geen enkele grond hebben, en alleen maar tot een niet-aflatende reeks van teleurstellingen leiden. Wát is er eigenlijk aan de hand, in Alphen aan den Rijn?
Alles voor iedereen?
Anderhalf jaar geleden schreef ik een groot artikel in webwinkel vakblad Twinkle over de veranderde functie van winkelcentra en de invloed van het internet daarop. In “Half winkelhart? Beter Winkelhart!” beschreef ik de radicale veranderingen die nodig zijn om retailers én hun winkelcentra te redden van de verloedering die nu plaatsvindt. Je hoeft maar naar alle leegstand te kijken, en te lezen over de zoveelste winkelketen die failliet is gegaan, of op omvallen staat, om te weten dat de oude, bekende en vertrouwde methoden niet werken. En, crisis of niet, internet of niet, ook nooit meer zullen werken. Anderhalf jaar later, én weer anderhalf jaar wijzer, wil ik proberen dit voor professionals geschreven artikel in een aantal blogs te vertalen naar de Alphense omgeving. En daarmee duidelijk te maken waarom ook de gemeente Alphen aan den Rijn nooit uit de huidige ellende komt, als ze het roer niet drastisch omgooit. Want niet alleen winkels die ‘alles voor iedereen’ willen zijn, leven in het verleden, dat doen ook de Stadscentra, Wijkcentra, Buurtcentra en Dorpscentra. Ze zijn daarom, wát allerlei bureaus ook verzinnen, en wát er ook allemaal wordt gebouwd, ten dode opgeschreven! Te somber? Zet je roze bril af, en kijk eens goed om je heen, zou ik zeggen!
Niet alleen op de wereld
Ooit ben ik in Alphen aan den Rijn gaan wonen, omdat je vanaf hier letterlijk de hele Randstad om je heen hebt. Onze gemeente heeft dat niet voor niets jarenlang als slogan gebruikt. Als gevolg zijn er vanuit die Randstad, en, zoals in ons geval, van ver daarbuiten tienduizenden mensen in Alphen gaan wonen. Anders dan de ‘echte’ Alphenaren, werken ze echter vooral buiten deze stad, en buiten deze gemeente, en zijn ze, veel meer dan die oorspronkelijke bevolking, gewend zich op de wereld buiten Alphen te richten. Voor de Alphense winkeliers betekent dit dat ze zien dat een groeiend deel van de Alphense bevolking zijn, vooral buiten Alphen verdiende, geld buiten Alphen besteedt. Als gevolg komt er steeds meer leegstand, verdwijnen steeds meer winkels, en wordt het ook voor trouwe klanten steeds minder aantrekkelijk hier te winkelen. Zie Jacqueline. De praktijk is dat ons Stadshart vooral aantrekkelijk wordt als de winkels dicht zijn, en diezelfde Alphenaren wél de horeca weten te vinden. Helaas is er geen simpele oplossing, de problematiek van Alphense, Boskoopse, Hazerswoudse en Koudekerkse winkeliers is daarvoor te complex en heeft ook meerdere oorzaken. De belangrijkste:
A. Sterke concurrentie rond de gemeente Alphen aan den Rijn
B. Stadshart Alphen aan den Rijn onaantrekkelijk voor Alphenaren
C. Functie van alle winkelcentra is sterk verouderd als gevolg van het ontbreken van een modern gemeentelijk of regionaal retailbeleid.
D. Onvoldoende aandacht voor nieuwe ontwikkelingen door alle betrokkenen
Concurrentie
Vandaag wil ik, als inleiding, eens laten zien wie de concurrenten van het Alphense Stadshart nou eigenlijk zijn. Daarom bijgaand plaatje dat ik al eens vaker publiceerde, en dat Alphen in het perspectief van de hele regio (30 Autominuten) zet!
1. Er liggen vier Grote Stadscentra om ons heen die, door hun oneindig veel grotere diversiteit, ervoor zorgen dat een relatief groot deel van de aankopen door Alphense consumenten in die Grote Stadscentra (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht) terecht komt, zonder dat Alphen daar iets tegen zou kunnen doen!
2. Qua aanbod vergelijkbare Stadscentra om ons heen zijn óf groter (Zoetermeer, Hoofddorp, Leidschendam) of, vanuit hun historie, aantrekkelijker om te winkelen (Gouda, Woerden) of zijn een combinatie van beide (Leiden, Delft, Haarlem)
3. De dorpen om Alphen heen zijn óf veel of alle winkels inmiddels kwijtgeraakt, of ze hebben (Boskoop, Bodegraven, recent Waddinxveen) in de afgelopen jaren zelf hun winkelareaal behoorlijk uitgebreid. De praktijk is dat het winkelbeeld in die dorpen niet half zoveel verschilt van het ook door landelijke ketens beheerste Alphense Stadshart als onze winkeliers en politici graag willen denken. Kortom, áls de inwoners van de omliggende dorpen echt gaan winkelen, zullen ook zij Alphen aan den Rijn vaak gewoon overslaan. Dat is wel te veranderen, maar niet met wat geknoei in de marge.
4. De ontwikkeling van winkelformules met zeer grote vestigingen die de consument voor meer specialistische aankopen alle keus én beleving bieden die ze maar willen. Dit soort winkels (Topshelf (sport), Vrijbuiter (camping), Intratuin (tuin), IKEA (meubels) of Hornbach (DHZ)) zijn zonder uitzondering gevestigd in grootschalige panden op nog grootschaligere (GDV) winkelgebieden met uitstekende verbindingen en parkeerfaciliteiten (Goudse Poort, Alexandrium). Een ontwikkeling die ik, vanwege het overzicht, maar niet eens in dit plaatje heb ingetekend. Mede omdat deze grootschalige winkelcentra ook klanten trekken als ze buiten onze regio gelegen zijn. Zo gaan echt veel Alphenaren regelmatig naar de Zwarte Markt in Beverwijk of Vleuten, of naar Bataviastad.
5. Niet te vergeten, maar wel als laatste, de webshops die, vanaf elke locatie die maar denkbaar is, de consument alles kunnen leveren wat hij of zij maar wil. Kortom, waar consumenten zich vroeger noodgedwongen neerlegden bij de beperkte keus of bij een ongezellige winkel in de eigen woonplaats, pakt deze nu de iPad of iPhone en laat het gewenste thuis, of bij een ophaalpunt, bezorgen. Slecht winkelierschap zonder echte relatie met klanten wordt nu veel sneller afgestraft dan voorheen.
