Johan Litaay
De nieuwe voorzitter van winkeliersvereniging van winkelcentrum De Aarhof in Alphen aan den Rijn zegt het zó op zijn linked’in site:
“Als centrum voorzitter profileer ik het winkelcentrum en behartig ik de belangen van de vijftig winkeliers. Mijn visie en missie zijn een essentieel onderdeel van de missie van de stichting centrummanagement. Doel is om 100% (is nu 90% ) van de Alphenaren overhalen om in Alphen bij voorkeur in de Aarhof de dagelijkse boodschappen te doen. Het percentage Alphenaren dat haar niet dagelijkse boodschappen buiten Alphen doet, te verlagen naar minimaal 35-40% (nu 50%)”
Onder de kop “Aarhof is groot genoeg” profileert hij zichzelf en De Aarhof in het AD van zaterdag 6 september. Dat is dan ook gelijk het enige waarover we het voorlopig eens lijken te zijn. (zie “Oorlog tussen Aarhof en Rijnplein?”, van 17 augustus jl.)
De Aarhof
In tegenstelling tot zijn voorganger (ex-Hema Cor Webber) ken ik Johan helemaal niet, hij komt ook niet uit het retailwereldje, maar dat hoeft niet per definitie een probleem zijn. Helaas, hoewel hij koene taal spreekt, lijkt hij zijn gegeven paard bij de staart te sturen. Dát kan best wat problemen opleveren, voor de Aarhof, maar vooral voor ons Stadshart als geheel. Hoewel die Aarhof in het begin een redelijk breed aanbod leverde, is het aantal verschillende winkels in de loop der jaren flink verminderd, en met de komst van Blokker gaat dat gewoon door. Kortom, De Aarhof is vanaf de start bedoeld geweest het bestaande Alphense dorpshart voor de sterk groeiende bevolking aantrekkelijker te maken, en niet als ‘winkelcentrum erbij’. De Aarhof vormt een onverbrekelijk geheel met de rest van het Stadshart, en uitsluitend de eigendomsverhoudingen (eerst grootmacht Corio, nu “Sectie 5 investments”) rechtvaardigt een eigen club. Maar zowel op Linked’in als in het krantenartikel blijkt wel dat Johan die Aarhof een volledig zelfstandige functie toedicht!
Dát is natuurlijk complete onzin, ons Stadshart komt er als geheel weer bovenop, of gaat verloren, met of zonder Aarhof.
Exit Winkeliersverenigingen
Ik zou er zo langzamerhand voor willen pleiten al die verschillende winkeliersverenigingen op te doeken, en eensgezind, onder de dagelijkse leiding van de Stadshart manager, te proberen van ons Stadshart ‘the place to be’ voor álle Alphenaren te maken. Daar komt namelijk NIETS van terecht zolang alles in handen is van verschillende belangenclubs voor individuele winkeliers die geen van allen veel oog hebben voor het geheel, ons Stadshart. Centrumwinkeliers kunnen nu eenmaal niet leven van de klanten die speciaal hun winkel komen bezoeken, al lijken ze dat alleen in uitzonderingsgevallen in te zien. Centrumwinkeliers hebben juist toeloop nodig van klanten die om een heel andere reden ons Stadshart bezoeken (welke reden dan ook), dát is toch de reden waarom die huurprijzen in dat centrum zo hoog zijn? Nou, die paar winkels in De Aarhof zullen niet of nauwelijks invloed hebben op de houding van ‘De Alphenaar’ met betrekking tot dat Stadshart. En een helikoptervlucht ter ere van het 40-jarig jubileum zal die attitude ook niet veranderen. Zeker van boven ziet praktisch geen winkelcentrum er leuk uit, en De Aarhof helemaal niet. Wat dat betreft was de skelterrace op het parkeerdak, een paar jaar terug, een beter idee. Ook bij een robot, zo vlak na alle ophef over inzet binnen de zorg, kun je publicitair vraagtekens zetten. Hetzelfde geldt voor drones en 3D printers. Maar alles wat specifiek binnen Aarhof, Rijnplein, Julianastraat of Van Mandersloostraat wordt georganiseerd, zou veel effectiever voor het hele Stadshart ingezet kunnen worden.
Klantentrouw
Het spijt me voor de nieuwe voorzitter, maar hij probeert de klok terug te draaien. Klanten zijn al jaren steeds minder trouw aan ‘hun’ winkel en ‘hun’ winkelcentrum. Die trend gaat hij niet omdraaien. De enige manier om, elke dag opnieuw, is, ook elke dag opnieuw, ervoor te zorgen dat Alphenaren een goede reden hebben hun Stadshart te bezoeken. Daarvoor is een goed en divers aanbod op den duur veel belangrijker dan allerlei evenementen, hoe aardig die ook zijn. Aanbod dat niet alleen in winkels wordt gerealiseerd, maar ook in de horeca, en binnen cultuur, welzijn en overheid. Het is, nét als in een winkel, de mix die de aantrekkelijkheid bepaalt, niet een bepaalde artikelgroep, een bepaalde winkel of zelfs maar het Rijnplein of De Aarhof.
Wat dat betreft schat ik het effect van het complex van verrassende kleine winkeltjes in de vroegere Kunstverdieping heel wat hoger in dat helikoptervluchtje. Waarover een volgend blog, overigens!
Hoe gek het ook lijkt, de vastgoedsector kijkt alleen naar de verhuurbaarheid van een winkelpand, de winkelier denkt teveel in ‘spullen’, en winkelcentra overschatten hun grip op de klant schromelijk, en niet alleen in het licht van de internetverkopen. Hoe het nou toch kan dat ons Stadshart nog steeds geen (sponsored) vrij WIFI heeft, dáár heb ik nou weer geen woorden voor! Daarentegen is het succes van een gezamenlijke webshop een door leveranciers in het leven geroepen fata morgana! Een sprookje waarin ook Johan Litaay lijkt te geloven. Zonde!