Tag Archives: koopzondag

Koopzondag failliet!

11 okt

Redding van het Stadshart?
In maart besloot de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn, op uitdrukkelijk verzoek van de Vereniging Ondernemingen Alphen aan den Rijn (VOA) het voortaan aan de ondernemers over te laten hoe vaak en wanneer zij op zondag hun bedrijven open wilden stellen. Je mocht verwachten dat de actieplannen al jaren klaarlagen, maar het tegendeel was waar. Maar nu die politieke stofwolk is verdwenen blijkt dat de Alphenaren wel graag een koopzondag willen, maar in de praktijk niet te komen. Uiteindelijk besluiten de winkeliers om de winkels elke eerste zondag van de maand te openen, maar dat was voor de liberalisatie ook al het geval. En wat zegt de winkelier nu? “Zondag open is niet zaligmakend”!

Featured image

Het heeft even geduurd, maar de liberalisering van de winkelopenstelling leidde in Alphen, maar ook in de hele regio NIET tot betere resultaten van onze winkeliers, en, behalve in de grotere steden en recreatiegebieden (waar dat al jaren mocht) blijken de winkeliers voor het overgrote deel eieren voor hun geld gekozen te hebben. Ze blijven op zondag gewoon dicht. Daarmee blijkt dat ik, vanuit mijn religieuze en sociale achtergrond toch al geen voorstander van koopzondagen, gelijk had door te stellen helemaal geen religieuze argumenten nodig te hebben om tegen die vrije koopzondag te zijn. Die argumenten, beste lezer, stonden, uitgesproken door winkeliers, zaterdag 10 oktober gewoon in AD/Alphen.

Strohalmen
In tegenstelling tot wat onze regering en zelfs een organisatie als InRetail beweert, is ‘de crisis’ nog lang niet over. Eén blik ’s ochtend’s op de AEX index geeft al aan dat ons bedrijfsleven maar niet kostbaarder wil worden, een teken aan de wand voor alle economische positivisten (die combinatie kán bijna niet!) die elke dag opnieuw de huid van de beer aanbieden voordat het beest is geschoten.
Intussen blijven retailers, of ze nu groot of klein zijn, zich aan elke strohalm die zich aanbiedt, vastklampen: Risico Kapitaal, Nieuwbouw, Trekkers, Omnichannel, Vrij Parkeren én, uiteraard, de KOOPZONDAG.

— Hoewel er nog altijd voorstanders van Risico Kapitaal in retail ondernemingen bestaan, kán hun voorkeur toch niet gevoed worden door klinkende resultaten, integendeel!
— Nieuwbouw, zoals we dat zien aan de Alphense Hoge Zijde, heeft aanzienlijk meer winkelruimte opgeleverd, maar sinds de opleveringen in 2004 loopt het aantal winkelende kopers alleen maar terug. Dus drukken die meerdere én duurdere vierkante meters elk jaar zwaarder op de economische resultaten (EBITHA) van onze retailers. Natuurlijk wordt het tijd dat het gedoe aan de Lage Zijde eindelijk eens wordt opgelost, maar tot drommen nieuwe kopers gaat ook dat echt niet leiden.
— Trekkers, zoals MediaMarkt, Hoogvliet, McDonalds en H&M in het Alphense Stadshart trekken wel klanten, maar hebben de teruggang in winkelend publiek in dat Stadshart, ondanks de overspannen verwachtingen, ook geen halt toegeroepen. Ze vormen, en in Zoetermeer is dat (PRIMARK) al aangetoond, vooral een concurrent voor de bestaande winkelformules.
— Omnichannel, de vervlechting van fysieke winkel en webshop, levert al evenmin wat men ervan verwachtte, omdat die winkeliers geen afscheid willen nemen van hun verouderde winkelformule en verouderde denkbeelden over wat de klant werkelijk wil. In wezen vormen de bestaande winkeliers de redding van veel webshops.
— Vrij Parkeren zou drommen winkelend publiek binnen halen maar waar het is ingevoerd (o.a. in het Zoetermeerse Stadshart) heeft men net zoveel leegstandsproblemen als in het Alphense Stadshart. Overal waar het Stadshart wél goed loopt, zoals in onze echt grote steden, betalen de klanten zonder problemen de soms excessief hoge parkeerkosten. Ach, als je je voor honderden Euro’s in het nieuw steekt, kan 20 Euro parkeergeld er ook wel vanaf!

Koopzondag ánders
Tien jaar geleden zette ik al een schets op papier voor een ‘nieuw uitgevonden’ zondag die een zinvolle aanvulling op de bestaande ‘koopzaterdag’ (pas op, die bestaat ook nog maar sinds de zestiger jaren) zou kunnen worden. In mijn overtuiging dat een ‘tweede’ zaterdag noch de koper, noch de verkoper iets zou brengen. Een zondag die voor iedereen, religieus of niet, een geheel eigen beleving zou opleveren en waarin het Alphense Stadshart haar bevolking, én omwonenden, linksom of rechtsom een zinvolle besteding van die dag zou gaan opleveren. Een zondag waarbij niet alleen horeca, culturele instellingen,kerken en winkels, maar ook de overheid en daaraan gelieerde instellingen (Participe, Bibliotheek, etc.) hun steentje bij zouden dragen. Inderdaad, een zondag ánders. Maar uiteraard wacht men liever op een simpeler oplossing, gewoon op zondag de winkeldeuren open. En dát blijkt, zoals ik toe al stelde, niet te werken!
Peter van den Belt van het AD stelt dan ook rustig: “Groene Hart-winkeliers leggen zichzelf beperkingen op”. Oftewel, zoals dat al eerder bleek uit de krachtmeting tussen grootwinkelbedrijf en kleinbedrijf, later tussen klassieke retailers versus webshops, vormen de winkeliers zelf hun grootste concurrent.
Met hun inerte gedrag spelen ze, uiteraard onbedoeld, de grote steden, perifere winkels (IKEA, etc.) en de pure webshops in de kaart. En ze worden daarin, tot mijn groeiende verbijstering, zowel lokaal (VOA) als nationaal (InRetail, Detailhandel Nederland) gesteund.
Nu ook de liberalisatie van de koopzondag geen soelaas biedt, gaat retailend Nederland opnieuw geen echte oplossing zoeken, maar gewoon een nieuwe strohalm. Wedden?
Maar in Alphen gaan we vast ons Stadshart ‘redden’ door van de Hooftstraat weer een nieuwe Koopstraat maken!

Advertentie

Koopzondag? Niet meer!

27 mrt

Geen Koopzondag?
Nee, natuurlijk niet! Het begrip ‘koopzondag’ is met het besluit van de Alphense gemeenteraad immers historie geworden. Je kunt moeilijk praten over een koopzondag als consumenten zich voortaan élke zondag te buiten kunnen gaan.
Want, hoewel een aantal partijen, vooral uit nostalgie, nog twijfelden, heeft de meerderheid uiteindelijk ingezien dat het politiek verstandiger is die beslissing maar aan de winkeliers zelf over te laten. Natuurlijk is de SGP mordicus tegen, en het lijkt me ook stug dat in ‘hun’ dorpen Benthuizen en Hazerswoude-dorp de winkeliers zo onverstandig zullen zijn van hun pasverworven vrijheid gebruik te maken. De SP is tegen omdat ze (terecht) bezorgd zijn dat de kleine winkelier de dupe wordt.
Maar alle winkeliers hebben nu de vrijheid voortaan elke zondag van 13:00 uur tot 22:00 uur hun deuren open te doen. Niemand kan langer naar de politiek wijzen als oorzaak van de slechte resultaten in de retailsector, en dat vind ik het belangrijkste voordeel van dit besluit.

Quo Vadis, Retailend Alphen?
Tja, wat gaan jullie nu met die extra uren doen, retailers? Want het is natuurlijk niet voldoende om nog eens die winkeldeur 9 uur langer van het slot te doen. De verwarming en/of airconditioning moet een dag langer blijven werken, de verlichtingsrekening loopt op en er zal extra personeel worden ingezet. Ook zou het geen gek idee zijn om voor die zondag speciale acties te ontwikkelen, want als er geen mensen komen, heeft het allemaal niet zoveel zin, natuurlijk. Een feit is dat onze winkeliers allemaal extra kosten moeten maken, en dan maar moeten hopen dat de eigen bevolking inderdaad nu wel de verlokkingen van andere, grotere, winkelcentra weerstaat. Intussen zullen winkeliers én personeel wéér minder tijd hebben voor hun sociale leven, er zijn meer kosten dan alleen de financiële!
Het is ook maar de vraag of de wensdroom van de VOA, winst en werkgelegenheid, werkelijkheid wordt. Ik heb zwaar mijn twijfels over het effect van die geopende winkels op de kooplust van het publiek. En geen twijfels over het feit dat de extra kosten vaak de extra bruto winst (iets anders dan omzet) zullen overtreffen.
Al vele jaren geleden heb ik geschetst hoe je voor het centrum van Alphen de ‘rustdag’ voor alle gelovigen en niet-gelovigen opnieuw zou kunnen uitvinden. Maar daarvoor is echt veel meer nodig dat geopende winkeldeuren (de horeca was al open, natuurlijk) en wat gefragmenteerde acties van winkeliers. Maar daarover, of over een alternatief, blijft het stil. Onze winkeliers willen wel graag meer omzet, maar van verhoging van promotiebudgetten is geen sprake.
Inderdaad, Waarheen, winkeliers?