Het Fata Morgana van evenementen
Het idee dat nóg meer evenementen, nóg meer nieuwbouw of ‘Citymarketing’ de jarenlange neergang in ons Stadshart wel zal stoppen, is, na zoveel jaren van teleurstelling, eigenlijk lachwekkend te noemen. Het Thorbeckeplein, hoe nodig ook, zal op zichzelf net zo weinig effect hebben als het Rijnplein dat in 2004 had. Waarom zou het nu opeens anders gaan? Niet ons Stadshart is de attractie van Alphen, dat zijn Avifauna en het Archeon, aan de rand van onze Stad. Al eerder rekende ik U voor dat noch de gewenste jachthaven Rijnhaven, noch nieuwe bewinkeling rond het station ook maar enig effect op dat Stadshart kan hebben. En de ‘Westelijke Rondweg” geeft passanten alleen de mogelijkheid om nóg sneller om de stad heen laten rijden. Een goed lopend Stadshart heeft helemaal geen trekker nodig, dat is zélf een trekker!
Revival
Hoewel een complete revival van ons Stadshart wel tientallen jaren in beslag zal nemen, moeten gemeente, politici én winkeliers de bakens nú verzetten. Doen ze dat niet, dan zal de huidige problematiek onstuitbaar verergeren, en zullen (die neiging hebben ze toch al) de grote winkelketens ook het kwakkelende Stadshart van Alphen aan den Rijn verlaten om zich nog meer te concentreren in de 20 grootste steden van ons land. In hun kielzog verdwijnen steeds meer winkels uit het Stadshart, verdwijnen de klanten en verloedert ons Stadshart tot niet meer is dan een boodschappencentrum voor de centrumbewoners. Dán kan het grote afschrijven op gebouwen en grond pas écht beginnen, en zakt deze grote en sterke gemeente onherroepelijk af naar een artikel-12 status. De combinatie van teruglopende leefbaarheid én onvermijdelijk groeiende gemeentelijke lasten zal Alphen aan den Rijn binnen een paar tientallen jaren tot een spookstad maken waarin niemand meer perspectief ziet. Ik begrijp werkelijk niet waarom ‘men’ de ogen voor deze gevaarlijke ontwikkeling blijft sluiten en het liever zoekt in ‘de vlucht vooruit’.
Vandaag heb Ik me geconcentreerd op het regionale disfunctioneren van ons Stadshart, in de volgende aflevering ga ik nader in op de retailstructuur binnen de gemeente Alphen aan den Rijn.
Boskoop loopt leeg!
7 novOver het graf
Het lijkt erop dat de gemeenteraad van de vroegere gemeente Boskoop over haar graf heen wilde regeren, waardoor ze de leefbaarheid van dorp moedwillig op het spel zette. Natuurlijk ageren de zittende winkeliers tegen de voorgenomen bouw van een nieuw winkelcentrum in Zuid-Boskoop. Natuurlijk lijden de vastgoedeigenaren in het centrum daarvan schade. Maar ik hoop niet dat het college van Alphen aan den Rijn denkt dat het daarbij blijft. De toekomst van het Boskoopse centrum, en daarmee van Boskoop als kern, staat op het spel! Het lijkt me dat het wel wat mag kosten om die dreiging weg te nemen, met dank aan de meerderheid van de ooit door dezelfde Boskopers gekozen volksvertegenwoordigers!
Ideaal Dorpscentrum
Vele jaren heb ik in colleges en lezingen het dorpscentrum van Boskoop naar voren gehaald als een toonbeeld van wat een dorpscentrum zou moeten zijn. Leuk, compact, divers en compleet. Wat wíl je nog meer! Vrijwel het hele dorp ligt aan de centrumkant van de rivier, aan de zuidkant grenst het dorp vrijwel aan Waddinxveen, maar dat heeft vanouds een inadequaat winkelcentrum. Aan de noordkant is Alphen aan den Rijn moeilijk te bereiken (Greenport probleem) aan de oostkant en aan de westkant zien we vooral weilanden, landbouwgrond en water. Veel parkeerplaatsen rond dat centrum, zelfs op zaterdag! Kortom, een ideale positie voor dit dorpscentrum om voor de inwoners ‘the place to be’ te zijn; zoals het hoort.
Centrum-Zuid
Op de één of andere manier zag projectontwikkelaar Leyten kans om deze uitzonderlijk goede positie te ondermijnen. Hij bedacht een nieuw buurtwinkelcentrum waardoor de Albert Heijn vestiging uit het centrum kon verdwijnen om vervolgens groots op die nieuwe plek te heropenen, zodat de Zaandamse pijlen nu ook op Waddinxveen gericht kunnen worden. Nu nog een paar speciaalzaken uit het dorpscentrum lokken, dan verdient Leyten geld, en loopt het centrum leeg.
Natuurlijk wijzen Leyten en Albert Heijn op de wensen van de bewoners in Zuid, maar zijn die daarmee nou beter af? Beslist niet! Want zelfs áls het lukt meer winkels in dat centrum te krijgen, voor veel niet-dagelijkse aankopen zullen ook zij nog altijd in het Centrum moeten zijn. Zolang dat nog gaat, tenminste, want als er door de verhuizing van die Albert Heijn ook maar 10% minder bezoekers komen, zal zeker de helft van de centrumwinkels onder de rode streep zakken. De bedrijfseconomie van winkels, helaas niet al te bekend, wordt nu eenmaal beheerst door een hoog percentage vaste kosten. Kosten die NIET dalen als de omzet, en daarmee de Bruto Winst, dat wel doet. En wat gebeurt er als, bij voorbeeld, ook deze HEMA franchisewinkel de deuren moet sluiten? Wie gaat dat opvullen? Wie volgt? En hoeveel mensen zullen alleen daarom al in omliggende plaatsen gaan winkelen? Plan Zuid is niets anders dan een planologisch zwart gat waarin de leefbaarheid van Boskoop spoorloos verdwijnt.
Gemeente
Nog niet zo lang geleden was Boskoop een trotse, zelfstandige gemeente. Nu, na een door hogere machten opgedrongen fusie, vormt het mét de voormalige gemeente Rijnwoude een onderdeel van de gemeente Alphen aan den Rijn. En die gemeente, in casu wethouder Gerard van As, zit nu met een aller-akeligste erfenis van die puur Boskoopse gemeenteraad, Centrum-Zuid. Hoewel de drie oorspronkelijke gemeenten de afspraak hadden dat laatste jaar met elkaar te beslissen over heikele dossiers, drukten de Boskopers dit plan van Leyten erdoor op een moment, vlak voor de Kerst en vlak voor de fusie, dat ze wel konden nagaan dat er weinig reactie van de andere gemeenten zou komen. Juridisch zullen ze het wel goed gespeeld hebben, maar het ligt voor de hand dat de andere twee gemeenten de impact van deze beslissing op de NIEUWE gemeente niet hebben begrepen. Intussen zit het nieuwe college met het probleem dat ze dat Boskoopse raadsbesluit, waar ze het niet mee eens zijn, moeilijk (= duur) terug kunnen draaien, hoewel ze dat graag zouden willen. Want dat hierdoor problemen ontstaan, dat begrijpt iedereen op het stadhuis wel. Alleen, wát zou de teloorgang van het Boskoopse dorpscentrum onze gemeente wel niet kosten?
