Tag Archives: Webshop

Revival Alphens Stadshart

1 aug

Stadhart
Wie kent niet de problemen in het Alphense Stadshart waar ondanks veel nieuwbouw aan Hoge én Lage Zijde, ondanks de komst van ‘trekkers’ en ondanks een groeiende stroom aan evenementen elk jaar minder consumenten komen winkelen. Alleen gevaarlijke optimisten denken nog dat het, internet of niet, allemaal vanzelf weer goed komt. Want winkeliers die de mogelijkheden van dat internet niet willen inzien, en die mogelijkheden ook niet toepassen in hun winkelformule, zullen de komende jaren niet overleven, als ze nog bestaan. Dát betekent nóg meer leegstand, en de start van de vicieuze cirkel die het einde van ons Stadshart zal betekenen, zoals ik in mijn voorgaande blog schetste.

Het Nieuwe Winkelen
Internet professor Cor Molenaar schrijft bijna zoveel boeken als ons aller Robert Blom, en in 2010 verscheen zijn boek over dat nieuwe winkelen. Cor tekende een heel schema over hoe in het internet tijdperk consumenten tot aankoop van goederen en diensten zouden komen. De rand van dit schema (rode pijlen) geeft aan de ‘klassieke’ manier van handelen, van oriëntatie tot koop, zoals dit al eeuwenlang plaatsvond.

Featured image

Nieuw in dat klassieke proces was alleen wáár die aankoop plaatsvond, niet langer in de winkel, maar in de webshop (gele pijl). Want in de visie van Molenaar speelden winkels alleen nog een rol als ‘showroom’, waar de producten die consumenten in webshops hadden bestudeerd, daadwerkelijk konden worden bekeken en aangeraakt. Inmiddels lijkt hij van die dwaling bekeerd te zijn, maar dít was het concept waarmee hij landelijk bekend werd: “Het Nieuwe Winkelen”. Een concept dat (te) snel werd omarmd door het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, tegenwoordig InRetail geheten. Hoewel er op verschillende plaatsen allerlei activiteiten rond dit idee werden ontplooid, zijn ze zonder uitzondering een zachte dood gestorven. En met die initiatieven ook Het Nieuwe Winkelen zelf!
In 2012 lanceerde ik als tegenhanger het concept ‘De Nieuwe Winkelier’ op http://www.bricksenclicks.me. Hierin stond nu eens niet het koopproces van de consument centraal, maar de manier waarop winkeliers zich een nieuwe toekomst kunnen scheppen door het internet te gebruiken voor een compleet ander soort winkel. Een winkel waarin de unieke mogelijkheden van de fysieke winkel worden gecombineerd met de unieke mogelijkheden van de webshop.

Winkels ouderwets?
Cor Molenaar en zijn aanhangers in de Nieuwe Media kenden maar twee werelden: die van de ‘ouderwetse’ winkels en die van de oneindige horizonten van de webshops. Zij voorzagen een heuse titanenstrijd met een voorspelbare afloop. Van de winkels zou niets anders overblijven dan een paar showrooms, winkelcentra zouden verschrompelen in een wereld waarin niemand meer de huiskamer zou verlaten om aankopen te doen. Voor hen, zonder scholing en/of ervaring in winkelverkoop, was ‘retailing’ niet anders dan een logistieke operatie om de beschikbare goederen uit de hele wereld in contact te brengen met de consument. Een operatie waarbij de webshop vele malen aantrekkelijker zou zijn dan de fysieke winkel.
Heeft hij daarin ongelijk? Grotendeels wel, want winkelen, en zelfs boodschappen doen, is veel méér dan jezelf voorzien van noodzakelijke goederen. Waar consumenten steeds meer ‘beleving’ vragen bij hun aankoop, zien we dat de webshop daarvoor heel beperkte mogelijkheden heeft, terwijl dit, mits de winkelier daarop inspeelt, het sterke punt is van zowel individuele winkels als van winkelcentra.
Maar hij heeft deels gelijk, in die zin dat geen enkele winkel zo groot is dat alle beschikbare aanbod op de wereldmarkt daar getoond, en geleverd kan worden. Winkeliers doen aan ‘preselectie’, ze vormen uit dat enorme aanbod een assortiment waarvan zij denken dat dit hun klanten de beste keus biedt. Terwijl een webshop niet eens gelimiteerd wordt door wat in hun magazijnen is opgeslagen, want ze kunnen via links met andere webshops letterlijk ‘de wereld bij U thuis’ brengen, zonder ook maar één product op voorraad te hebben. Ze bemiddelen daar alleen in, wat Anderson (The Long Tail) Digital Retail noemt.
Wat lag er nu meer voor de hand dan het integreren van de sterke punten van zowel fysieke winkels met de sterke punten van die webshops: De Nieuwe Winkelier.