Stad versus omringende kernen
Ik zie absoluut geen enkele winstkans voor de andere winkeliers in onze buurten, wijken en kernen. Vooral ook omdat in onze gemeente, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nieuwkoop, geen enkel winkelcentrum kan profiteren van toerisme. Dat lijkt voor de supermarkten anders te liggen, maar die kijken teveel naar die paar uurtjes die een paar supers nu al elke zondag open zijn, en te weinig naar het feit dat nu elke supermarkt veel meer uren open zal zijn. Er valt ook weinig meer te halen, op die zondag, van ‘de kleine ondernemer’ omdat die laatsten de ‘gemakzuchtige’ consument toch allang kwijt zijn. Dus blijft ‘de horeca’ als enig potentieel slachtoffer over. Want die supermarkten spelen steeds meer in op het leveren van kant-en-klare maaltijden, ook buiten de vriezer, waarmee ze nu ook op zondag een rechtstreekse concurrent van de gevestigde horeca is.
Maar overal elders gaat de consument vooral de zondagse verveling verdrijven via een verblijf in de stad, waarbij verblijf, en de kosten van dat verblijf (horeca én parkeren), de voornaamste uitgaven worden. Of dacht U, beste burger, dat, waar de gemeente de ‘koopavond’ acuut belastte met parkeergelden, de zondag daarvoor gespaard wordt? Kom!
Voor de rest, “kijken, kijken en niet kopen”.
Waar dat in het toch grote Stadshart van Alphen al gebeurt, zijn de winstkansen voor winkels in buurten, wijken en dorpen helemaal minimaal.

De kleine winkelier
Volgens de VOA wordt voldoende rekening gehouden met de belangen van de kleine winkelier, vooral omdat zij via hun winkeliersvereniging in die VOA vertegenwoordigd zijn. Ik weet zeker dat dit NIET het geval is. Ten eerste worden ook die ‘winkeliersverenigingen’ deels overheerst door de grotere retailbedrijven, daarbij is daarin de stem van de horeca vaak nogal luid vertegenwoordigd en tenslotte zijn de meeste kleinere retailers zo bezig met hun eigen bedrijf, dat ze zich zo weinig mogelijk met hun eigen vereniging bemoeien. Dat was zo met mijn eigen vader in mijn geboortedorp, dat was zo in Amsterdam-Noord en IJmuiden waar ik het V&D opperhoofd was, mijn studenten merkten het in de honderden onderzoeken die we in en rond Den Bosch deden, en ik heb het zelf gezien in Hulst en Vianen, waar ik uitgebreid onderzoek mocht doen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar het idee dat de mening van de winkeliersvereniging door iedereen wordt gedragen is verkeerd, en het idee dat via die vertegenwoordiging de mening van de VOA door elke winkelier wordt gedragen, is pertinent onjuist. Nu de grote gemeenschappelijke vijand, de gemeente, in deze zaak is weggevallen, zal het weer snel ‘ieder voor zich’ zijn, zoals het altijd al was. Grootwinkelbedrijven, met vaak tientallen mensen, vooral parttimers, op de loonlijst, zullen die zondagsopening (moeten) verwelkomen, middelgrote bedrijven zullen er schoorvoetend aan beginnen, bang om klanten kwijt te raken, en de kleine winkelier kan eigenlijk kiezen uit twee kwaden. Of hij/zij stort zich in die zondagsopening, met alle risico’s van dien, of hij houdt de deuren dicht, in de hoop dat niet al te veel klanten de winkel op zondag gaan missen.

Gemeente Alphen aan den Rijn
Ik constateer dat Stadshartmanager Martin de Vries het al niet voor elkaar kreeg om de winkels allemaal tot 18:00 uur (het tijdstip dat vroeger zo gewoon was) open te krijgen. Het zou me verbazen als opeens wel alle winkels op zondag hun deuren zouden openen, ook wanneer zij daar geen principiële bezwaren tegen hebben. Buiten dat Stadshart zullen veel winkeliers wel begrijpen dat er voor hen op zondag weinig te verdienen is, maar ook binnen dat Stadshart gaan winkeliers vanaf het begin hun knopen tellen. En als het, wat ik voorspel, niet lukt zonder dure promotiecampagnes die Alphenaar op zondagmiddag massaal de straat op te krijgen, zullen ze het snel voor gezien houden. De praktijk zal dan ook zijn dat het vooral de grootwinkelbedrijven zijn die, met aangepaste (minimale) personeelsbezetting, hun kansen pakken. Hoe dat uitpakt met alle supermarkten is nog afwachten, maar die gaan, behoudens uitzonderingen natuurlijk gelijk open.
Of de inwoners van de gemeente Alphen aan den Rijn daar allemaal gelukkiger van worden, waag ik te betwijfelen, en of ze hun ‘gewone’ levenspatroon op zondag daarvoor gaan wijzigen, ook. De plaatselijke retailers bieden, individueel én gezamenlijk, de Alphense klant niet wat nodig is om ons Stadshart te laten bruisen. Zolang dat niet verandert, zal de fel bevochten ‘koopzondag’ het koopgedrag in ‘stad en ommeland’ ook niet veranderen.
Ik wens de Alphense retailers veel wijsheid toe. De politiek is uitgepraat, zij zijn nu aan zet.

Stennis Dennis Leugenaar

20 mrt

“Nog een geluk dat de SGP hier geen zetels heeft”
Hoewel je zou denken dat AD/Alphen columnist Dennis Captein wel leergeld betaald zou hebben met zijn ontslag als columnist bij het Alphens Nieuwsblad, vindt hij het vandaag opnieuw nodig vanuit zijn nieuwe werkkring de grote Christelijke minderheid in Alphen aan den Rijn aan te vallen. Enfin, dáár moet de hoofdredactie zich maar zorgen over maken.
Waar het mij om gaat is dat Dennis ‘de Alphenaar’ niet alleen sprookjes zit te vertellen, naar vandaag zelfs gewoon leugens. Niets is te gek om lezers te trekken, blijkbaar.
Want met het statement “Nog een geluk dat de SGP hier geen zetels heeft” geeft hij aan een politieke onbenul te zijn, sinds de vorige verkiezingen heeft de SGP hier zelfs TWEE raadsleden.
Tja, en over ‘scheiding’ van politiek en religie? Ach, Dennis kan zijn columns en zijn broodwinning immers ook niet uit elkaar houden?

Into Business
Dennis schrijft alleen columns als je hem ervoor betaalt, zoals ook Alphens.nl merkte waar de redactie al ANDERHALF jaar zit te wachten op zijn volgende. Maar onze Dennis is tenslotte broodschrijver, hij maakt mooie verhalen voor iedereen die hem daarvoor betaalt. Met het idee van veel van zijn lezers dat hij die columns, zoals ik de mijne, “zonder last of ruggespraak” schrijft, zitten ze ver van de waarheid. Dennis is de uitgever van het zakenblad ‘Into Business’. Niet dat U dat ooit las, natuurlijk, maar ik zie af en toe een stapeltje liggen bij bedrijven en instellingen, en natuurlijk bij Ondernemershuis iFlow. Een zakelijk sprookjesblad waarin ondernemers, tegen betaling, zichzelf en hun bedrijf kunnen profileren en dat dus vol staat met wat in medialand ‘Advertorial’ heet. Goed voor hun ego, blijkbaar, maar ik prijs me gelukkig dat stukken in kranten en vakbladen míj geen geld kosten. En dat de uitgevers van boeken me daarvoor zelfs betalen. Enfin, duidelijk moet zijn dat het regionale bedrijfsleven Dennis brood op de plank bezorgt, en, wie betaalt bepaalt, hij dus altijd rekening moet houden met de mening van dat bedrijfsleven. Zijn columns zijn daarom absoluut niet journalistiek of objectief, en deze is daarop geen uitzondering.