Want, eenmaal gebouwd, is er geen weg terug!
Uitweg?
Je kunt rustig stellen dat de gemeenteraad in Boskoop op zijn minst oogkleppen op had, of voor hun laatste vergadering teveel gedronken heeft. Want nu zaten ze niet alleen met een leeg gemeentehuis, maar ook nog met een lege Albert Heijn. In hun roes lieten ze zich in slaap sussen met het onzinnige verhaal dat de Openbare Bibliotheek in die ruimte een plaats kon vinden. Alsof die Bibliotheek niet overal in de regio juist vestigingen sluit! De kans dat die bibliotheek daar daadwerkelijk in gaat trekken, acht ik dan ook minimaal!
Natuurlijk gillen alle ondernemers daar om een ‘trekker’. Nou, die gaan niet naar een dorp van 20.000 inwoners. Misschien ACTION wel, maar dat kost gegarandeerd een vijftal centrumwinkels de kop. Een ACTION op die plek trekt trouwens niets wat er nu al niet is, de Boskopers. Die ACTION’s staan immers overal? Boskoop heeft ook helemaal geen trekker nodig, het dorpscentrum als geheel is die trekker, vroeger, nu én straks.
Het lijkt erop dat Van As en Van Velzen snel de koppen bij elkaar moeten steken en die vestiging in Zuid koste wat het kost moeten tegenhouden.
Anders is de Boskoper binnen 10 jaar vaste klant in Zoetermeer!
Grenzenloos
29 oktGemeente en regio
Alphen aan den Rijn fuseert met Boskoop en Rijnwoude tot ….Alphen aan den Rijn. Merkwaardigerwijs doet iedereen alsof die gemeente vervolgens het eeuwige leven heeft. Natuurlijk niet, binnen 10 jaar gaan ook Bodegraven-Reeuwijk, Nieuwkoop en Kaag en Brasem op in deze grote gemeente in het Groene Hart. Daarom is het ook zo gek dat er wel een nieuwe structuurvisie ligt voor de HUIDIGE gemeente Alphen aan den Rijn die tot 2031 mee moet gaan, terwijl de gemeente in dat jaar dubbel zo groot is dan in dat stuk beschreven. Goed, er zijn een paar paragraafjes over Boskoop en Rijnwoude toegevoegd, maar de grote lijnen zijn door Alphen en vanuit het Alphense perspectief geschreven.
Maar, hoe groot het ook wordt, altijd zal de gemeente plannen blijven smeden alsof de wereld buiten haar gemeentegrenzen ophoudt. Hoewel ambtenaren en gemeentebestuurders wat afvergaderen binnen de regio, lijkt dat geen enkel effect op de beleidsvorming binnen onze eigen gemeente te hebben. Navelstaren is de mode, blijkbaar, want niet alleen de gemeente, ook onze politici denken geen stap verder dan die gemeentegrens.
Ziekenhuis
Zo is er nog altijd de roep om een ‘Volledig Basisziekenhuis’. En inderdaad, nérgens anders binnen onze gemeente (en dat verandert ook niet) is zo’n ziekenhuis mét volledige zorg, Intensive Care én Eerste Hulppost. Maar als we even over die uiteindelijke gemeentegrens kijken lopen we pal tegen een heel scala aan dit soort ziekenhuizen aan in Woerden, Gouda, Zoetermeer, Leiderdorp, Amstelveen. Dan mogen we heel blij zijn met ons mooie “filiaal’ van het Rijnland ziekenhuis in Leiderdorp en het verpleeghuis dat daarnaast is gebouwd. Nu een meerdaagse opname meer uitzondering dan regel wordt, is het ontzettend handig dat specialisten uit dat Leiderdorp ook spreekuur houden in Alphen aan den Rijn, en dat tál van chirurgische ingrepen hier in recent gerenoveerde operatiekamers kan plaatsvinden.
En dan hebben we het nog niet eens over de verandering in het denken over ziekenhuizen, waarbij deze steeds vaker op bepaalde kwalen gespecialiseerd zijn, en patiënten, voor hun eigen bestwil, steeds vaker naar elders moeten reizen. Met de komst van de pijnpoli naar Alphen wordt die trend ook lokaal al zichtbaar.
HBO
In veel verkiezingsprogramma’s lezen we dat onze stad een HBO instelling nodig heeft. Nérgens een woord over zo’n, recent sterk uitgebreide, bestaande instelling in Leiden, slechts 15 spoorminuten verwijderd. Nergens lees ik, afkomstig uit dat HBO, ook maar één woord aan welke opleidingen, binnen welke onderwijsdomeinen, wordt gedacht! In de wetenschap dat een beetje opleiding toch al snel 100 eerstejaars studenten nodig heeft om te kunnen starten (300 studenten totaal die aan 12 docenten uit verschillende disciplines een baan moet opleveren) vraag ik me werkelijk af waar een stadje met ruim 70.000 inwoners voor minstens een tiental opleidingen (Ook Alphense jongeren willen keuze) die 3000 HBO studenten vandaan wil halen. Want buiten die 10 top-opleidingen zijn er nog tientallen andere, zodat zelfs in deze opzet heel veel studenten hun heil buiten Alphen moeten zoeken. Kortom, een kansloze missie, met een gevestigd instituut zo’n beetje op onze deurmat. Wél nét buiten de gemeentegrens, dát wel.