De Nieuwe Winkelier
Bij de opzet van assortimenten zien we dat winkels, in de illusie daarmee elke klant tevreden te stellen, hun ‘kernassortiment’, de goederen die de klant in hun winkel verwacht, uitgebreid hebben met steeds meer ‘randassortiment’, méér merken, méér soorten, méér kleuren, méér maten en méér prijsklassen. Winkeliers gingen verder door hun assortiment ‘service producten’ (denk aan schoenveters bij schoenwinkels) enorm uit te breiden, zodat ze nog meer konden verkopen aan klanten die niet dáárvoor die winkel bezochten. ‘Branchevreemde” artikelen werden gemeengoed, zodat het begrip ‘branche’ in feite is verdwenen. Uiteindelijk leidde dat tot almaar groeiend winkeloppervlak, tot schaarste aan ruimte in de bestaande winkelcentra, en uiteindelijk tot almaar hogere huurprijzen. Maar ook tot meer personeels-, energie- en voorraadkosten. Daarbij gingen winkels die steeds vaker elkaars producten gingen verkopen, steeds meer op elkaar lijken, zodat onze winkelcentra niet alleen groter en duurder werden, maar ook minder attractief. Het resultaat is te zien: lege winkelstraten die leiden tot groeiende leegstand. Met als gevolg nóg minder bezoek.

Featured image

Het concept van De Nieuwe Winkelier rekent af met verouderde denkbeelden uit het pré-internet tijdperk. Winkels concentreren zich weer op hun Kernassortiment, op de producten, de service, de prijsklasse, de winkelcommunicatie die hun doelgroep daar verwacht. Dat kernassortiment wordt aangevuld met een, steeds wisselend, deel van het Randassortiment zodat de klant op het bekende kan rekenen (Jawel, Jacqueline), maar toch steeds met wat nieuws wordt verrast. De grote boosdoener, het Aanvullend Assortiment, verdwijnt grotendeels. Terwijl op de website niet alleen de goederen uit de winkel worden aangeboden, maar ook het sterk uitgebreide (er is immers geen ruimte of voorraadprobleem meer) randassortiment. Een website die, uiteraard, ook vanuit de winkel op grote touchscreens bezocht kan worden. De klant heeft uiteindelijk meer keuze dan nu, al vindt deze dat niet allemaal in de fysieke winkel.

Gevolgen
• Doordat er sprake is van een enorme beperking van het aanbod in de winkel, kan deze uit met hoogstens de helft van het huidige winkeloppervlakte. Dat leidt tot enorme kostenbesparingen die deels ten goede komen van de consument, deels van de winkelier. Uiteraard leidt dat tot omzetverlies, maar dat kan grotendeels via de webshop worden gecompenseerd.
• Het leidt er ook toe dat de huidige winkelruimtes veel te groot zijn voor de nieuwe winkelformule, zodat deze óf kan verhuizen naar een kleinere winkel, óf de ruimte gaat delen met één of meer winkelformules. Precies zoals dat al bij boekhandel Haasbeek Centrum gebeurde met de inwoning van Barista, en nu opnieuw gebeurt met spellenwinkel Hoge Ogen die voorheen aan de Hooftstraat was gevestigd. Trouwens, bezoekers van iCentre’s, van Bruna’s en AKO’s kennen het principe al terwijl ook gemakswinkel Primera grotendeels functioneert als ‘Nieuwe Winkelier’.
• Nadat winkelcentra decennialang te weinig ruimte boden, betekent ‘De Nieuwe Winkelier’ dat er voor al die kleinere winkels veel te veel ruimte beschikbaar is. De praktijk zal zijn dat zeker onze stadscentra (met andere winkelcentra is wat anders aan de hand, zoals we al eerder beschreven) in de toekomst veel compacter zullen zijn dan nu het geval is. De huidige leegstand en de invloed van de huidige webwinkels heeft hiermee weinig te maken.
• Doordat winkelformules zich fysiek weer concentreren op hun Kernassortiment, wordt het allemaal voor de consument weer wat duidelijker. En, omdat die concentratie gaat leiden tot duidelijke verschillen (differentiatie) in aanbod, prijsklasse en ‘beleving’, biedt dat toekomstige Stadshart de Alphenaren op minder oppervlak veel meer dan nu het geval is.
De webshops legden een bom onder de inkomsten, én de toekomst, van de traditionele winkeliers. Met “De Nieuwe Winkelier” zullen de nieuwe, volledig geïntegreerde bricks&clicks formules die webshops weer terugdringen naar hun ‘natuurlijke’ plaats in de marge van de retail. En leidt tot de ‘revival’ van ons Stadshart als politici en winkeliers uit hun huidige lethargie ontwaken.
Deze gevolgen worden in een aantal blogs nog uitgebreid behandeld, maar mijn volgende blog zal gaan over de invloed van de grootschalige detailhandel buiten de bestaande winkelcentra.

