De gemeenteraad van Alphen aan den Rijn mag zich uitspreken over twee nieuwe ideetjes voor bij de Zegerplas die de volgende zaken met elkaar gemeen hebben:
- Veel te klein om economisch ook maar iets te betekenen voor Alphen aan den Rijn. Wát het ook wordt, een ‘Marina’ zeker niet!
- Te complex om op die schaal rendabel te kunnen zijn, voorlopig zonder ook maar een glimp van bedrijfskundige onderbouwing.
- Grote gevolgen voor de huidige gebruikers van dit recreatiegebied, om van de omwonenden maar te zwijgen.
Maar vooral, wát als het, zoals bij ‘Zegerplaza’, fout gaat?
Rust aan de Zegerplas
Al heel lang lijkt het ondernemers, gesteund door ambitieuze politici, een doorn in het oog te zijn dat onze Zegerplas, en de omgeving daarvan, een oase van rust is. Men kan niet wachten tot de hele oever vol staat met allerlei bouwsels die van ons slaperige stadje een metropool voor watersporters moet maken.
Gelukkig zien wilde plannen in Alphen zelden een vervolg, anders zou die Zegerplas allang een verzameling ruïnes zijn geworden. In feite is er nog maar één idee redelijk duurzaam gerealiseerd: Wet ’n Wild, mét waterskibaan. Een initiatief als “Wiebel Biebel” al gesneefd, hoewel, volgens de VVD indertijd, Alphen niet zónder kon. Mét een nieuw initiatief voor een kinderspeelpaleis aan de Hoge Zijde, én een slinkend aantal kinderen in onze gemeente, zal dat pand wel heel moeilijk te verkopen zijn. En dan?
De ook zo gewenste schaatsbaan is er nooit gekomen, en ook het ‘Klimbos’ aan de zuidoever mocht geen groen licht krijgen. Een ambitieus, maar weinig realistisch plan voor een horecaeiland bij de T-steiger is ook nooit uit het papieren stadium gekomen. En nu opeens weer twee gloednieuwe plannen, waaruit, zo lijkt het, de gemeenteraad alleen maar hoeft te kiezen om onze stad weer in de vaart der volkeren op te stoten. Oppassen geblazen!
Welke keuzes zijn er?
Ach, ons aller John Vermeer heeft met architect Ton Veelenturf een buitengewoon ingewikkeld plan uitgevogeld onder de naam ‘Zeger Marina’. Boothuis met sloepenverhuur, horecagebouw met mini hotel, waterbungalows in de plas, zeilschool, speeltuin én klimtuin naast het Chinese restaurant aan de Noordkant van de plas. Mét een watertaxi om hun bezoekers naar het centrum van Alphen te brengen.
Martin Kalkhoven daarentegen wil, helemaal tegen het Aarkanaal aan, een boothuis, horecagebouw én een drijvend trouwkapelletje in de Zegerplas bouwen
Tja, als je ziet wát dit, in economische zin, allemaal betekent voor de Alphense economie, dan stelt het natuurlijk niets voor. Zelfs niet in de paar zomermaanden. Dus waarom zou de gemeenschap, zeker de vele Alphenaren die nu aan die Zegerplas wonen, én de nóg grotere groep die daar elke dag recreëert , voor privé doeleinden van een paar ondernemers moeten inleveren?
City marketing
Pikant is toch wel de positie van John Vermeer, als voorzitter van de adviesgroep voor City Marketing én als ondernemer in dit project. Omdat dit plan, mét watertaxi, prachtig past in het door die commissie geproduceerde City Marketing plan, zijn mijn vraagtekens ook niet uit de lucht gegrepen. Alleen levert het de gemeente Alphen helemaal niets op. Beide plannen zijn immers veel te beperkt om merkbare invloed te hebben op de aantrekkingskracht van Alphen aan den Rijn. Daarbij is dit geringe effect ook nog eens beperkt tot de zomermaanden. Wat dat betreft overtreffen landelijk bekende publiekstrekkers als Archeon en Avifauna deze initiatieven, in hun betekenis voor ‘City Marketing”, vele malen.
Daarbij zal, in het ene geval wat meer dan in het andere, de infrastructuur (gas, licht, water en riolering) fors moeten worden aangepakt. Dat levert niet alleen, zoals veel oppositiepartijen al gelijk vaststelden, een hele ingreep in het landschap op, maar ook een enorme kostenpost voor de gemeente. Het idee dat deze ondernemers dat allemaal zelf gaan betalen, is natuurlijk in een roze wolk geboren.
En?
Merkwaardigerwijze wordt bij deze vage plannen, en zelfs bij de commentaren daarop, met geen woord gerept over de nog altijd lopende plannen rond een watersportcentrum in de Rijnhaven, waarvoor alleen al voor het ophogen van de brug 5 miljoen opzij is gelegd, en de al min of meer uitgewerkte plannen om aan de overzijde van het Aarkanaal de weilanden onder water te zetten. We hebben het helemaal niet alleen over deze twee ideetjes rond de Zegerplas, wethouder Van Velzen, om over allerlei bestaande voorzieningen in onze regio maar te zwijgen. Waarom zou Alphen aan den Rijn het zoveelste watersportcentrum moeten worden? Hoeveel Alphenaren hebben hier eigenlijk belang bij? Kunnen we ons gemeenschapsgeld niet zinniger aan grotere groepen besteden?
Wat als?
In een vorig blog heb ik er op gewezen dat Alphenaren de neiging hebben de wet van Murphy omgekeerd toe te passen: “Als iets goed zou kunnen gaan, zal het ook wel goed gaan!” Dát lijkt ook hier weer, net als bij het project Rijnhaven, onverkort toegepast te worden. Zoals dat eerder gebeurde bij Wiebel Biebel, en, ver daarvoor, bij de golfbaan waar drommen ‘gewone’ Alphenaren voor hun lol tussen de golfballen zouden gaan wandelen. Ook winkelcentrum ‘De Baronie’ is vanuit die instelling voor leegstand geboren.
Omdat het zonneklaar is dat ook deze beide initiatieven, áls ze al worden uitgevoerd, in economische zin verkeerd kunnen aflopen, zouden politici zich niet alleen over die plannen moeten buigen, maar ook over de vraag: Wat te doen als het verkeerd loopt?
Zeker aan het plan aan de Noordkant kleeft het probleem dat er sprake is van een forse ingreep in de omgeving. Hoe ruim je dat weer op en hoe voorkom je dat de gemeenschap dat weer moet betalen?
Het lijkt me niet teveel gevraagd ondernemers voortaan vooraf een bankgarantie te vragen als ‘verwijderingsbijdrage’. Voor ik, als één van de benadeelde omwonenden, later ook nog eens mag meebetalen aan het opruimen van iets dat er helemaal niet had mogen zijn!