Stadshart
Er is geen enkel project waar onze gemeente zoveel geld in heeft gestoken dan in de ontwikkeling van ons Stadshart. En ook hier willen we niet erkennen dat veel grote dorpen in onze regio (Boskoop, Bodegraven, Waddinxveen, Mijdrecht, Aalsmeer) over een voor hun directe behoeften goed bruikbaar winkelcentrum beschikken. Ook zal geen enkele consument uit omliggende plaatsen als Leiderdorp, Lisse, Hoofddorp, Zoetermeer, Leidschendam, Gouda en Woerden erover piekeren in Alphen te gaan winkelen, simpelweg, omdat die plaatsen hetzelfde, of zelfs meer bieden dan Alphen al heeft. En daarbuiten zien we het aanbod van grote stadscentra als Leiden, Haarlem, en Amstelveen, terwijl Utrecht, Rotterdam, Den Haag en Amsterdam een onvergelijkbaar grote stadsaanbod bieden waaraan de echte shopper zich maar moeilijk kan onttrekken. Dát moet toch wel leiden tot de conclusie dat het Alphense Stadshart het moet doen met ‘De Alphenaar’, omdat het de regio stomweg weinig te bieden heeft. Helaas vindt ‘De Alphenaar’ dat zelf ook in steeds sterkere mate. Maar ook hier doen we net of al die andere plaatsen niet bestaan, omdat ze buiten de gemeentegrenzen liggen. En dan zullen we het nog maar niet over het internet, of over grootschalige retailvoorzieningen hebben zoals de Meubelcentra in Leiderdorp, Hoofddorp en Rotterdam (Alexandrium). Zolang we alles uitsluitend vanuit het Alphense perspectief blijven zien, wordt het écht niets met ons Stadshart, en blijft het legeThorbeckeplein iedere verbetering van de situatie aan de Lage Zijde blokkeren.
Verkiezingen
Bijna alle aan de verkiezingen deelnemende partijen hebben last van ernstige bijziendheid en missen het perspectief van de volwassen, mobiele, burger in onze gemeente. De burger die toch al voor 2/3 voor zijn of haar inkomen afhankelijk is van werk dat buiten de gemeente wordt uitgeoefend. Waar de oriëntatie van de meeste lokale politici en de zakenwereld vooral intern is gericht, kent het merendeel van onze burgers, de kiezers, een veel wijdser perspectief. Als gevolg zullen de meeste strijdpunten voor die Alphense kiezer irrelevant zijn en heb ik mijn zorgen over de opkomst bij de verkiezingen op 13 november. Dát zou wel eens een overdosis raadsleden vanuit de kernen tot gevolg kunnen hebben, die de stad Alphen als de kern die ze kennen, willen besturen. Tja, waar dat toe leidt?
Visie in Alphen aan den Rijn
22 sepSpraakverwarring
Met de verkiezingen in zicht put het college zich uit in het verdedigen van hún visie op het reilen en zeilen van de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn. Omgekeerd doet de oppositie hetzelfde. Alleen hebben al die uitingen niet zoveel met visie, wel veel met operationele plannen (VORM) en hoogstens met strategische doelstellingen te maken. En wáár een visie bestond, zoals de voorgenomen groei naar het economisch centrum van de regio, was deze nergens op gebaseerd. Die functie, zoals ik dat al tien jaar geleden formuleerde, heeft het vroegere dorp nooit gehad en die functie had de huidige stad ook toen nooit (kunnen) krijgen. Maar vanuit die onhaalbare visie zijn wél de bouwplannen voor de Hoge en de Lage Zijde geboren. Uiteindelijk was dát, en niet VORM, het internet of de crisis, de oorzaak van het debacle aan het Thorbeckeplein. Vreemd genoeg, hoewel we de capaciteit (Avifauna, Archeon, Wet’n Wild, Wiebel Biebel) al jaren in huis hebben, heeft de gemeente nooit de visie gehad uit te groeien tot een regionaal belangrijk recreatiecentrum, en laat het die ontwikkeling maar over aan de betrokken bedrijven. Nu worden er opeens allerlei plannen gelanceerd om Alphen vanuit het niets tot een watersportcentrum om te bouwen, zonder dat daarvoor ook maar een glimp van een visie is geformuleerd. Voor de nieuwe gemeente zou die gemeente ook een doordachte visie op de ontwikkeling van de omringende kernen moeten hebben, in de wetenschap dat Alphen nu niet eens een allesomvattende visie heeft op “wijkgericht werken” en de kleine kernen die nu tot de gemeente behoren. De gedachte achter de ‘Greenport’ visie is iets dat voor Alphense politici iets heel nieuws is. En de hier geboren visie op welzijn voor mens EN dier zal in onze groene buitengewesten wel op nóg meer weerstand stuiten dan in Alphen al het geval is. En ook duurzaamheid is zo’n begrip waarover men liever praat dan eraan doet! Kortom, zolang termen als Visie, Missie, Beleid en Strategie nog dwars door elkaar worden gebruikt, blijft planning, dus óók Ruimtelijke Ordening, in deze gemeente meer Russisch Roulette dan een wetenschap.
Visie, Missie, Beleid en Strategische Doelstellingen
Een visie is, ongeacht of je het nu over een bedrijf, stichting, vereniging, kerkgenootschap of een gemeente hebt, een VANUIT DE LEIDING geformuleerd systeem van gewenste toekomstige posities binnen een gedefinieerde omgeving. Zo’n visie past dan ook heel slecht in de vierjaarlijkse verkiezingscycli. Dat geldt zelfs al voor de missie, de “voetafdruk” van die visie in de huidige situatie. De derde poot achter het hele besluitvormingsproces, het ‘beleid’, dus wat je niet of juist wel doet om die missie en visie na te streven, lijkt in handen van veel politici eerder van boetseerklei dan van graniet te zijn. Toch zijn dít de drie begrippen die de toekomstige ontwikkeling van de gemeente als geheel, én van de grote en kleine kernen daarbinnen, begrenzen (randvoorwaarde). Als bestuurders en politici plannen hebben die zich buiten deze ‘ontwikkelingsruimte’ bewegen, moeten ze deze snel laten vallen, óf, beginnend met de visie, die hele ruimte opnieuw definiëren. Dán moet je wel zeker weten (regionaal watersportcentrum) of je dat wel écht wilt (of je bevolking daarvan genoeg gaat profiteren) vóór je daar veel tijd en geld in stopt.
Tenslotte, een visie wordt niet gevormd door de organisatie, tenslotte wil elke participant (wat een modisch woord opeens) iets anders, maar door het bestuur van die organisatie. Dat daarbij rekening wordt gehouden met de belangen van die participanten (inwoners én bedrijfsleven) is duidelijk, maar visies ontstaan nu eenmaal niet in participatierondes en borrelcircuits. Ze worden, in gemeentes, bepaald door een paar sterke politici en bestuurders, dwars over de politieke scheidslijnen heen. Vervolgens moet e.e.a. altijd zichtbaar worden gemaakt (communicatie) bij het formuleren van nieuwe doelstellingen.