Advertentie

Einde van de winkels?

28 mrt

Echoput in Alphen aan den Rijn
Webwinkelland lijkt wel erg veel op onze fameuze Echoput. Iedereen die maar wat roept, krijgt een 100-voudige respons, zodat de omstanders wel móeten geloven dat het allemaal waar is. Wie die verhalen in íeder geval geloven zijn de zittende retailers, groot en klein, voor wie hun dagelijks werk niets meer dan “uitstel van executie” lijkt te betekenen. It’s, Free Record Shop, Polaris, wie volgt? Verstijfd als een konijn in het licht van de jager zitten ze in meerderheid op hun einde te wachten. Want, ja, die webwinkel, dát wordt het, dat zegt toch iedereen? Zo leeft het in het land, zo leeft dit ook in ons eigen Alphen aan den Rijn. Zolang ons gemeentebestuur niet begrijpt dat een goed functionerend Stadshart vol recreatief winkelende consumenten een randvoorwaarde is voor het bestaan van de “boodschappencentra” in buurten, wijken en dorpen om ons heen, gaat dat ook niet veranderen en zal het internet tot de ondergang van dat stadshart leiden. En daarmee tot de ondergang van de leefbaarheid in onze stad, en uiteindelijk ook in de kernen om ons heen.
Merkwaardig dat iedereen zo graag in sprookjes gelooft, want al die succesverhalen hebben maar één doel: Alles en iedereen te MISLEIDEN!

Statistieken
• Die succesverhalen zijn gebaseerd op statistieken die al jaren in het eigen voordeel worden uitgelegd. Zo heeft ons grootste postorderbedrijf, Wehkamp, zijn catalogus veranderd in een website en is sindsdien onze grootste webretailer. Terwijl hun omzet voor een heel groot deel afkomstig is uit hun bestaande klantenkring. Met Neckerman is het al niet anders. In feite is het grootste deel van die postorderomzet (en heel veel Direct Marketing omzet) verdwenen en omgezet in webomzet. Het is geen extra omzet!
• Hoewel tegenwoordig bijna alles wel op dat internet te koop is, komt die omzet vooral uit slechts een paar artikelgroepen zoals Boeken, Dvd’s, Speelgoed en Elektronica. In feite vormen discounters als MediaMarkt, Action en Primark een veel groter gevaar voor de zittende retail, dan dat web.
• Omdat steeds meer retailers inzien dat ze wel wat moeten doen, openen ze, met meer of minder succes, steeds vaker eigen webwinkels (Omni-channel). Uiteindelijk bepalen die de laatste jaren een groot deel van de on-line groei. Een Vestzak/Broekzak verhaal.

De Tegenpartij
Het rapport Shopping2020 toont een heel andere kant van dit succesverhaal. Want daaruit blijkt dat meer dan 80% van de webwinkels hun eigenaars nog geen modaal salaris oplevert, het gros kan er niet eens van leven. En meer dan de helft van de webshops die jaarlijks onder bazuingeschal worden opgestart, bestaat nog geen jaar. Kortom, die webwinkel zorgt voornamelijk voor nieuwe armoe, en dat is heel wat anders dan Webwinkel.org naar buiten brengt. Want zelfs de grootste webwinkels moeten hun eerste winst nog laten zien.

Q&A research publiceerde recent een onderzoek onder scholieren in het voorgezet onderwijs, toch ‘de toekomst’ van de webwinkel. En wat blijkt? Hoewel die ‘Millennium generatie’ praktisch met smartphone is geboren, kunnen ze zich een leven zonder winkels niet eens voorstellen. Natuurlijk mét webshop erbij, maar helemaal in lijn met wat mijn concept ‘De Nieuwe Winkelier’ (op http://www.bricksenclicks.me) hen aanbiedt. Blijkbaar heeft de nieuwe generatie, méér dan hun ouders, door dat het wel een saai leven wordt, zonder winkels, en dus zonder winkelstraten en terrassen.