Religie en Koopzondag
Het moet duidelijk zijn dat er vanuit het Christelijk standpunt geen steun te verwachten is voor uitbreiding van commerciële activiteiten op zondag. Maar, zoals ik in mijn vorige columns over dat onderwerp al aangaf, als de tegenstand alleen uit die hoek zou komen, waren alle winkels al jaren elke zondag open. Het lijkt er echter op dat de, ook voor mij toch wel onverwacht grote, politieke tegenstand tegen het ‘vrijheid/blijheid’ principe van ondernemersvereniging VOA, na het debacle in de raad een zondebok nodig heeft. Tja, en die is gauw gevonden: De Christelijke politieke partijen, de Kerken, en …. ik!
Dennis heeft geen idee natuurlijk, maar deze commerciële “Pavlov” reactie staat zelfs al in de bijbel. In Handelingen 19 wordt verhaald hoe de zilversmid Demetrius, die met zijn werknemers veel geld verdiende aan de verkoop van zilveren tempeltjes van de godin Artemis, een hele revolte ontwikkelde om de apostel Paulus te lynchen. Gewoon omdat deze door zijn boodschap van de ‘Ene God’ hun ‘business’ in gevaar bracht. Je kunt de boodschap van Dennis Captein dan ook gewoon lezen als ‘Religie is toegestaan zolang het mijn adverteerders maar geen geld kost’.
En zo zit hij weer lustig zijn anti-theïstische stokpaardje te berijden.

Waarheid
Die waarheid is natuurlijk dat, hoewel een koopzondag weinig bijdraagt aan mijn geluk, mijn democratische aard leidt tot de stelling dat de principes van de minderheid niet de meerderheid kunnen gijzelen. Het oogt ook wat sektarisch, omdat met de heilige dagen van Joden en Moslims nooit rekening is gehouden. Ik heb dan ook al vele jaren geleden gepleit voor het ‘heruitvinden’ van die zondag als de wekelijkse “rustdag” voor IEDEREEN. Een dag waarop mensen naar de kerk kunnen gaan, naar sportvelden of naar onze recreatieparken, een rondvaart kunnen maken, zich op terrassen kunnen laten verwennen, allerlei presentaties en voorstellingen kunnen bijwonen, en, uiteraard, ook nog kunnen winkelen. Kortom, Dennis komt nooit naar de raad, nooit in de kerk, en is blijkbaar ook NIET op de hoogte van de publicatie die ik al zeker 8 jaar geleden namens Leefbaar Alphen het licht deed zien. Maar heeft er wel een mening over!
Al die jaren heb ik, ook op deze site, beweerd helemaal geen religieuze argumenten nodig te hebben voor mijn stelling dat het heel moeilijk zal zijn in een middelgrote stad als Alphen aan den Rijn elke week een commercieel rendabele ‘koopzondag’ te houden. Zoiets zal écht met allerlei andere activiteiten, kerkelijk én seculier, moeten worden ondersteund, maar daar lijkt het bedrijfsleven, in casu de VOA, geen oog voor te hebben. Ik constateer dat die argumenten bij een groot deel van de Alphense politiek, en niet alleen de Christelijke partijen, zo aanslaan, dat zij, niet ik, de koopzondag blokkeren.

Goeroe?
Voor mij is een goeroe iemand met een leuk verhaal waar mensen graag naar luisteren maar waarop niemand kritiek mag hebben. Dennis (blijkbaar heeft hij die term uitgevonden) heeft het regelmatig over dat ‘zelfbenoemde goeroe’, maar ik ga mezelf natuurlijk niet benoemen in iets wat ik absoluut niet wil zijn.
Waar ik, praktisch én theoretisch, mijn hele leven bezig ben binnen verkoop, marketing en communicatie in een scala aan nationale en internationale organisaties, waarvan 25 jaar in het vakgebied retail, is het natuurlijk moeilijk daar geen verstand van te hebben. Dat vakgebied heb ik dan ook in 300 bladzijden beschreven in een wetenschappelijk verantwoord boek (Marketing voor Retailers, 2e editie 2011) voor het HBO retailonderwijs. De sector waar ik de ‘founding father’ van de grote HBO retailopleiding (SBRM) bij Avans Den Bosch ben.
Vanuit die achtergrond publiceer ik ook een blog (http://www.bricksenclicks.me) waarin het door mij ontwikkelde ‘bricks&clicks’ concept van ‘De Nieuwe Winkelier’ is uitgewerkt. Maar al die kennis en ervaring laat onverlet dat mijn publicaties voor veel mensen in de retailsector, ook in Alphen aan den Rijn, een ‘Ongemakkelijke Waarheid’ vormen.

Dat laatste werpt een ander licht op de column van Dennis Captein, die beter ‘His Masters Voice’ als titel had kunnen kiezen.

Koopzondag: NEE

13 mrt

 

Politiek en Zaken
Waar Edwin ten Brink zijn klanten al beloofde voortaan elke zondagmiddag open te zijn, zal hij bijster teleurgesteld zijn na de bespreking van het B&W voorstel in de gemeenteraad. Want die raad is, in meerderheid, helemaal niet geporteerd voor het idee dat de winkeliers voortaan zelf zouden mogen bepalen of ze hun winkels op zondag zouden openen. Wellicht een kleine vergroting van het aantal ‘koopzondagen’, maar zeker niet elke week. Een bittere pil voor veel Alphenaren, en zeker voor de Vereniging Ondernemingen Alphen aan den Rijn (VOA) die al jaren vrijheid van handelen voor hun leden voorstaat. De situatie blijkt helemaal niet veranderd vergeleken met acht jaar geleden toen een enthousiaste wethouder Robert Blom ook al onverwacht een bloedneus opliep met zijn toch bescheiden voorstel voor 18 koopzondagen. De huidige wethouder Van As legde de beslissing volledig in handen van onze gekozenen, maar die blijken met een dergelijke vrijheid opnieuw geen raad te weten. De koopzondagen blijven daarmee een probleem voor de politiek, en het zo bevochten punt van vrijheid voor de winkeliers heeft voor deze raadsperiode afgedaan.

 

Koopzondag en (Christelijke) Religie
Bij een peiling, deels vanuit de raad opgezet, deels vanuit het vaste panel, bleek eigenlijk al dat deze vooronderstelde relatie geen rol speelde. Tenslotte kun je van misschien slechts 20% van de hele Alphense bevolking stellen dat ze zich principieel tegen die koopzondag uitspreken, en bij dit ‘onderzoek’ bleek dat nauwelijks de helft van de Alphenaren wekelijks op zondag zou willen winkelen. Een grote minderheid is tegen, of kan het niet schelen. Mijn ervaring met dit soort onderzoeken zegt me dat hoogstens een kwart dat ook elke zondag gaat doen. En natuurlijk niet met heel mooi, of juist heel slecht weer. Want deze Alphenaren willen graag in de gelegenheid zijn om, op elk moment dat het hen uitkomt, te KUNNEN winkelen. Ze spreken helemaal niet uit dat ze dat dan ook elke zondag DOEN! Blijkbaar hebben de politici dat ook begrepen, en hebben ze juist daarom, opnieuw, een heel voorzichtige houding aangenomen.
In ieder geval is duidelijk dat, vanuit de resultaten van dat onderzoek, christelijke principes niet de reden kunnen zijn dat het VOA feestje niet door zal gaan.

Koopzondag en Commercie
Om vooral bedrijfskundige redenen, waarover ik al eerder schreef, heeft het voor de grote meerderheid aan winkeliers buiten het Alphense Stadshart helemaal geen zin de winkel op zondag open te doen. Wat ze er op zondag aan klanten bij krijgen, zijn ze op zaterdag weer kwijt. Waar ze, met één koopzondag per maand, de winkel wel kunnen mannen met wat hulpkrachten, kun je dat niet elke week zo regelen. Dát betekent dat winkelpersoneel regelmatig roulerend ook op zondag aan de bak moet, zoals dat in bijvoorbeeld de horeca al heel gewoon is. Dat is niet alleen duurder, natuurlijk pikt niemand het als, tegen het hetzelfde loon, de één wel op zondag moet werken en de ander (vanwege principes) niet. Je kunt dat wel ontkennen, of naar de toekomst schuiven, maar dat uiteindelijk IEDEREEN in de retail op zondag moet werken, is een feit.
Het is daarom maar de vraag of in een stadje als Alphen aan den Rijn de voordelen, in de vorm van extra inkomsten, wel tegen de nadelen, qua geld én organisatie, opwegen. Ik vrees dat dit bij veruit de meeste winkeliers negatief uitvalt.