Toekomstgericht
Eén van de dingen die opvallen in, wat in feite het enige visiedocument van de huidige gemeente Alphen aan den Rijn is, de Structuurvisie Alphen aan den Rijn 2031 “Morgen”, dat deze zich, op de drempel van de fusie, vrijwel beperkt tot die huidige gemeente. Terwijl het planologisch volkomen juist zou zijn dit document te schrijven vanuit de hele regio om ons heen, vooral omdat het toch in de lijn ligt te denken dat er vér voor 2031 méér omliggende kleine gemeenten met dat Alphen aan den Rijn gefuseerd zullen zijn. Helaas, zo heb ik me dat laten uitleggen, is zoiets zowel politiek als bestuurlijk, onmogelijk. Maar tegelijkertijd heeft zo’n stuk zo veel minder waarde. Tenslotte zijn juist dít soort politiek/bestuurlijke veranderingen (die ook buiten Alphen aan den Rijn hun beslag gaan krijgen) een belangrijke randvoorwaarde voor de mogelijkheden binnen onze gemeente. Net zo goed als dat geldt voor economische, maatschappelijke (participatiemaatschappij!), technologische (internet) of demografische ontwikkelingen zoals ik die bijvoorbeeld wel integreer binnen het strategisch denken in de Retail sector, bij De Nieuwe Winkelier op http://www.bricksenclicks.me.
Consequenties
Duidelijk moet zijn dat het bouwen van jachthavens, op welke manier dan ook, een doodgeboren kindje is zolang we niet een visie ontwikkelen om Alphen aan den Rijn tot een centrum van Waterrecreatie te maken. En dat het vreemd is om (vooral provinciale) miljoenen te investeren in de Rijnhaven, terwijl we het nog niet voor elkaar krijgen ook maar één bootje te verhuren aan de Zegerplas, waarvoor nauwelijks investering nodig is. Het borrelidee om ons Thorbeckeplein om te bouwen tot aanleghaven ligt zo mogelijk nóg verder af van wat we uiteindelijk met onze stad willen. En ongetwijfeld lichtjaren weg van wat Boskopers en Rijnwoudenaren, onze nieuwe medeburgers, met deze stad zouden willen.
Kortom, politici, denk nog maar eens goed na over de ‘ontwikkelingsruimte’ van ‘Stad en Ommeland’ op basis van een nieuwe visie voor die toekomstige gemeente binnen die Randstad. Een visie waarin ruimte is voor afzonderlijke visies op de stad, op de grote en kleine kernen, én op het buitengebied. Een visie ook waarin we alvast ruimte maken voor latere toevoegingen van nu nog zelfstandige kleine gemeenten om ons heen. Ik zei het al, een echte visie gaat uit boven de politieke en bestuurlijke werkelijkheid van dit moment. Daarvoor past een, meer aan veroudering onderhevige, missie beter, als kader voor je doelstellingen.
Revolutie in Alphen aan den Rijn?
15 sepPatstelling
Het lijkt erop dat de Alphense raadsleden zich eindelijk realiseren dat, na drie jaar politiek geklungel, de eerste verkiezingen in de nieuwe fusiegemeente Alphen aan den Rijn wel eens de omwenteling te zien kunnen geven waarop vele partijen al jaren hopen en die anderen juist vrezen.
Dus komen nu de excuses op tafel, van de coalitie dat ze zo lang alleen hun eigen zin hebben doorgedreven, en van de oppositie dat ze zich alleen maar tegen het college hebben afgezet.
Te weinig politici realiseren zich dat, als je maar lang genoeg aan de ‘macht’ bent geweest in het stadhuis, je onvermijdelijk een onderdeel vormt van de problemen die je wordt geacht op te lossen. Uiteindelijk leidt dit niet alleen tot de “Tweedeling in Alphense raadszaal” waarmee Alphen.CC op zaterdag 14 september opende. Het leidt ook tot een politieke patstelling waarin politici elkaar de schuld geven van alles wat er de afgelopen jaren NIET is gebeurd.
In een échte democratie worden besluiten uiteindelijk genomen door de meerderheid, maar worden de belangen van de minderheid steeds zichtbaar in die besluitvorming meegenomen. Iedereen weet dat de laatste jaren van dat laatste in Alphen nauwelijks sprake van is geweest.
Historie
Toen ik ooit, alweer 40 jaren geleden, bestuurslid werd in het Buurtcentrum Ridderveld, een soort schaduwcollege van nieuwbakken Alphenaren, zwaaiden de christelijke partijen, later het CDA, de scepter in Alphen aan den Rijn. VVD en PvdA waren bijwagens die mochten meedoen zolang ze het grote CDA spel niet stoorden. Dat gold ook voor de ‘Nieuwe Alphenaren’, zodat we noodgedwongen onze eigen zaakjes maar regelden.
Maar in de tachtiger jaren veranderde dat toen bleek dat in de snel groeiende stad met haar ambitieuze, jonge, inwoners vooral de VVD hoge ogen gooide. De partij die vanaf de negentiger jaren haar stempel op vrijwel alles drukte. Die partij kon dat doen omdat CDA, PvdA en D’66 zich meer zorgen maakten over hun collegezetel dan over hun kiezers. Een situatie die niet veranderde toen D’66 plaats maakte voor de CU. D’66, GL en SP wilden zó graag in dat college meedoen, maar werden daaruit geweerd. De kleine lokale partijen, waaronder ‘mijn’ Leefbaar Alphen, moesten zich tevreden stellen met de kruimels die van de coalitietafel vielen. De ‘bom’ onder die Alphense politiek werd gelegd toen VVD leider Ruud Gebel wat ál te opzichtig uitvoerde wat velen al verwachtten, en de voltallige oppositie al in de hoek zette vóór ze zich hadden kunnen melden. Tja, de rest is historie, met een gevallen burgemeester en twee gevallen wethouders als trieste dieptepunten van drie jaar ondemocratisch aanrommelen. Het meest trieste is dat de ‘daders’ niet van ophouden weten, en zelfs vlak voor nieuwe verkiezingen nog steeds onverkort vasthouden aan hun gelijk.
Democratie?
In een échte democratie is het zo dat de kiesgerechtigde burger zijn of haar keuze laat vallen op de politieke partij die qua doelstelling en politieke stijl het meest overeenkomt met de eigen wensen en politieke beleving. In de praktijk blijkt dat in werkelijkheid slechts een deel van die kiesgerechtigden gaat stemmen, en dat de overgebleven kiezers niet bepaald een representatieve vertegenwoordiging van onze bevolking zijn.