Schuldigen
Zoals ik al schrijf in het artikel “Half Winkelhart? Beter Winkelhart! “ (Vakblad Twinkle, maart 2014) “Helaas, zowel de samenstelling van dat winkelhart áls de weerzin van (zittende) retailers om de oude, vertrouwde, omgeving van de winkelformule uit het pre-internettijdperk te verlaten, spelen de internet ondernemers geweldig in de kaart.” Kortom, die winkeliers, ook in onze gemeente, vormen zelf een veel grotere vijand dan die webwinkels ooit kunnen zijn. En het veel besproken “Omni-channel” (winkel én webshop ernaast) vormt geen reddingsboei, maar is een doodlopende weg. Winkeliers moeten, als Nieuwe Winkeliers, zelf die nieuwe technologie integreren in hun huidige winkels om zichzelf uit het economische moeras te slepen. Wie dat NIET kan, of wil, zal over een paar jaar niet meer bestaan. Want het gaat er natuurlijk helemaal niet om zoveel mogelijk vierkante meters winkelruimte te verhuren, maar, op zo’n klein mogelijk oppervlakte, een Stadshart een enorme aantrekkingskracht op de burgers uit de hele gemeente te laten uitoefenen. Winkels, diensten, horeca en evenementen, omzoomd door parkeerterreinen. Dat vereist een gemeentebestuur die zich niet opportunistisch laat leiden door individuele, en soms collectieve belangen, maar door een duidelijke visie op de toekomst van de hele gemeente. Juist op dit terrein.

Meer
Wil je hier meer van weten? Kijk dan op de 30 blogs die ik op http://www.bricksenclicks.me over dit onderwerp schreef. Of vraag, via een reactie op dit blog, om de “Visie op ons Stadshart” waarvan elke politicus in deze gemeente er al één heeft.

Zijn fysieke winkels uitgespeeld?

26 apr

Op 16 april hoorden de aanwezige winkeliers in Alphen aan den Rijn Marcel Evers van CBW-Mitex vertellen dat, als ze zich niet snel aansloten bij de webtrein, het weleens te laat zou kunnen zijn. Want de negatieve omzetontwikkeling in de retail zou het gevolg zijn van de groeiende invloed van het internet. En voorspelde Cor Molenaar in zijn boek ‘Het einde van winkels?’, geïllustreerd door een tv-uitzending vanuit een desolaat Schiedams centrum, niet dat het internet de functie van winkels zou overnemen? Schetste hij niet in zijn model van het ‘nieuwe koopgedrag’ de winkel als showroom, zonder verdere functie bij de daadwerkelijke aankoop van goederen?

Nou, zo erg is het nog lang niet, en de vraag in de titel werd pas geleden beantwoord door het bekende onderzoeksbureau Gfk in vakblad Retailtrends. Gfk is net een langdurig onderzoek gestart naar de werkelijkheid van de webshop versus de winkel, niet op basis van ideeën en theorieën, maar op basis van kille verkoopcijfers. Nog even, en de mythe van ongekende mogelijkheden is veranderd in feiten.
Intussen blijkt dat ‘de consument’ ten aanzien van de sectoren ‘entertainment’ (boeken, dvd’s, cd’s e.d.) steeds liever op het web winkelt dan in een fysieke winkel. De ellende met Selexyz komt wel érgens vandaan. Dat geldt, in iets mindere mate, ook voor IT producten en consumentenelektronica. Bij kleine huishoudelijke apparaten en persoonlijke verzorging maakt het de consument niet uit. Daarentegen zijn in sectoren als fietsen en Doe Het Zelf de fysieke winkels nog altijd favoriet. Mode is (nog) niet meegeteld. Het artikel geeft aan dat, hoewel inmiddels 20% van de totale detailhandelsomzet door webshops wordt gerealiseerd, de fysieke winkels nog lang niet zijn uitgespeeld. Die omzet op het web is dan ook heel erg geconcentreerd op een aantal sectoren, zoals Reizen, Media, Speelgoed en dergelijke producten waar het nu eenmaal zeker is dat wat de één verkoopt, precies hetzelfde is als dat van wie dan ook. Daarbij moet niet vergeten worden dat ook vroeger omzet ‘weglekte’ naar wat het ‘directe kanaal’ werd genoemd, mailaanbiedingen, postorderbedrijven en boeken- en platenclubs. Niet voor niets is Wehkamp zo snel zo’n grote speler geworden, en boekenverkoper Bol had het voordeel door Bertelsmann, de grote Duitse uitgever, in het leven te zijn geroepen. Overigens zien we gelijk het aandeel van de zogenaamde boekenclubs sterk dalen. En ja, doosje 2436 van LEGO heeft, wáár ter wereld je het ook koopt, precies dezelfde inhoud.
Natuurlijk is het waar dat webshops, in alle sectoren, steeds meer omzet afpakken van de fysieke winkels. Alleen wordt daarbij vergeten dat de groei van de internetverkopen de afgelopen jaren uitsluitend vanuit de webshops van die fysieke winkels komt. Kortom, de winkels van C&A verliezen omzet, maar C&A (via Wehkamp) als concern heeft er weinig last van. En ook andere ‘oude’ bekenden als V&D, HEMA, Hunkemöller en H&M zijn heel actief met hun webshops. Als Inge van Oostende er dus op wijst dat de ‘binding’ van consumenten aan hun eigen woonplaats terugloopt door die webverkopen, vergeet ze de internetomzetten die winkels boeken op hun websites. Die omzet komt, óf rechtstreeks (postcode registratie) óf indirect (extra inkomsten voor moederbedrijf of franchiseorganisatie dekken kosten die anders door de winkels opgebracht zouden moeten worden) ten goede aan de plaatselijke filialen of franchisenemers.