Stadshartperikelen
Natuurlijk lossen extra koopzondagen de huidige problemen in ons Stadshart niet op. Want waarom zouden de mensen die op zaterdag elders gaan winkelen, opeens wel op zondag dat Alphense Stadshart gaan bezoeken. Als ze het op zaterdag al niet aantrekkelijk vinden, dan zal dat immers op zondag (omdat dan toch veel winkels dicht zullen blijven) zeker niet het geval zijn. Tenzij je, zoals ik dat al jaren geleden beschreef, als Stadshartondernemers gezamenlijk besluit de ‘zondagsrust’ gezamenlijk opnieuw uit te vinden. Helaas lijkt niemand verder te denken dan het openen van winkeldeuren. Nu kan VOA vice-voorzitter Edwin ten Brink wel stellen dat “Veel omzet verdwijnt naar omliggende steden”, maar waarom dat probleem (dat is op alle dagen zo) opeens over is met een wekelijkse ‘koopzondag’ is mij volstrekt onduidelijk. Tenslotte zijn we omringd door grote steden die zo hun eigen aantrekkingskracht hebben op consumenten, en verdwijnt er steeds meer ‘traditionele omzet’ naar gespecialiseerde beleveniswinkels buiten dat Stadshart. Van Tuincentra tot IKEA’s en andere grootschalige winkelcentra, zoals de Goudse Poort of Alexandrium.
Die omzet komt echt nooit terug.

Koopzondag en Supermarkt
Natuurlijk gaan, in wát voor type winkelcentrum ook, vrijwel alle supermarkten open. Dát maakt de actie van Ten Brink Foodretail wel duidelijk. Want het moeten accepteren dat slechts een paar supermarkten op zondagmiddag ‘avondverkoop’ houden, is beslist een tantaluskwelling voor andere supermarkteigenaars. Die hebben toch al de neiging om alles wat ‘de buren’ aanbieden, snel op te nemen. Alleen, gaan consumenten nu opeens veel meer eten kopen omdat het op elk moment te koop is? Misschien is het wel net andersom, en kiest men gewoon, elke dag opnieuw, om zelf eten te kopen, óf ergens anders te gaan eten. Zoals dat in de US al heel gewoon is. In ieder geval zal een aantal mensen besluiten voortaan hun zaterdagse boodschappen maar op zondag te gaan doen. Maar dat gaat niet voor meer omzet zorgen, wel voor (aanzienlijk) meer kosten.
En, laten we wel zijn, ook op zondag zul je voor Digros naar Leiderdorp of Ter Aar moeten, en voor JUMBO naar Nieuwkoop of Hazerswoude. En ook voor andere ketens met een ander soort assortiment, zoals Plus of Ekoplaza, zullen we nog steeds naar elders moeten gaan. Kortom, ook in supermarktland spelen een aantal problemen die met die wekelijkse koopzondag hoogstens nog zichtbaarder worden.

Gelukkig hebben we in Alphen aan den Rijn nog wel wat anders te doen dan op zondag winkels aflopen die de rest van de week ook gewoon open zijn. Voor de kerkganger is het natuurlijk elke zondag koopzondag, anderen zijn al jaren actief in ‘rondjes meer’ of andere takken van sport of cultuur, en met een abonnement op Avifauna of het Archeon ben je letterlijk ‘uit in eigen land’. En voor velen is de eigen achtertuin, balcon of bootje natuurlijk een prima plaats om de zondag door te komen.

Gezellig samen enquêteren

6 jan

Koopzondag
Om te beginnen wil ik, voor de duidelijkheid, stellen niet vóór of tegen een koopzondag te zijn. Of dat er nou 12, 18 of 52 zijn, maakt principieel ook niet veel uit, natuurlijk. Wat wel duidelijk is dat er in onze grote gemeente meerdere types winkelcentra zijn, die elk, voor de omwonenden, een geheel andere functie hebben. Als professional zie ik niet in hoe een koopzondag enige zin zou hebben buiten het Stadshart van Alphen aan den Rijn.
Maar ja, wat de meerderheid in de raad hierover besluit is me om het even, mits er voldoende rekening wordt gehouden met de wensen van de minderheid.

Fascinatie
Eerlijk gezegd begrijp ik die fascinatie bij leken voor enquêtes wel. Want wat is er nou mooier dan besluiten nemen op basis van wat de betrokkenen zelf willen? Dan vraag je het hen dus gewoon! Dus besloten de meeste partijen in onze gemeenteraad dat zo’n enquête nodig was voor ze zouden beslissen over de drie opties over de koopzondag die wethouder Van As hen had voorgelegd. En meer dan dat! Want, op de kleintjes lettend, gaan onze politici niet alleen zelf de vragenlijst opstellen, maar ook nog eens persoonlijk de enquêtes uitvoeren! Tja, voor de apparatsjiks van de VVD telt de mening van de burger niet, die regeren rechtstreeks vanuit het partijprogramma, en doen niet mee, en ook de PvdA lijkt altijd allang te weten wat de burger wil, zoals uit de recente verkiezingsresultaten blijkt. Tja, en Wil Verschuur doet ook niet mee, want wie weet wil die Alphenaar wel iets anders dan Wil en haar vrienden (=kiezers) voor ogen staat.
Tja, er zullen nu ook binnen de fractie van “mijn” Nieuw Elan wenkbrauwen gefronst worden, maar, beste lezers, die enquête is gewoon flauwekul.
Moet wel flauwekul zijn, en waarom?

Professioneel
Alweer jaren geleden heb ik voor de Vereniging van Marktonderzoekers de examens afgenomen voor gecertificeerde enquêteurs. Een schriftelijk examen over alle mogelijke dingen die rond het afnemen van enquêtes een rol spelen, gevolgd door een mondeling examen waarin de kandidaten ons een enquête moesten afnemen. Een enquête die, uiteraard, door professionele marktonderzoekers was opgesteld rond een geschikt onderwerp.
Maar onze politici lijken het zonder ook maar een spoor van certificering allemaal zelf te kunnen, en zullen dan ook onherroepelijk in de bekende fouten vallen:
• De onderzoeksvraag, de kern van wat je wilt weten, moet heel goed worden onderzocht en verwoord, omdat dit het uitgangspunt is voor de analyse van de antwoorden, en het trekken van de conclusies naderhand.
• De vragen dienen objectief te zijn opgesteld, in voor alle betrokkenen duidelijke taal, gericht te zijn op de leefwereld van de verschillende respondenten, terwijl ze in geen enkele richting sturend mogen zijn met betrekking tot bepaalde antwoorden.
• De vragen dienen, zowel voor het bedrijfsleven, als voor de ‘burger’, gericht te worden aan volkomen willekeurige bezoekers van alle winkelgebieden in onze gemeente (en dát zijn er nog wel een paar), in vaktaal: Ad Random. Dát alleen al vereist de nodige studie, zoals gecertificeerde enquêteurs maar al te goed weten.
• Het moet zonneklaar zijn dat naar de wensen van de geënquêteerden wordt gevraagd met betrekking tot het winkelcentrum waarin ze zich bevinden, en/of met betrekking tot het Alphense Stadshart, en/of, gewoon voor het principe, in het algemeen! Hetzelfde geldt voor de winkeliers, waarbij de enquête natuurlijk onderscheid moet maken tussen winkels voor dagelijkse aankopen, voor winkels die meer gericht zijn op de shoppers, en voor winkels voor incidentele aankopen (zoals, jawel, ook autoshowrooms). Dat de groep horeca apart moet worden gehouden, lijkt me nogal duidelijk. En hoe zit dat met maatschappelijke organisaties, of de gemeente zelf?
• Omdat respondenten van nature de neiging hebben de gestelde vragen zo te beantwoorden dat de enquêteur daar blij mee is (pleasing), is het belangrijk dat respondent en enquêteur elkaar, en elkaars standpunten, niet kennen. Wat er gebeurt als bekende politici hen bekende Alphenaren gaan bevragen, laat zich raden. Het ‘pleasen’ zal overigens zowel positief als negatief uitwerken in de antwoorden.
• De gekozen methode van vraagstelling moet vooraf zijn vastgelegd. Eerst de vragen schriftelijk stellen -zoals aan de VOA-(retail)leden- en bij te weinig response (daar kun je op wachten, bij die doelgroep) alsnog mondeling enquêteren, is een kunstfout. Dus ik zou deze ‘enquêteurs’ willen aanraden ook die winkeliers en horecamensen, gewoon ad random (elke vierde of vijfde winkel of elke derde horecaonderneming) mondeling te ondervragen om dit probleem te omzeilen.
• De enquêteurs moeten zich, hoe snel er ook weer verkiezingen aankomen, concentreren op de vragen, en ALLEEN op de vragen. Beslist een tantaluskwelling!
• Uiteindelijk moeten de gegeven antwoorden geïnterpreteerd worden, en de eerste vraag die zich dan aandient is of die antwoorden eigenlijk wel representatief zijn voor de hele onderzoekspopulatie, zoals dat nu eenmaal heet. Anders kun je de uitkomsten nooit generaliseren naar de hele bevolking! Daarvoor moeten er een aantal vragen worden gesteld die specifiek hiermee te maken hebben. Niet representatief=Nutteloos!
• Uiteindelijk moeten er, na een deugdelijke statistische analyse, conclusies worden getrokken, voor elk van de onderzochte deelpopulaties, zodat duidelijk is waarop de gemeenteraad eigenlijk beslist. Het ligt overigens nogal voor de hand dat de hele onderzoeksrapportage, met de data, voor ‘De Alphenaar’ beschikbaar komt.