Te veel kiezers hebben geen interesse (meer) in wat er buiten hun directe levenssfeer gebeurt, en gaan daarom niet stemmen. Een groeiend aantal is wel geïnteresseerd, maar verloor het vertrouwen in politiek en politici, en gaat daarom niet stemmen. Weer anderen kiezen helemaal niet, maar brengen wel braaf hun stem uit op ‘hun’ partij, wát die partij ook doet: De klevende kiezer. Natuurlijk zijn er ook nog kiezers die weloverwogen voor een partij kiezen, of daar zelfs lid van zijn of worden. Eigenlijk de enigen die zich wat van partijprogramma’s en standpunten aantrekken. Dan zijn er nog de vele opportunisten die achter de partij of lijsttrekker aanlopen die hen het meeste voordeel belooft. Zonder te kijken naar wat die partij vérder nog allemaal wil, of deed. Dát zijn de stemmers die in wezen de uitslag grotendeels bepalen. Als ze tenminste gaan kiezen, anders bepalen ze alleen de polls. De laatste groep is die van ‘zo gewonnen, zo geronnen’. Ze zijn gemakkelijk te paaien met mooie beloften, maar lopen weg op het moment dat de democratische praktijk van compromissen hen niet brengt wat ze verwachtten. Ze nemen niet de verantwoordelijkheid voor hun keuze!
Hoop op verandering?
In de huidige gemeente Alphen aan den Rijn zie ik weinig heil voor alternatieve democratische uitspattingen. Illustratief zijn de CDA en VVD kiezers in Groenoord, die mordicus tegen de ‘kleine bypass’ door hun wijk zijn, maar wel al jaren braaf blijven stemmen op de partijen die deze aansluiting, via de Maximabrug, op de N11 nastreven. Een ander voorbeeld is de Lage Zijde, waar, helaas wat laat en opportunistisch, steeds meer burgers buikpijn van kregen, maar waarin, in de woorden van Lyda de Jong, onze coalitiepartijen bleven ‘geloven’! Ik zou het liever ‘geobsedeerd’ noemen en die obsessie leidt ertoe dat drie lijsttrekkers nog steeds hún partijhobby daar boven water proberen te houden. Echt, de meeste Alphenaren zal het een zorg zijn wat er bij dat Thorbeckeplein gebeurt.
Nee, als er niet toevallig een fusie aan de hand was, had de bestaande patstelling tussen die geobsedeerde coalitie en de gefrustreerde oppositie nog járen kunnen duren. Tot de laatste Alphense kiezer, misschien.
Nu duizenden kiezers uit Boskoop en Rijnwoude zich bij ons Alphenaren komen scharen, bieden deze verkiezingen ruimte voor échte veranderingen. Vooral omdat het erop lijkt dat deze nieuwe kiezers veel meer interesse hebben in het scheppen van een voor hún dorp interessante politiek, dan de ‘Alphense’ kiezers die door die lange politieke malaise in grote mate verstek zullen laten gaan. Voorkeursstemmen zouden de verhoudingen tussen, maar ook binnen de partijen wel eens fundamenteel kunnen wijzigen. Of het er daardoor allemaal béter op wordt, dát moeten we maar bezien. Maar dat de gewijzigde verhoudingen binnen het actieve kiezersvolk ook leidt tot échte veranderingen in het gemeentelijk beleid, dat wens ik vooral de Alphenaren toe.
Zo Stom!
2 sepInzicht
Ja, hoe kon ik nou zo stóm zijn te denken dat ik al die jaren de enige was die wist dat Alphen aan den Rijn nu én straks veel te klein is voor de grootste plannen voor winkels rond ons Thorbeckeplein. Zéker na de ondoordachte bouw van een winkelcentrum in De Baronie.
Lees de kranten er maar op na, élke politieke partij, coalitie én oppositie, wist dat allang! Hoe dom kon ik toch zijn om daar elke keer maar overheen te lezen. Op hun websites, in hun gloednieuwe verkiezingsprogramma’s, óveral staat dat er in Alphen GEEN nieuwe winkels aan het Thorbeckeplein moeten komen omdat daar geen behoefte aan is. Wat dóm van mij dat niet te lezen.
In al die 10 verkiezingsprogramma’s staat toch al jaren dat al die nieuwe vierkante meters winkelruimte helemaal niet nodig zijn, omdat vrijwel élke winkel in ons Stadshart kleiner kan worden door de winkelformule méér op het internet te richten, en minder in fysieke winkels.
Stom, stom, stom, dat ik me dat helemaal niet is opgevallen!
Maar alle gekheid op een stokje, beste lezers, jullie begrijpen ook wel dat er bij die politieke meningen van vandaag helemaal geen sprake is van ‘voortschrijdend inzicht’, maar van politiek opportunisme. Opportunisme in het zicht van de verkiezingen voor onze nieuwe fusiegemeente. Alsof het de, voor ons nieuwe, medeburgers uit Rijnwoude en Boskoop ook maar een klap kan schelen wat er aan ons Thorbeckeplein gebeurt. Tenminste tot ook bij hen doordringt dat straks ook zij mogen opdraaien voor dat miljoenengat aan de Lage Zijde, tenminste.
Want natuurlijk staat er helemaal niets in die verkiezingsprogramma’s over een volstrekt nieuwe en op allerlei vlakken duurzame koers rond het centrumgebied achter de Kromme Aar. Alles en iedereen wil nog steeds winkels rond het Thorbeckeplein en zelfs aan de Hooftstraat! Alleen over het hoe en waarom zijn onze politici het niet eens.
Vormfout
Ach, in dat blog stelde ik al dat het Vorm plan het beste plan voor onze Lage Zijde was dat ik ooit zag. Helaas is de retailmarkt sindsdien verkleind, en vooral veranderd, en dat zal nog wel even doorgaan. Veertig jaar lang zijn winkels, in welke branche dan ook, niet alleen steeds groter geworden, maar hebben ze zich ook steeds meer op elkaars terrein begeven. Niet alleen door hele artikelgroepen van andere branches over te nemen (branchevervaging), waardoor het begrip ‘branche’ volledig verouderd raakte. Maar ook omdat steeds vaker retailers stopten een eigen, herkenbare koers te varen, zodat uiteindelijk veel te veel winkelformules op elkaar zijn gaan lijken (benchmarking). Verder wordt er steeds vaker gewinkeld in grote Megavestigingen die een deel van de binnenstadsfunctie, het deel dat op specialisatie én infrequente aankopen gericht was, hebben overgenomen. Als klap op de vuurpijl is plotseling ook de webshop populair geworden, ‘pure players’, maar vooral de webshops van bestaande winkelketens. Als er meer geïntegreerde winkelformules komen, kunnen die op een veel kleiner oppervlakte succesvol opereren, zowel in gedeelde winkelpanden, als shop-in-the-shop, pop-up winkel of kiosk, zodat stadscentra niet groter, maar kleiner zullen worden. (zie: http://www.bricksenclicks.me). Dan wordt het weer interessant om in zo’n compact Stadshart recreatief te winkelen.