Alle auteurs, en ook Marcel Evers stelde dat, zijn het er wel over eens dat de toekomst NIET is aan de ‘pure players’, maar aan winkelorganisaties met een webshop. Winkels alleen, webshops alleen, het blijft kunnen, maar alleen als je een zogenaamde ‘niche markt’ opereert. Main stream retailing zal dus, zo stelt iedereen, moeten overschakelen op een combinatie van fysieke winkel én webshops.

Ikzelf denk dat ze zich daarmee wat wijsmaken. Natuurlijk is het betrekkelijk simpel om naast de winkel ook een webshop op te starten. Zelfstandige winkeliers hebben daar al geen moeite mee! Maar in plaats van daarmee een (omzet) probleem op te lossen, hebben ze er een probleem bij. Want op het één of andere moment moeten die twee operaties in elkaar worden geïntegreerd om de werkelijke voordelen van ‘Bricks&Clicks’ te realiseren.
Dát is een operatie die de hele winkelformule, en de organisatie daarachter, gaat omvatten. In wezen moeten winkelformules zichzelf opnieuw gaan uitvinden. Een lastige operatie omdat je daarmee in een situatie terecht komt, waarin werkelijk alles anders lijkt en anders is.
Waarom dat tóch nodig én profitabel is, daarover meer in volgende afleveringen van dit blog op http://www.BricksenClicks.me

Paniek Piet en de Alphense winkeliers

11 nov

Inwoners van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, medeburgers

We hebben in Alphen aan den Rijn natuurlijk ons deel aan merkwaardige figuren, en deze week hebben AlphenStadFM/TV en Vakantiespel dat gezelschap eendrachtelijk vergroot met de komst van de Regel Piet en de Paniek Piet. Tenminste, dat kun je zien op de TV, bij het Sinterklaasjournaal en alles wat op de TV komt, is waar, natuurlijk. Als U er meer van wilt weten, kijkt U gewoon om half zeven naar AlphenStadFM/TV op kanaal 40, of surft naar http://www.alphenssintjournaal.nl.

Op de voorpagina van het Alphens Nieuwsblad springt een martiale figuur bijna uit de krant en je vraagt je af of Alphen nu ook een Stadsmarinier heeft aangesteld. Maar nee, bij lezing blijkt het te gaan om boekhandelaar Eelco Eskens die aan de Julianastraat het boekenvak nieuw leven gaat inblazen. Nog een paar weken, en ik kan een bezoek aan zijn boekenparadijs combineren met een heerlijk kopje cappuccino. Nee, Haasbeek Centrum vormt een duidelijke impuls voor de hele Julianastraat. Nu nog een oplossing voor die doodse muur van de Hoogvliet supermarkt, en je kunt er zowaar leuk winkelen.

