Nieuws
Vandaag geen blog over de gebeurtenissen in de gemeente Alphen aan den Rijn, want ik neem U mee naar een buurgemeente, naar het nieuwe dorpscentrum van Waddinxveen. Tenslotte komt het niet zoveel meer voor dat er een compleet winkelcentrum wordt gebouwd en geopend. En de Alphenaren die Waddinxveen bezochten, zullen zich zich mét mij hebben verwonderd over de bewinkeling in dat dorp. Met een eeuwigdurend noodwinkelcentrum ‘De Passage’, de vele winkelstrips en zelfs nóg meer supermarkten per inwoner dan Alphen aan den Rijn.
Vandaag dus ‘Winkelcentrum Gouweplein’!
Het werd tijd!
Al vele jaren geleden kwam het Waddinxveense centrumgebied ‘De Passage’ op mij over als een plek waar je niet wilde zijn. Als noodwinkelcentrum twintig jaar geleden nog aanvaardbaar, maar als centrum van een inmiddels uit de kluiten gewassen dorp een aanfluiting.
Gelukkig is er dan eindelijk een écht winkelcentrum aan het gloednieuwe Gouweplein, met ruimte voor een 60-tal winkels, horecagelegenheden en dienstenleveranciers. Een centrum met een gigantische parkeergarage met 1200 parkeerplaatsen, deels bedoeld voor de bewoners van de honderden appartementen. Maar vooral beschikbaar voor alle verwachte bezoekers uit de omgeving, een idee waarbij ik wel de nodige vraagtekens zet, overigens.
Maar ook met een ‘Cultuurhuis’, mét bibliotheek en auditorium, dat in het veel grotere Alphen aan den Rijn sneefde door al te hoge ambities.
Waddinxveen heeft nu een prachtig mooi, nieuw dorpscentrum, al vormen de nu lege panden in en rond De Passage, direct na de hefbrug, nog altijd een etterende wond. En de bijbehorende groezelige parkeerplaats is beslist een ‘enge plek’ in de stad die Waddinxveen graag wil zijn.
Ambitie
Lokale nieuwsmedia berichten over de ambitie van gemeente en winkeliers om van het Gouweplein een regionaal koopcentrum te maken. Hoewel ik de Waddinxveners van harte gelukwens met hun nieuwe centrum, lijkt me dát wel erg hoog gegrepen. Niet alleen omdat omringende steden als Gouda, Zoetermeer en Alphen aan den Rijn veel meer winkels hebben, maar ook omdat het winkelcentrum teveel essentiële onderdelen mist om een echt ‘Shopping Centre’ te zijn. En dan doel ik met name op de (nog) wel heel dunbevolkte modesector waarin C&A en HEMA de boventoon voeren, maar waarin een aantal mooie modewinkels en een lederwarenwinkel in het middenprijssegment de afwezigheid van veel bekende modemerken uit de midden- en lage prijsklasse nog niet kunnen verbloemen. En dát, mét een moderne koffiebar en een echte cafetaria, is toch essentieel voor de ‘winkelende’ klant. Maar misschien komt dat nog, als meer modewinkeliers het aandurven hun vertrouwde, vaste, stek rond de Passage, of in één van de vele, verouderde, winkelstrips, te verlaten. Want vreemd genoeg is er bijvoorbeeld nog geen lingeriewinkel te bespeuren, en ook geen telefoonwinkel. Ook valt op dat er noch een slager, noch een groenteboer aan dat Gouweplein zijn gevestigd. Er is overigens plaats genoeg in de circa 20 nog lege panden, maar het modegehalte ligt nu gewoon te laag om landelijke merken te interesseren. ‘Gouweplein’ oogt als een stadscentrum, maar functioneert als een dorpshart. Dát gaat ook met meer ‘fashion’ niet veranderen, trouwens.
Functie
Regionale ambities lijken ook eigenlijk overdreven in een dorp met ruim 20.000 inwoners. Wát de regionale ambitie ook oplevert, dit winkelcentrum zal het op ‘gewone’ werkdagen immers altijd moeten doen met die beperkte hoeveelheid omwonenden. Die inwoners hebben hier al zo lang op moeten wachten dat ze intussen hun weg in de omliggende steden wel gevonden zullen hebben. Daarom zal het al een hele klus zijn hen vaker naar hun eigen dorpscentrum te laten komen.
Maar een op de huidige maatschappijverhoudingen gericht gemeentelijk retailbeleid is broodnodig om dit centrum de kans te bieden die het verdient. Dat betekent dat de gemeente het initiatief moet nemen voor de absoluut noodzakelijke sanering van de, nu over negen verouderde winkelstrips verspreide, bewinkeling. Met de twee supergrote supermarkten van AH en JUMBO en een LIDL in het centrum zal het absoluut nodig zijn het aantal supermarkten op andere plaatsen te reduceren. Als dat niet, mét gemeentelijke hulp, uit eigen beweging gebeurt, zullen de wetten van de vrije markt dat wel voor elkaar krijgen. Al die kleine winkelcentrumpjes hebben in de huidige marktverhoudingen immers weinig overlevingskansen, maar ze zullen wel remmend werken op de ontwikkeling van het Gouweplein. En daarmee op de verdere ontwikkeling van Waddinxveen als geheel.
Dat gebrek aan een realistisch, samenhangend, en op de omgeving gericht, gemeentelijk retailbeleid deelt Waddinxveen helaas weer met Alphen aan den Rijn.