Plan B
Hoewel de bewoners van onze Stadskas anders beweren, hebben ze absoluut geen Plan B achter de hand, en gokten ze volledig op het plan van VORM. Nu duidelijk is dat dít er ook niet komt, wordt tijd voor iets heel anders, zoals ik dat al eerder in een blog ‘Plan B’ schreef. Gewoon elke bewinkeling rond Thorbeckeplein en in de Hooftstraat afschrijven en het bestemmingsplan aanpassen. Dán treedt er een natuurlijk saneringsplan in werking, waardoor er niet langer nóg meer Alphens geld op de verkeerde plaats wordt verspild.
Alphen aan den Rijn moet haar Stadshart versterken door het te verkleinen. Iets anders leidt alleen tot nóg grotere verwatering van het aanbod, nog minder klanten, nog meer leegstand en uiteindelijk, volledig onnodig, de totale verpaupering van onze binnenstad. Alleen een duidelijk andere koers kan dat centrum weer perspectief geven, en een nieuwe investeerder aantrekken voor de Aarhof, o.a. Tja, dat Cultuurhuis kunnen we dan vergeten, maar in de geplande vorm zullen we dat nooit nodig hebben.
VOA
Helaas blijft ook de VOA, in ieder geval haar voorzitter John Vermeer, onverkort aan haar verouderde ideeën hangen. Tóch weer winkels bouwen aan het Thorbeckeplein, één voor één, zodat het allemaal in de vertrouwde Alphense handen kan blijven. Planologisch spreken we dan over verrommeling, en dát hebben we daar met het Thorbeckegebouw toch al eerder meegemaakt. De plannen van John betekenen niets meer of minder dan nóg meer leegstand op andere plaatsen, en doorgaande stagnatie van de ontwikkeling van ons Stadshart. Het idee van nóg meer horeca is al helemaal flauwekul. Die kan immers zonder winkelend publiek helemaal niet bestaan? Want in de ons omringende plaatsen kun je ook lekker eten en drinken.
De oubollige ideeën over een jachthaven dáár (of aan Rijnhaven) zijn al helemaal onzinnig. Het idee dat we bezuinigen op zorg, maar wel investeren in die paar Alphenaren die zo’n sloepje kunnen betalen? Nee, van de VOA moeten we zo niet teveel verwachten, helaas.
Hoekstra
Na zijn collega Lyczak gaat nu wethouder Hoekstra kijken wat er te redden valt. Helaas heeft ook hij geen idee van retailing, zodat hij voorlopig niet verder komt dan ‘afbreken’. Tja, het lijkt aan de Lage Zijde nú al of er een oorlog heeft gewoed, en dat zal op zijn manier alleen maar erger worden. Als lijsttrekker VVD of als wethouder VVD, Tseard Hoekstra zal de Alphenaren snel perspectief moeten bieden, of zijn kiezers gaan, nog meer dan ze nu al doen, buiten Alphen winkelen.
Dán wordt het pas guur, in die Alphense Stadskas!
Gemeente Water-in-de-Sloot
28 janInwoners van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers!
Jawel, hij komt eraan, die gezamenlijke nieuwe gemeente waarin we allemaal medeburgers zullen zijn. Alle werk lijkt zonder grote problemen te verlopen, de contacten tussen ambtenaren en politici zijn prima, alleen de …..NAAM!
Zoals het de overheid betaamt, is er lang nagedacht over hoe deze eenvoudige klus zo ingewikkeld en duur mogelijk kan worden gemaakt. Er kwam een werkgroep, een heus merkenbureau werd ervoor ingeschakeld, en woensdag jl. kwamen de hele politiek bij elkaar om een besluit te nemen. Alleen, dat besluit KWAM NIET! Want de voorgestelde namen waren óf te gek om los te lopen, óf onacceptabel voor een deel van het gezelschap.
Dus krijgt het bureau een aanvullende opdracht, en, natuurlijk, wordt er een nieuwe vergadering aan gewijd. Nóg meer kosten! Erkende maatschappelijke bijdragers als MAX en de Voedselbank moeten bedelen om subsidie, maar voor dit soort onzin lijkt geld en tijd zat te zijn. Want laten we eerlijk zijn, het interesseert ons, medeburgers, natuurlijk geen lor hoe die gemeente gaat heten. Welke Dammenaar zegt nou dat hij in Alphen aan den Rijn woont, en welke Koudekerker dat hij in Rijnwoude woont? Iedereen noemt toch zijn woonplaats, en die naam verandert niet! Dit is zo’n typisch probleem die de kloof tussen de politiek (die zich er hogelijk zorgen om maakt) en de burger niet alleen zichtbaar maakt, maar ook nog verdiept. Intussen stroomt ieders timeline in Twitter vol met dit onderwerp, en ook ikzelf kan niet nalaten er iets over te schrijven.
Let wel, de naam van die gemeente is heel belangrijk, op gemeentelijk niveau, maar als je daar je boerenverstand op los laat, hoeft die naam maar aan een paar vereisten voldoen:
1. De naam mag niet lijken op die van een huidige gemeente, want daar blijven ánderen weer jarenlang boos om. Natuurlijk zijn de Dammenaren en Aarlanderveners er al aan gewend om in de gemeente Alphen aan den Rijn te wonen, maar voor veel inwoners van de andere kernen zal het toch altijd een gevoel van “overname” geven. Het is natuurlijk wel veruit de GOEDKOOPSTE oplossing!
2. De naam van de nieuwe gemeente moet, liefst ook voor niet-autochtone medeburgers, gemakkelijk zijn uit te spreken, en nog gemakkelijker te onthouden. Wij, medeburgers, zullen daar wel bij elke naam in slagen, maar het is veel belangrijker dat (potentiële) relaties die naam snel onthouden én herkennen.
3. De naam moet (natuurlijk) eenvoudig en snel in domeinnamen omgezet kunnen worden. Als zodanig is natuurlijk een naam als ‘Rijn en Gouw’ belachelijk (van dat bureau) omdat iedereen daar een “e” achter gaat zetten. En prompt is dan de nieuwe gemeente ONVINDBAAR op het internet en dát kan natuurlijk niet, in deze tijd!
4. De naam moet wel kunnen, in wettelijke en politieke zin.
5. Mogelijkerwijs zou de naam een verbinding kunnen hebben naar de streek of een historisch feit, maar voor buitenstaanders is dat volstrekt onbelangrijk. Die weten dat toch niet.
Of bepaalde inwoners of politici een dergelijke naam nou wel of niet leuk vinden, doet in feite niets ter zake. Als een naam voldoet aan bovenstaande eisen, is elke naam goed, en gaan we daar vanzelf aan wennen. Complete onzin om daar zoveel geld en tijd aan te verspillen. Maar natuurlijk kan Alphen.CC het niet laten er zelfs hun hele lezerskring bij te betrekken! Daar zal wel weer ‘Castellum’ uitrollen, lijkt me.