Raadsleden besluiteloos?
Alweer jaren geleden durfden de gemeenteraadsleden van Tilburg niet zelf, op basis van hun politieke legitimiteit, te beslissen over de komst van een ‘Megamall’ die ze eigenlijk allemaal graag wilden. Ze hebben toen gemeend dat aan hun kiezers over te moeten laten in een referendum. Tja, en op de vraag of ze zo’n Megamall wilden, antwoordde natuurlijk het gros ‘JA’. Op een tweede vraag, namelijk, accepteert U daarmee de teloorgang van het Tilburgse stadscentrum, en de centra van de omliggende wijken en dorpen, zou anders zijn geantwoord, maar zo’n vraag werd natuurlijk niet gesteld. Gelukkig had de actie die een aantal professionals, waaronder ik (docent Retailmarketing in Den Bosch), voerde op het provinciehuis, tot gevolg dat de Provinciale Staten het Tilburgse voornemen veroordeelden.
Hier speelt hetzelfde. Natuurlijk wil het gros van de Alphenaren zo’n koopzondag, maar accepteren ze daarmee ook de gevolgen? En welke? Dus heeft die enquête geen zin (de VOA Retailcommissie heeft haar standpunt immers al bepaald, al hebben ze ook daar geen idee van de gevolgen), en is die hele enquête vooral een poging later geen politieke schade van die gevolgen te ondervinden. ‘De Alphenaar’ wilde het immers zo?
Net als in Tilburg ontlopen onze volksvertegenwoordigers in de Gemeenteraad hiermee hun eigen politieke verantwoordelijkheid, zouden ze hun tijd beter aan zinniger taken kunnen besteden, en een professioneel marktonderzoeksbureau moeten vragen onderzoek te doen naar de consequenties van elk van de drie keuzes. Of gewoon, op basis van hun kennis binnen hun eigen netwerk, de durf hebben dat te doen waarvoor we raadsleden betalen: VOOR of TEGEN elk van die alternatieven te stemmen.

Tja, ik zie al fronsende wenkbrouwen…..

Koopzondag redding Alphense Stadshart?

27 dec

 

Fata Morgana
Je kon er natuurlijk op wachten: Een gloednieuwe burgemeester en nog slechts een paar weken om de verliezen over 2014 goed te maken, dus wil iedereen nú meer koopzondagen. Nou zijn detaillisten meestal ziekelijk optimistisch, maar die verliezen worden écht niet meer goedgemaakt nu 2014 (gelukkig, in vele opzichten) bijna historie is. En Liesbeth Spies, onze nieuwe burgemeester, hoef je al een hele tijd niets meer te vertellen over dat Alphense Stadshart waar ze al jaren winkelt. Dat is maar goed ook, want het door VOA en winkeliersverenigingen vertelde sprookje gaat ervan uit dat, als je je winkel meer uren opent, daardoor de omzet stijgt (zeker waar) en daarmee de winst (absoluut onwaar). Het probleem van ons Stadshart is immers NIET dat de Alphenaren te weinig tijd hebben om de winkelen, maar dat die Alphenaren het al jaren niet aantrekkelijk genoeg vinden om in hun eigen winkelcentrum te winkelen. Aan die houding, en dus ook aan het daaraan gekoppelde koopgedrag, verandert niets als die winkels vaker open zijn. Té veel Alphense ondernemers hebben dat inmiddels aan den lijve ondervonden, en laten de huidige koopzondagen nu al voor wat ze zijn. Meer koopzondagen brengen die winkeliers niets op!

Boodschappen doen, of Winkelen
We hebben in Nederland vijf soorten winkelcentra:
1. Stadscentra van Grote Steden—Uitsluitend recreatief winkelen–GROEI
2. Stadscentra van Kleinere en Middelgrote Steden–Vooral recreatief winkelen–KRIMP
3. Centra van grotere dorpen en wijkcentra—Vooral boodschappen doen–KRIMP
4. Dorps- en buurtcentra – Uitsluitend boodschappen doen–WISSELVALLIG
5. Perifere, vaak gespecialiseerde, grootschalige winkelcentra – Vaak ‘beleveniscentra’ voor infrequente aankopen–GROEI

Het Alphense Stadshart hoort duidelijk bij de tweede categorie, maar functioneert, zoals zoveel van dit soort centra, nog vooral als het dorpscentrum dat het ooit was. Dat geldt, met al die supermarkten in de vier omliggende wijk- en buurtcentra, vooral voor de drie supermarkten, maar ook in de non-food sector zijn er veel te veel winkelketens die de consument overal tegenkomt. Natuurlijk zijn er uitzonderingen (zoals de gloednieuwe kookwinkel van Woerdman, of de winkeltjes in de City-bazaar), maar over het algemeen nodigt de winkelmix in ons Stadshart niet uit om er nou elke week rond te stappen. Gewoon veel te veel van hetzelfde om de Alphenaren aan dat Stadshart te binden, laat staan de inwoners van de dorpen om ons heen. Daarbij vormt Alphen aan den Rijn niet bepaald een geïsoleerd koopcentrum; overal om ons heen zijn binnen 30 autominuten grotere, en/of leukere, stadscentra te vinden. Dát te verbeteren door méér kwaliteit (en dus diversiteit) van het aanbod zou de éérste prioriteit van winkeliersverenigingen en VOA moeten zijn. In plaats daarvan kiezen ze de gemakkelijke, maar zinloze weg naar ruimere openingstijden.

Internet
Hoe slechter het onze winkeliers gaat, des te meer krijgt ‘de webwinkel’ de schuld van het eigen falen. Toch is dat onwaar, de online omzet stijgt wel, maar die stijging komt al jaren uitsluitend vanuit de webshops van bestaande winkelketens. In feite is nu al minstens 70% van die online omzet in handen van die ons al jaren bekende winkelketens. Als die ooit, zoals ik dat in http://www.bricksenclicks.me schets, ontdekken hoe ze beide soorten winkels goed kunnen integreren, zullen de ‘pure players’ nog slechts marginaal, en nog meer sectorbepaald dan nu al het geval is, profiteren van de consumentenbestedingen.
De “vijand”, dat zijn ze zelf!

Teveel winkels, of teveel winkeloppervlakte?
De winkeloppervlakte is de laatste 35 jaar alleen maar gegroeid. Niet omdat consumenten dit zouden willen, maar om ruimte te bieden aan artikelgroepen die winkelformules voorheen nooit voerden. Met dit zogenaamde ‘Aanvullende Assortiment’ parasiteerden winkels op de klanten die deze vanouds om hun primaire ‘kernassortiment’ bezochten. Als dit beperkt blijft tot ‘service producten’ is dat geen ramp, maar zo langzamerhand bieden ‘speciaalzaken’ een steeds ruimere keus uit assortimenten die andere winkels ook bieden. Dus gaan ze, vanuit het oogpunt van de klant, steeds meer op elkaar lijken. Dán werkt het spelletje niet meer, en brengen al die extra spullen niet alleen de kosten omhoog, maar de aantrekkelijkheid naar beneden. Het gevolg is dat teveel winkels álles aanbieden aan iedereen, en dus eigenlijk niets aan niemand. Dus moeten ze steeds meer concurreren, wat kosten verhoogt en marge verkleint. Het mag dus niemand verbazen dat ze failliet gingen, nog steeds regelmatig failliet gaan, en in de toekomst nog vaker failliet zullen gaan. En, hoe treurig ook, niemand die ze mist.
Kortom, winkels worden ‘Nieuwe Winkeliers’, of ze verdwijnen.

Het sprookje van de koopzondag
Terug naar de koopzondag. Meer koopzondagen gaan in ons Stadshart absoluut niet leiden tot een grotere aantrekkelijkheid en groeiende consumentenstromen. Wellicht dat de omzet wat groeit, maar de kosten doen dat veel sneller. En de toch al jaren dalende Bruto Winst is niet in staat die extra kosten te dragen. Wát er nog aan winst over is, zal overgaan in verlies. Per saldo gaan de Alphense winkeliers, omdat er fundamenteel NIETS verandert, er als groep niet op vooruit, maar op achteruit. Ik voorzie dan ook dat, als de eerste euforie achter de rug is, en de eerste faillissementen zijn uitgesproken, steeds meer winkels de deuren op die zondag weer dichthouden.
Het is dus heel goed van het Alphense college dat ze die keus overlaten aan de gemeenteraad, en vooral aan de ondernemers. Want wellicht willen die vooral meer koopzondagen omdat de gemeente dat altijd heeft verboden. Verboden vruchten lijken altijd lekkerder, toch?