Medeburgers, we blijven vandaag maar even bij het Alphens Nieuwsblad, waar ik er zeker van ben dat de hoofdredacteur zich kapot ergert aan het feit dat ons aller Julianabrug pas vlak na haar deadline in elkaar stortte. In het volle zicht, nota bene! Maar gelukkig kreeg ze steun van haar paranimfen Minerva en StennisDennis. Minerva beschreef uitgebreid hoeveel gemak het C-1000 Scangemak wel niet geeft, en StennisDennis moest weer eens zo nodig laten zien waar hij geen verstand van heeft. Want ik geloof helemaal niet dat er nog zoveel Ridderveldse klanten zijn die met enige schroom naar die Ridderhof gaan. En dat zullen er nog minder zijn als we eindelijk eens stoppen aan dat drama te pas en te onpas aandacht te geven. Genoeg is genoeg, lijkt me. Al zullen weinigen de tragische gebeurtenissen ooit vergeten, er bij elk bezoek uitgebreid bij nadenken lijkt me toch voor gewone bezoekers geen goed uitgangspunt. Wel, onze Dennis wil om die reden dat winkelcentrum zelfs helemaal afbreken, en weer opnieuw opbouwen. Hij heeft ook al een bouwer, projectontwikkelaar Green die bij De Baronie al een buurtcentrum bouwt met bijkans landelijke uitstraling. Compleet onzinnig in deze tijd van bezuiniging en soberheid, natuurlijk.
Nee, medeburgers, natuurlijk zal dat hele blok, winkelcentrum én woningen, over vijftien tot twintig jaar, compleet herontwikkeld moeten worden. Dat staat ook allang vast, maar op dit moment functioneert het prima, in feite steeds beter, als een gezellig en overdekt buurtcentrum zonder megalomane pretenties. De bouw van een nieuwe entree, met nieuwe winkels, staat daarvoor garant. Nee, beste Dennis, blijf komen, maar zet die malle ideeën maar weer terug in je boekenkast.

Maar ook de hoofdredactrice zelf gaat, weliswaar in commissie, in de fout met haar artikel ‘Fysieke winkels kijken naar online’. CBW-Mitex directeur Van der Zee praat gewoon te vaak naar Cor Molenaar. Daarover ben ik bezig een serie columns te schrijven op http://www.alphen.com. Natuurlijk kunnen winkeliers niet langer zonder het internet, en natuurlijk gaan steeds meer mensen zich oriënteren op dat internet voor ze gaan winkelen. Maar het idee dat de winkel daardoor devalueert tot niet meer dan een showroom, omdat alle transacties over het internet verlopen, is compleet flauwekul. Dit vooronderstelt immers dat alle aankopen heel gericht en voorbereid plaatsvinden door klanten die hun koopgedrag door puur rationele gedachten laten bepalen, de ‘homo economicus’. Wel, als dat het geval was, was er, lang voor het internet bestond, geen winkelcentrum meer te vinden, natuurlijk. Winkelen (shoppen) is nu eenmaal een leuke, maar weinig efficiënte bezigheid, waarbij allerlei aspecten in ons leven aan bod komen. Naast, en regelmatig ook in plaats van het botvieren van brute kooplust. Zelfs in een dorps- of buurtwinkel speelt de beleving van de klant mee, en dat is zeker het geval, zou dat moeten zijn, in een stadscentrum als het Alphense Stadshart.
Een webwinkel is ook geen oplossing voor retailers. Ten eerste wordt de markt niet automatisch groter als je meer aanbod schept (marktverzadiging) en ten tweede komen die winkeliers er snel achter dat ze met die webshop opeens twee bedrijven hebben in plaats van één. Met eigen opbrengsten, maar ook met eigen kosten en eigen risico’s. Deze week kwam een bekende internetslijter er achter dat mét de debacle van web-log.nl ook al haar blogs, en het gros van haar contacten, verloren zijn gegaan.
Nee, medeburgers, en dat heb ik al in de tweede editie van ‘Marketing voor Retailers’ beschreven, detaillisten moeten hun fysieke winkelformule helemaal integreren met hun webshop. Alleen op die manier kunnen ze méér omzet realiseren met minder kosten. Eén van de bijeffecten van zo’n geïntegreerde winkelformule is immers dat je meer aanbiedt op je website en minder in je winkel, zodat je met veel minder van die peperdure vierkante meters winkelruimte je klant beter kunt bedienen. En minder meters betekent niet alleen een lagere huurprijs, maar ook minder energiekosten én minder personeelskosten. Nee, wat Van der Zee de VOA leden én het Alphens Nieuwsblad vertelde waren ideeën van jaren terug. Een niet-geïntegreerde winkelformule zal over vijf tot tien jaar geen toekomst meer hebben.
Maar winkels worden GEEN toonzalen!