Oh ja, medeburgers, natuurlijk heb ik privé wel een voorkeur. De gemeente moet gewoon de naam ‘RijnenGouwe’ kopen van het AD (dagblad AD Alphen heette vroeger zo). Die naam voldoet aan alle vijf de vereisten, en qua communicatie bespaart dat in ieder geval veel kosten omdat juist deze naam OVERAL in de nieuwe gemeente al bekend is. En het AD gaat er toch niets meer mee doen!
Het enige nadeel is dat hij voor mensen uit andere taalgebieden moeilijk is uit te spreken, maar dat is met de huidige, én alle voorgestelde, namen ook het geval.
Petitie tegen het Cultuurhuis
27 novInwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers
Gemeenteraadsleden hebben, jarenlang, hun tong blauwgepraat over wat hét pronkstuk van de Lage Zijde moet worden, ons (jazeker, óók in onze fusiegemeente) aller Cultuurhuis. Intussen heb ik er zelf ook al heel wat blogs en columns over geschreven, maar nu Martijn Zohlandt, zonder een spoor van voorbereiding, opeens een petitie op het internet zet, moet ik daar toch wel wat over schrijven.
Ooit, jaren geleden, heb ik de politiek zo gewenste bouw van het Cultuurhuis geaccepteerd in het kader van de ontwikkeling van de Lage Zijde. Bepaald niet van harte, en met de nodige vraagtekens, met name met betrekking tot het maatschappelijk nut tegenover de te verwachten exploitatiekosten van dat gebouw.
Nu die hele ontwikkeling is vertraagd, en de ‘upgrade’ van de Lage Zijde in handen van Corio lijkt te liggen, raak ik er steeds meer van overtuigd dat dit Cultuurhuis onze plaatselijke ‘Toren van Babel’ wordt. Met dien verstande dat er al sprake is van die spreekwoordelijke spraakverwarring voor zelfs maar met de bouw is begonnen.
Kijk, medeburgers, het verhaal begint met het model van een ‘Kulturhûs’, een Zweedse versie van een dorpshuis, waarin alle maatschappelijk, bestuurlijke, medische én culturele voorzieningen in één gebouw verenigd zijn. Een prachtige voorziening, die ik, om allerlei redenen, graag in onze wijken en dorpen gerealiseerd zou zien, maar natuurlijk onzin in het stadshart van een stad met 70.000 inwoners. Daarbij, zelfs áls het gerealiseerd is, blijft ons theater Castellum aan het Rijnplein gewoon 1 miljoen Euro per jaar kosten, en zit een belangrijk cluster ‘culturele activiteiten, tegen aanmerkelijk lagere kosten, bij Parkexpressie. Dus van een clustering van alle culturele activiteiten in dat ene gebouw is absoluut geen sprake.
Nee, medeburgers (en gelukkig zijn dat er straks 30.000 meer, die allemaal mogen gaan meebetalen), ik heb het al vaker voorgerekend hoe dat gebouw, waarvoor 25 van de 130 Alphense NUON Euro’s zijn gereserveerd, straks wel 50 miljoen gaat kosten. Tenslotte moeten de bouwplannen nog helemaal worden opgesteld en leert de geschiedenis dat álles in Alphen uiteindelijk veel meer kost dan de (ook gewoonlijk) optimistische ramingen. Verder heeft geen enkele beoogde gebruiker (bibliotheek, kunstverdieping, muziekschool en archief) ook maar één Eurocent voor de verhuizing en de inrichting van het nieuwe pand gereserveerd zodat de niet geringe kosten daarvan automatisch voor rekening van de gemeente komen ZONDER DAT OOK DIE daarvoor ook maar iets gereserveerd heeft. En, omdat een vestiging op één van de duurste plaatsen in de stad nu eenmaal financiële consequenties heeft, zou een reële doorberekening van de werkelijke kosten aan die gebruikers leiden tot hun faillissement. Nee, medeburgers, dat Cultuurhuis gaat op die manier nogmaals leiden tot 1 miljoen Euro subsidie per jaar, een bedrag dat U ook nérgens in de gemeentebegroting zult vinden. Maar een bedrag dat er, zo gauw de nieuwe gemeente een feit is, beslist op zal staan, ten koste van ….?
Medeburgers, de meeste kritiek in onze gemeente richt zich op de voorlopige bouwsom van € 25 miljoen, maar ons college zal U snel voorrekenen dat dit bedrag volledig verantwoord is in het licht van wat het NIET bouwen van dat cultuurhuis ons allemaal zal gaan kosten. Met die redenering ben ik het niet eens, maar mijn (ons) gelijk zal pas blijken als dat gebouw er al staat, vrees ik. Zoals dat met ons Stadhuis ook het geval was.
Nee, dan is een schatting van de kosten die, ongebudgetteerd, daar ELK JAAR opnieuw bij gaan komen, een stuk gemakkelijker te bepalen.
Maar mijn grootste probleem, medeburgers, ligt in het feit dat, waar het in het geheel van het Lage Zijde project logisch was eerst dat Cultuurhuis te bouwen (o.a. als onderkomen van de bibliotheek omdat het huidige pand gesloopt zou worden) de bouw van het cultuurhuis nu helemaal los komt te staan van wát er verder ook aan die Lage Zijde wel, en vooral niet, wordt gerealiseerd. Want het lijkt er toch wel heel sterk op dat er van dat oorspronkelijke plan HELEMAAL NIETS terecht gaat komen. En dan staat daar straks een duur gebouw aan de rand van een eeuwige bouwput!
Nee, als die bibliotheek tijdelijk uit het centrum moet verdwijnen, kan die net zo goed tijdelijk in de oude Bonifacius school worden ondergebracht. Ruimte zat, als tenminste het filiaal Ridderhof NIET wordt gesloten. Dan kunnen we over een jaar of vijf eens zien of dat idee van een ‘Cultuurhuis’ werkelijk zo briljant was als de PvdA ons dat al jaren wil doen geloven. Alleen weten we dan (dat hoop ik tenminste) wat er wél aan die Lage Zijde wordt gerealiseerd.
Maar ja, dan moeten Uw Gekozenen wel de moed hebben om op een éénmaal genomen besluit terug te komen. Nu de collegepartijen niet eens wilde praten over de ‘Kop Sterrenlaan’, waar ook totaal iets anders komt dan waarover jarenlang is gesproken) maak ik me over die ‘moed’ niet teveel illusies, eerlijk gezegd.
Maar intussen kunt U doen wat ik toch ook maar heb gedaan, en die petitie op alphenscultuurhuis.petities.nl tekenen. Ook als U (nog) geen Alphenaar bent.