Ik hoop dat de winkeliers in de wijk-, buurt en dorpscentra in de omgeving (de boodschappencentra) al begrepen hebben dat dáár op zondag helemaal niets te verdienen valt. Zelfs niet door supermarkten wanneer die dan ALLEMAAL geopend zijn.

Wat de centra van de grote steden, en de perifere ‘beleveniscentra’ betreft, daar zou openstelling op zondag juist een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Helaas, daar hoort Alphen aan den Rijn niet bij!

Elke zondag koopzondag?

21 okt

Noodzaak?
Als je de kranten leest, zou je haast denken van wel. Zo grijpt Edwin ten Brink namens de VOA het besluit van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk om de koopzondag, vreemd genoeg alleen voor supermarkten, integraal toe te staan, aan om dat ook van het Alphense gemeentebestuur te eisen. De vooronderstelling is natuurlijk dat de winkels meer omzet boeken door die dag open te gaan. Toch blijkt in veel gevallen dat winkeliers ervoor te kiezen NIET op zondag hun winkels te openen. Dat is in onze buurgemeente ook het geval in alle plaatsen, behalve Bodegraven zelf. En zelfs in een grote plaats als het Drentse Assen gaan de winkels niet op zondag open, hoewel alle winkels dat mogen. Dat is ook het geval in Gouda. Het gevoel van noodzakelijkheid, zoals de VOA dat presenteert, is blijkbaar niet algemeen.
Maar dat het niet mag, is klaarblijkelijk zo frustrerend dat veel winkeliers gewoon niet verder denken. Intussen verdiept zich hun gevoel dat juist dit verbod, om op zondag hun winkels te openen, hun bedrijf in de problemen brengt. Dus is de meest logische weg dat de gemeente iedere (alleen supermarkten is natuurlijk belachelijk) winkelier toestaat op zondagmiddag de winkel wel, dan niet, te openen. Of ze het dan ook doen, dát is maar zeer de vraag.

Zinvol?
Wel, in juni publiceerde ik al wat observaties in ons Stadshart, die nou niet de indruk gaven dat bij uitbreiding van het aantal koopzondagen het goud binnenstroomt:
“Nou, ‘shoppers’ waren er genoeg, maar ze shopten niet of nauwelijks. Integendeel, ze genoten van wijntje en hapjes in de warme zon, maar voor de vaak enorme aanbiedingen in winkels en stands was nauwelijks aandacht. Kortom, al die activiteiten op de zondagmiddag lijken, zeker als het weer meewerkt, goed uit te werken op onze horecasector, maar de winkels leggen er geld op toe!”

Kosten
Met één zondag per maand valt er nog wel wat te schuiven met de inzet van personeel, maar wanneer de winkel elke zondag geopend is, moet er personeel bij. Voor kleine ondernemers betekent dit dat ze in de praktijk 7 dagen per week werken (!). Zondag open betekent gewoon méér personeelskosten, in de verwachting dat dit ook aantoonbaar meer inkomen oplevert. Als dat laatste niet het geval is, zullen veel winkeliers al snel afhaken, zoals dat ook gebeurde tot Martin de Vries de winkels tot 18:00 uur open wilde houden.
Tja, en dan zijn er nog niet-financiële aspecten, want het is natuurlijk nogal wat om je personeel te verplichten toch zeker twee zondagen per maand gewoon te moeten werken. Natuurlijk kun je dat compenseren op andere dagen, maar voor veel werknemers (en veel ondernemers) zal dit een gevoelige aanslag op hun sociale leven betekenen. En waarvoor?

Happy Few
Natuurlijk wordt er, behalve in de horeca, door consumenten geen cent meer uitgegeven dan ze hebben. Salarissen zijn bijna bevroren, pensioengerechtigden krijgen er al jaren niets meer bij, de werkloosheid loopt nog steeds op, en faillissementen zijn aan de orde van de dag. Banken zijn nog even spaarzaam bij het verstrekken van krediet. Alleen ‘Den Haag’ blijft optimistisch beweren dat het nog voor de verkiezingen beter zal gaan. Kortom, er is helemaal geen geld om die extra koopzondagen voor iedereen rendabel te maken. Maar, zoals dat ook op werkdagen geldt, weet de ene winkelier natuurlijk succesvoller de ‘zondagsklant’ aan te spreken dan de andere. Maar de meesten zullen al snel inzien dat die koopzondag hen niets oplevert, en hun deuren weer sluiten.

Leuk?
Over het algemeen wordt aangenomen dat, om een koopzondag tot een succes te maken, toch minstens de helft van de winkels geopend moet zijn. Dát is de theorie, want consumenten vinden een winkelcentrum waar 1 op elke vijf winkels dicht is, of leeg staat, al snel ongezellig. Het zal de consument, die alleen zijn boodschappen komt doen, niet veel uitmaken, maar een Stadshart moet het juist hebben van recreatief winkelen, en daarvoor is nu juist nodig dat het gros van de winkels wél geopend is. Daar spint ook de horeca garen bij, dus uiteindelijk worden koopzondagen pas interessant als praktisch elke winkel mee gaat doen. Ik vrees dat dit in Alphen aan den Rijn niet het geval zal zijn. Ons Stadshart heeft al problemen genoeg op ándere dagen de Alphenaar naar het centrum te krijgen.

Beleid
Als gemeente doe je het natuurlijk nooit goed, maar het lijkt me dat de dagen geteld zijn dat de gemeente bepaalde wanneer winkels, natuurlijk binnen bepaalde grenzen, geopend zijn. Omdat het maar zeer de vraag of koopzondagen aantrekkelijker zijn als dat elke week het geval is (dan is het begrip ‘koopzondag’ dus helemaal verouderd) doet de gemeente er goed aan om, net zoals dat in Bodegraven en Gouda gebeurde, het aan de ondernemers over te laten of ze voortaan de zondagmiddag, élke zondagmiddag, ook als het koud en guur is, en ook als de mussen van het dak vallen, hun winkels open te stellen voor het publiek.

Koopzondag in Alphen

2 jun

Koopzondag Rampzondag
Als je de VOA, en veel politici, hoort, móet de koopzondag dé redding voor de Alphense winkeliers betekenen. Als je de vele inheemse reclamemensen beluistert, ís het de redding van onze winkeliers. Maar als je gewoon objectief op zondagmiddag rondloopt, weet je één ding zeker, geen winkelier gaat dáár geld aan verdienen. Een derde houdt trouwens al bij voorbaat hun winkel gesloten. Maar als íemand de kreet “De consument wil het” onderbouwt, dan is dat NIET de Alphense consument. Uitbreiding van het aantal koopzondagen leidt alleen maar tot nóg meer lege winkels dan er nu al zijn!

Observeren
Ik ben eens een middag rustig gaan rondlopen in ons Stadshart, anderhalf uur lang. Zonder het nou een groot onderzoek te noemen, heb ik wel bij letterlijk elke winkel naar binnen gekeken, voor zover die niet gesloten was. Rustig gewandeld, vanaf de Aarhof, bij het Hemaplein, via het Thorbeckeplein naar de Van Mandersloostraat en de Raadhuisstraat. Vervolgens over de brug via het Rijnplein naar het Stadhuis en daarna door de Julianastraat weer terug naar dat Hemaplein. Eén ding was duidelijk, er waren veel Alphenaren op de been! Maar waar waren die Alphenaren mee bezig? Met shoppen?

Horeca
Natuurlijk zaten de terrasjes weer vol, op de nog koude, maar zonnige zondag 2 juni 2013. Onze horecamensen zijn dan ook erg actief, met allerlei aanbiedingen weten ze een behoorlijke hoeveelheid Alphenaren uit de eigen achtertuin te plukken. Alleen……met die koopzondag heeft dat niet zoveel te maken. Ook ver buiten het Stadshart zaten de terrassen vol. Alphenaren hebben die wel gevonden, op deze dag.

Marktkramen
Vooral rond het Rijnplein en in de Pieter Doelmanstraat stonden de nodige marktkramen, maar die trokken, nét als onze eigen Haringprins, weinig wandelaars naar hun stands en de huurders stonden er wat verloren bij. Ze hadden duidelijk meer verwacht!

Aarhof
Bij de HEMA konden ze het gemakkelijk af met twee kassa’s, maar gelukkig compenseerde het volle terras de verliezen in de winkel. In de andere winkels was het niet beter, ik noteerde in veel winkels nul tot twee bezoekers. Zeker dáár waren ook veel winkels dicht, als ze al niet leegstaan. Eigenlijk was het alleen bij Albert Heijn druk te noemen.

Thorbeckeplein
De Dreespassage begint gewoon luguber aan te doen. Nog een paar winkels die nog (één week) open zijn, en dan is het daar volkomen afgelopen.
Het moet ooit gaan bruisen aan dat Thorbeckeplein, maar, om in Bijbelse termen te spreken: “De aarde was woest en doods”. Iedereen die zegt daar nog kansen te zien, is een aperte leugenaar! Ik ben maar niet verder gelopen, de Hooftstraat in. Dat het bij De Kat druk was, weet ik ook zo wel! En ook bij Carla’s koffieshop (nog even) en bij Barista zat het terras vol, maar dát was daar ook de enige drukte

Van Mandersloostraat
Weer veel drukte van langslopende Alphenaren, maar nauwelijks klanten in de winkels. Verkopers hingen verveeld rond te kijken of er tenminste nog mensen waren waar ze tegenaan mochten praten. Ook hier veel winkels gesloten in wat toch onze belangrijkste winkelstraat is. Aan de andere kant, bij Proto aan het water, zat het terras natuurlijk vol!

Rijnplein e.o.
Natuurlijk waren de terrassen hier volledig bezet, en bij Talamini stonden de klanten tot op straat te wachten. Maar verder? In de winkels liepen meer personeelsleden dan klanten rond. Zo verdien je zeker geen geld in de retail.

Julianastraat
Iedereen heeft toch geconstateerd dat hier nauwelijks winkels open waren. Alleen Kiek en Scapino, naast Hoogvliet, waren open voor het publiek, maar dat publiek leek dat niet door te hebben. Genoeg publiek op de terrasjes, vooral aan de Rijn, maar verder…..

Pieter Doelmanstraat
Hier waren meer winkels open, maar er stonden méér klanten bij de ijsboer dan bij alle andere winkels bij elkaar. Terwijl er genoeg mensen rondliepen. Had de HEMA nog twee kassa’s nodig, bij V&D kon één cassière het werk gemakkelijk af.

Conclusie
Nou, ‘shoppers’ waren er genoeg, maar ze shopten niet of nauwelijks. Integendeel, ze genoten van wijntje en hapjes in de warme zon, maar voor de vaak enorme aanbiedingen in winkels en stands was nauwelijks aandacht. Kortom, al die activiteiten op de zondagmiddag lijken, zeker als het weer meewerkt, goed uit te werken op onze horecasector, maar de winkels leggen er geld op toe! Natuurlijk met uitzondering van de supermarkten, maar die zijn ’s zondags altijd al open.
Maar al die positivisten die zo hard beweren dat de gemeente winkeliers én Alphenaren ernstig tekort doet door niet elke zondag tot koopzondag te verklaren, die moeten toch eens wat realisme gaan tonen. Winkeliers zijn geen potsenmakers, ze zijn er niet om het publiek te vermaken. Winkeliers zijn professionals die een boterham willen verdienen.
Voor Thorbeckeplein en Hooftstraat geldt, nóg meer dan voorheen, snel verkassen! Want de kopers hebben dat gebied subiet laten vallen.

Zondag vereren of jobs creëren?

13 mei

Dit was de titel van een artikel door Frederick Vandeput in het Belgische dagblad De Standaard op de laatste dag van 2012, mij doorgestuurd door een trouwe ‘meelezer’, waarvoor dank. De auteur is voorzitter van de jongerenorganisatie van België ’s grootste regeringspartij VLD. Omdat deze VLD een ‘bloedbroeder’ van Nederlandse liberale partijen als de VVD en het ronduit anti-christelijke D’66 is, mogen we aannemen dat een aantal van zijn conclusies wel in hun programma’s terecht zullen komen.
Dan is het beter eens vooraf te bekijken of deze compilatie van wetenschappelijk ogende literatuur eigenlijk zelf wel wetenschappelijk is, of gewoon politieke propaganda.

Koopzondagen creëren 15.000 nieuwe jobs in België?
Met enige politieke vaardigheid wijst Vandeput op het feit dat de koopzondag in de detailhandel viermaal méér banen oplevert dan er door de sluiting van de Ford fabriek in Genk verloren zijn gegaan. Kortom, hij belooft zijn landgenoten een hemel op aarde, al zullen daar de nodige Belgen heel anders over denken. Voornamelijk op basis van een studie van Maarten Goos van de London School of Business, concludeert hij dat de zondagopening kan leiden tot duizend tot tweeduizend nieuwe winkels en 10-15 duizend nieuwe banen! Zijn Nederlandse geestverwanten zullen dit graag opkloppen tot 30.000 banen hier!

Wat klopt hier niet?
Het onderzoek “Sinking the Blues: The impact of Shop Closing Hours on Labour and Product Markets” (2004) werd uitgevoerd in de Verenigde Staten. Normaal gesproken zou ik niet zo gemakkelijk onderzoek vanuit de LSB kritiseren, maar professor Goos is een arbeidsdeskundige (HRM), geen marketeer en zeker geen retailmarketeer. Met name daarom onderschat hij de eigenheid van de retailinfrastructuren in de verschillende landen. Natuurlijk, en dat weten we al vanaf Garner (1966!), is het waar dat retailorganisaties die veel kosten maken (en dus méér klanten nodig hebben om die kosten te dragen) organisaties met lagere kosten (zelfstandige winkeliers!) uit winkelcentra verdringen. Tenslotte hebben ze méér geld, mankracht én kennis om die benodigde klanten ook daadwerkelijk uit steeds grotere gebieden, én uit de winkels van lokale concurrenten, aan te trekken. Kortom, als je het grootwinkelbedrijf zijn gang laat gaan (deregulatie, zie de politieke achtergrond van dit stuk) bouwen ze steeds meer en grotere winkels buiten de stad, laten ze hun klanten steeds grotere afstanden rijden, en doen ze die winkels liefst nooit meer dicht. Als je al die nieuwe shopping malls vervolgens uitrust met vertier en vermaak, gaan mensen daar beslist een groter deel van hun inkomen uitgeven, kunnen dáár meer mensen worden tewerkgesteld en gaan de daar gevestigde grootwinkelbedrijven méér geld verdienen. Nou, dát wordt netjes, wetenschappelijk verantwoord, bewezen in deze studie. Gelukkig is Europa de VS niet, leven we hier lichtelijk dichter op elkaar en houden we van de binnensteden die in deze VS allang niet meer bestaan. Deregulering ligt hier dus minder voor de hand, en daarbij is de Europeaan aanzienlijk minder consumptief ingesteld. Het is dan ook maar de vraag of hier, zelfs áls de omstandigheden gelijk zouden zijn, de effecten van extra aankopen bij deregulatie van winkeltijden en vestigingsplaatsen vergelijkbaar zouden zijn.
Een andere aangehaalde studie heeft zo mogelijk een nóg tendentieuzer titel: “The Church vs The Mall: What happens when religion faces increased secular competition? (2006) door Gruber en Hungerman. Ook deze studie is uitgevoerd in de VS en geeft aan dat méér aanbod in de seculiere sector, als gevolg van het intrekken van de ‘blue laws’, die in veel staten de zondagsrust bepalen, leidt tot minder bijdragen aan kerken. Naast het feit dat in de VS de religieuze beleving een andere is dan in Europa, wordt hier duidelijk gekozen voor een of/of benadering. Of je kunt op zondag kopen, óf je zit in de kerk! Daarbij, maar dat zal Vandeput U niet vertellen, is een andere conclusie uit dit onderzoek dat ook het misbruik van drank én drugs door deregulatie gaat toenemen!
In ‘Explaining Sunday Shop policies’ (2004) concluderen onderzoekers Dijkgraaf en Gradus vooral dat het buitengewoon zinnig is de besluitvorming over de koopzondag op het niveau van gemeenten te leggen, gezien de grote variëteit aan meningen binnen de bevolking, en de grote verschillen per gemeente. Een bijkomstige conclusie is dat het CDA, door aanhangers toch gezien als een Christelijke partij, een absoluut irrelevante factor in die discussie over de koopzondag is. Maar het onderzoek geeft vooral een inschatting van de effecten die optreden als wordt besloten tot deregulatie en is als zodanig verplichte kost voor politieke partijen en groeperingen.
Waarom Vandeput een Duitse studie (The dynamics of store hour changes and consumption behaviour, 2003) van Grünhagen, Grove en Gentry aanhaalt is onduidelijk. Deze studie gaat over het effect van een langere winkelopening op ZATERDAG, een inderdaad nogal middeleeuwse gewoonte in ons buurland waarover ik me al in 1974 buitengewoon verbaasde. Natuurlijk heeft dat effect op de rentabiliteit van winkels en winkelcentra, maar die resultaten kun je niet zomaar extrapoleren naar de zondag, en zeker niet naar België of Nederland.

Internet
De invloed van het internet ontbreekt. Webshops speelden immers voor 2005, behalve voor liefhebbers, nog nauwelijks een rol. Verder zijn deze studies afgesloten vóór er sprake was van economische crisis of recessie. In die dagen dachten we immers dat de Dot.com crisis het ergste was dat ons ooit zou kunnen overkomen. Maar dat dit internet de hele retailsector definitief zou veranderen, en daarbij deze studies snel obsoleet zouden maken, dát kon niemand weten. Maar Vandeput weet dit wél, zou dit moeten weten, maar rept er in zijn tendentieuze artikel met geen woord over. En de crisis treft ook België! Dát alleen al maakt ook zijn recente artikel obsoleet!

Conclusie
Dit artikel, net als de onderliggende studies, tasten de uitgangspunten van mijn eerdere blog “Principes” totaal niet aan. Méér deregulatie, méér uren open, leidt alleen maar tot verbetering van resultaten bij het slinkend aantal winkelketens die de mogelijkheid hebben daarvan gebruik te maken. En uitbreiding van winkeltijden wordt, voor alle winkels in stads-, dorps- en wijkcentra, snel minder belangrijk omdat deze steeds vaker zullen profiteren van de integrale samensmelting van fysieke winkels en webshops, zoals besproken op http://www.bricksenclicks.me. Dat maakt deregulatie in Nederland steeds meer tot een exclusief onderwerp voor grootschalige detailhandelsvestigingen op perifere locaties, zoals meubelpleinen en dealerparken, of voor geheel vrijstaande megavestigingen als Intratuin, IKEA, Hornbach of Vrijbuiter.

Principes op Zondag

6 mei

Hemelvaartsdag
Gisteren viel mij een tweet op waarin de Alphenaren werden opgeroepen donderdag, op Hemelvaartsdag, toch vooral boodschappen te komen doen bij supermarkt Ten Brink. Eerlijk gezegd, is dit niet de verdwazing ten top? Persoonlijk associeer ik die dag met heel veel dingen, religieus, maar vooral niet-religieus, maar boodschappen doen? Waarom? Vrijwel iedereen heeft de vrijdag daarna ook vrij, en de zaterdag daarop volgend. Als men al niet deze twee weken schoolvakantie heeft benut om Alphen zelfs helemaal te ontvluchten.
Maar nu moeten we, op Hemelvaartsdag, ook nog naar de supermarkt……..

Winkelopenstelling
Als je het ‘de Alphenaar’ vraagt, wil die niets liever dan elk moment van de dag en de week winkelen. Alleen, daarmee willen ze veel meer dan ze in de praktijk doen, of kúnnen doen!
Nog niet zo lang geleden luidde het VOC, de club van centrumondernemers, de noodklok over de ‘koopavond’. Want op die avond komen er maar zo weinig Alphenaren winkelen dat de winkeliers de extra kosten aan personeel en energie niet eens terugverdienen.
Vandaag, 5 mei, heeft vooral de horecasector geprobeerd om van deze koopzondag iets aparts te maken, en dát is hen wel gelukt, met veel mensen aan het brunchen, volle terrassen en veel animo voor het geren over ons Rijnplein. Kortom, Alphenaren waren op Bevrijdingsdag overal mee bezig, zelfs in het Stadshart, maar winkelen? Ik heb me niet in dat feestgewoel gestort, maar mijn Twitter timeline en Facebook bleef angstig leeg. Het kampioenschap van AJAX (in Alphen valt wat dat betreft niet zoveel te vieren, de laatste jaren) scoort bij Alphenaren aanmerkelijk beter dan de winkels in Alphen aan den Rijn. Toch blijven de echte ‘gelovigen’, consumenten, winkeliers én politici, rustig volhouden dat we van élke zondag een koopzondag moeten maken, en het liefst van negen tot negen!

Geld verdienen
Het blijft lastig om al die mensen, die zo graag de winkels 24/7 open willen hebben, duidelijk te maken dat ondernemers ook op zondag met die winkels geld willen verdienen. Geld dat overblijft als ze de BTW en kosten aftrekken van hun omzet. En die omzet, beste Alphenaren, ontstaat pas als U een fors deel van úw inkomsten in ons Stadshart, onze wijk-, dorps- en buurtcentra spendeert. Dát kunt U alleen doen als U uw tijd in die winkelcentra besteedt. En dat doet U alleen als die winkelcentra voor U aantrekkelijk genoeg zijn om die tijd door te brengen.
Alleen, zeker in crisistijd kunt U daar toch niet meer uitgeven dan U hebt. In een situatie waarin dat inkomen niet meer stijgt, maar de druk van belastingen, sociale voorzieningen, wonen, zorg en onderwijs wél, kunt U niet meer, maar juist minder uitgeven dan een paar jaar geleden. Dan kunnen die winkeliers wel hun winkeltijden verruimen, en U met een hoop reclame naar die winkel trekken, maar daarmee kunt U nog steeds minder uitgeven dan zij, met U, zouden willen. Kortom, elk uur extra open levert die winkelier wel (forse) extra kosten op, maar géén extra inkomsten. En dat geldt ook voor die koopzondagen. Ook op 5 mei zullen onze winkeliers, als ze al hun winkels openden, er achter zijn gekomen dat ze wéér meer geld hebben uitgegeven dan ontvangen. Wat ik bedoel, beste lezers, is dat op dit moment, midden in de crisis, zelfs al het praten over méér winkeluren in méér winkels te gek voor woorden is.
Toch gebeurt dat! En steeds vaker sluiten die winkels hun deuren…..

Winkelen of Boodschappen doen?
Winkelen is in eerste instantie een recreatieve bezigheid. Klanten zijn niet alleen bezig met het kopen van allerlei spullen, maar vooral met het leuk (samen) bezig zijn in winkels, op terrasjes of bij evenementen in dat winkelcentrum. In tegenstelling tot wat winkeliers zichzelf wijsmaken, staat de aankoop zelf niet eens voorop. Zien en gezien worden!
Het is aan die winkeliers om het verblijf in hun winkel zo aantrekkelijk te maken, dat klanten besluiten dáár iets te kopen wat ze ook in een andere winkel of zelfs in een ander winkelcentrum kunnen krijgen. Of op het internet, veruit de snelste en gemakkelijkste manier om bepaalde producten aan te schaffen. Als je precies weet wat je nodig hebt, tenminste.
Nou, het scheppen van een aantrekkelijke koopomgeving (en dat is iets heel anders dan een mooie winkel) lukt veel winkeliers niet, en dat lukt ook veel winkelcentra niet. Dat lukt ook het Alphense Stadshart niet. Als gevolg valt bezoek én omzet tegen, en dat verander je echt niet door nóg meer kosten te maken of die winkel nóg langer open te stellen.

Boodschappen doen is gewoon iets heel anders. Daarbij wil je je zo snel en gemakkelijk mogelijk voorzien in spullen die in het dagelijks leven gewoon nodig zijn. Van aardappelen tot sokken. Daar gaat het helemaal niet om de gezelligheid, maar om een noodzakelijk kwaad. De mensen die ’s zondagsmiddags al om vier uur in de rij staan bij Albert Heijn moeten zich wel érg vervelen om dat leuk te vinden, en dat geldt donderdag ook voor Ten Brink. Want laten we wel zijn, die supermarkten zijn ELKE avond van negen tot negen uur open, dus er is écht niemand die nu niet aan zijn levensmiddelen kan komen.

Beleving
Martin, onze nieuwe centrummanager, gaat dat natuurlijk allemaal niet veranderen. Hij heeft geen toverstafje en er staat niets op zijn CV over het vangen van ratten in Hamelen. Winkeliers, horecamensen én Alphenaren moeten, mét hem, van hun Stadshart een aantrekkelijke plaats maken om te vertoeven. Zolang dát niet het geval is, zijn alle acties boter aan de galg.
Daarvoor moet dat Stadshart helemaal niet voor miljoenen te worden uitgebreid. Dan moet U daar immers nóg meer spenderen dan nu al nodig is. Dat Stadshart moet wel worden aangepakt; kleiner, dynamischer en verrassender worden gemaakt.
Hoe? Dat staat al een jaar op mijn blog http://www.bricksenclicks.me

Trouwens, een stadshart dat in deze tijd nog niet eens een vrij wifi netwerk aanbiedt, begrijpt niet waar het bij ‘Het Nieuwe Winkelen’ om gaat! Bij Avifauna begrijpen ze dat toch ook!